Over grenzen kijken
Kom naar beneden, want heden moet Ik in uw huis verblijven. Lukas 19:5b
Naar elkaar omzien begint bij om je heen kijken. En dan verder kijken en op andere plekken dan je gewoonlijk zou doen, zoals Jezus Zacheüs in een boom ziet en hem vervolgens zegt dat Hij, Jezus, in zijn leven wil binnenkomen.
Het Evangelie is: naar niet-geziene mensen wordt omgezien. Verloren mensen worden gevonden. Bij pastoraat denken we snel aan omzien naar mensen binnen de gemeente. En daar gaat het ook om: herderlijke zorg voor het geestelijk welzijn van heel de kudde, van ieder lid van de gemeente. Pastoraat gebeurt in navolging van Jezus, Die Zelf de goede Herder is, Die zorgt voor Zijn schapen.
Oog hebben
Maar Jezus is ook gekomen om het verloren schaap te zoeken (Luk.15). Hij is gekomen om andere schapen óók bij de kudde te voegen (Joh.10:16). En Hij is de Herder Die opstaat tegen zogenoemde herders die niet opkomen voor wie zwak is en voor wie langs de rand alleen gaat (Ezech.34). In Zijn tijd op aarde laat Jezus zien dat Hij oog heeft voor mensen die door iedereen met de nek worden aangekeken, die niemand meer ziet. Want God is de God Die Zich over zúlke mensen ontfermt (Ps.146:7-9).
Een prachtig voorbeeld van een gesprek waarin Jezus echt tot de kern komt van het leven van de ander, is de ontmoeting met de Samaritaanse vrouw (Joh.4). Een vrouw die op het heetst van de dag alleen water komt halen, omdat ze door ieder wordt gemeden.
Aan de rand
Ook hier, bij Zacheüs, wordt zichtbaar waar de herderlijke zorg van Jezus nu echt om gaat. Zacheüs staat in materieel opzicht niet aan de rand – hij staat juist aan de top. Maar als tollenaar wordt ook hij met de nek aangekeken. Die boom mag dan praktisch zijn gezien zijn lengte, deze is ook symbolisch voor waar hij eigenlijk hoort: aan de rand, niet te midden van anderen, maar alleen.
God is een God Die omziet naar mensen die alleen zijn komen te staan, naar gevangenen, blinden, gebogenen, de vreemdeling, de weduwe, de wees (opnieuw: Ps.146, zie ook Jak.1:27). Niet iedereen die hier wordt genoemd, staat in onze samenleving automatisch ‘aan de rand’, maar in díe tijd gebeurde dat vaak wel. De Bijbel stelt ons hiermee de vraag: wie worden in onze tijd met de nek aangekeken?
Wie zien wij snel over het hoofd? Wij als gemeente en ik persoonlijk?
Erbij geroepen
Jezus ziet Zacheüs. Hij roept hem erbij. Zacheüs, Ik zie je! Ik wil, Ik móet bij jou in huis zijn. Jezus wil Zijn leven met Zacheüs delen en Hij vraagt Zacheüs daarom om zijn huis, zijn tafel, zijn leven voor Jezus te openen. Voor Zacheüs is dit een nieuw begin. Er is vreugde (vs.6) en er komt redding (vs.9) in zijn leven, vreugde en zaligheid, omdat hij werd gezien.
Zo werkt pastoraat ook. Ik ken veel verhalen van mensen die normaal gesproken ‘aan de rand staan’ – aan de rand van de gemeente of aan de rand van de samenleving – en die hebben ervaren dat een ander hen zag staan, zag zitten, zag liggen. Dat die ander niet wegkeek, maar dichterbij kwam, over grenzen heen ging en bereid was om tijd te geven. Die ander kwam binnen in hun leven en trok samen met hen op. Pastorale betrokkenheid brengt dan zomaar een opening naar een nieuw begin.
Nieuw begin
Op die manier vindt pastoraat echt plaats in navolging van Jezus en dient het om mensen bij Hem te brengen. Want Christus zoekt mensen op. Hij zocht ons op in de nacht van onze zonde en hopeloosheid. Hij kwam naar ons toe, zag ons en zei: Ik wil Mijn leven met je delen. Ik wil met Mijn genade je levenshuis vullen, zodat je niet meer langs de rand staat en uit Gods zicht moet verdwijnen, maar je ten volle mag leven in het licht. Zo zag Hij ons – en zo ziet Hij nog steeds naar mensen om.
In ons omzien naar mensen, binnen de gemeente maar ook zeker daarbuiten, mogen we de handen en voeten en de mond van Christus zijn. Daar ís Hij Zelf. Door in onze houding en aandacht en met onze woorden naar Jezus te wijzen, wordt Hij deel van het leven van de ander. Dat opent de weg naar een nieuw begin. Voor altijd gezien!