Pastorie+scheiding=eenzaam
Huwelijksproblemen gaan een pastorie niet voorbij. Ook in de Gereformeerde Bond komt echtscheiding van de dominee en zijn vrouw voor. Piet Vergunst gaat in op de vraag hoe je dan als kerkenraad, als gemeente, als collega reageert.
Joke Huizer (58) – haar werkelijke naam is anders – heeft het aan den lijve ervaren: eerst ‘de vreselijk eenzame periode’ die aan de echtscheiding voorafging, dan het feit dat je ineens alleen met je kinderen in de pastorie woont en tot slot de jaren als gescheiden predikantsvrouw. ‘Wat klinkt dat woord ‘gescheiden’ stigmatiserend.’
‘Elke echtscheiding is verdrietig, maar problemen in het huwelijk van de dominee maken de tijd voor de scheiding extra moeilijk. Je leeft al enigszins in een glazen huis. Over de moeilijkheden in je huwelijk praat je met niemand, dat kon en wilde je niet. Anders beschadig je niet alleen je man, maar ook de kerk en het geloof. Om die reden was de periode voor de scheiding voor mij heel erg eenzaam. Die tijd duurde een jaar of drie.
In de eerste jaren van ons huwelijk, wat goed was, zag ik niet dat er iets mis was; je had een druk leven, jonge kinderen. Toen we echter naar een andere gemeente verhuisden, werd de problematiek heftiger. Iemand in mijn familie had op een zeker moment door dat er iets in ons leven niet klopte, maar durfde daar niet over te beginnen. Zelf kreeg ik in de gaten dat er iets mis was, maar mijn man was erg introvert, waardoor we samen absoluut niet konden praten. Dat was zijn aard.’