Pastorale eenheid
Laat eenieder ook oog hebben voor wat van anderen is. Filippenzen 2:4b
Eenheid onder christenen – oprechte, liefdevolle interesse in elkaar – is een krachtig getuigenis voor de mensen om de gemeente heen. Zo ervoer ik dat zelf heel sterk in bijvoorbeeld Nepal. Jezus bad ervoor in het hogepriesterlijk gebed ( Joh.17:20-21). En omzien naar elkaar bréngt christenen bijeen.
De titel boven deze meditatie is natuurlijk een knipoog naar het spreken over ‘het aantal pastorale eenheden’ dat een gemeente heeft. Waar het Paulus in deze brief om gaat, is dat de gemeente één is. En dat die eenheid voor een groot deel afhangt van hoe de christenen in Filippi er voor elkaar en náár elkaar toe zijn. Wees eensgezind (vs.2), respecteer elkaar en eer de ander als zoon en dochter van de Allerhoogste (vs.3), zet niet je eigen belangen voorop, maar laat eenieder ook oog hebben voor wat van de ander is (vs.3,4).
Nieuwe energie
Dat eenheid onder christenen belangrijk is, is niet nieuw. Maar als je ervaart dat christenen elkaar niet alleen maar tolereren of ‘van elkaar weten’, maar echt in onderlinge zorg en betrokkenheid samen kerk zijn, dan is dat steeds weer vernieuwend. Het geeft nieuwe energie, nieuwe visie, nieuwe kracht. Zo ervoer ik dat enkele maanden terug, tijdens een reis in Nepal. Pastors van verschillende kerken ontmoetten elkaar en ze vertelden hoe ze in de uitdagende context van Nepal er voor elkaar wilden zijn, samen kerk(en) zijn. Ik ben ervan overtuigd dat God de eenheid in de Nepalese kerk ook zegent, want de jonge kerk groeit er nog steeds bijzonder snel. Dit soort eenheid vraagt geen theoretische benadering, het vraagt oprechte betrokkenheid op elkaar. Omzien van het soort dat Christus Zélf laat zien.
Elk gemeentelid
Paulus schrijft aan ieder. Dat staat er met nadruk. Ieder gemeentelid, iedere gelovige heeft een taak in pastoraat. Op andere plekken gebruikt Paulus het beeld van de gemeente als lichaam, waarin ieder lid zijn of haar eigen inbreng heeft. Sommige mensen hebben een speciale gave van bemoediging, van een woord op de juiste tijd. Hier gaat het om een houding van ieder. ‘Draag elkaars lasten.’ (Gal.6:2) Pastoraat, omzien naar elkaar is een opdracht voor ieder gemeentelid. Dat betekent niet dat er geen plaats is voor pastorale ‘professionals’. Die zijn nodig, zeker bij complexe pastorale situaties. En ook het ‘gewone’ elkaar leren kennen is belangrijk in het werk van een predikant. Maar het kan niet zo zijn dat er pas ‘iemand van de kerk’ is geweest als de predikant of ouderling op bezoek komt. De gemeente, dat is ieder lid. Daarom roept Paulus ieder op om de belangen van de ander in het oog te hebben.
Hoe krijgt dat in onze gemeenten vorm? Wat is er voor nodig aan bewustwording, aan aanmoediging en aan toerusting? Maar ook: is de gemeente als het ware zo ingericht dat ieder werkelijk een ‘ander’ kan tegenkomen om te ontdekken wat de ‘belangen’ van die ander zijn? Of zijn er in de gemeente veel mensen die eigenlijk alleen staan, eenzaam zijn? Denk daar eens over na in de gemeente.
Echt zien
In vers 4 staat het woord ‘belangen’ niet, Paulus gebruikt het in vers 3. Veel vertalingen grijpen dan ook op dat woord terug. Oog hebben voor, goed kijken naar de belangen van een ander. Het gaat dus om meer dan interesse tonen in de ander zolang die jou iets te bieden heeft. Het gaat om de ander echt kennen, echt horen, echt zien. Dat je naar elkaar luistert, elkaar recht doet, als er verschillen zijn in de gemeente. Je creëert geen partijen, maar vraagt je af: waarom is dit nu zo belang-rijk (!) voor die ander? Het kan gaan om concrete hulp die iemand nodig heeft. Om iemand die luistert en daar echt de tijd voor neemt. Het mooie is: als ieder zó naar elkaar omziet, dan komen ieders belangen tot hun recht.
Is Paulus hier niet te idealistisch? Klinkt het niet te mooi? Ja, het schuurt wel met hoe het in de praktijk soms (of vaak) gaat, of juist niet gaat. Paulus vraagt immers veel. Hij vraagt opoffering van je eigenbelang. Dat is wel de weg van Jezus Christus! Hij was in de gestalte van God – gelijk aan God – maar Hij heeft dat niet willen vasthouden in Zijn eigenbelang (vs.6). In óns belang, in het belang van mensen zonder hoop werd Hij dienaar. Omdat Hij naar ons omzag en naar óns toekwam, kunnen wij de ánder dienen – in Zijn kracht, door Zijn liefde.