Waar bent u naar op zoek?

Pilatus helpt als Romeins rechter Joods vonnis uit te voeren

15-04-2014

Wanneer het Sanhedrin Jezus ter dood heeft veroordeeld, levert het Hem over aan Pontius Pilatus. Waarom? En wat beweegt Pilatus om Jezus, hoewel hij Hem onschuldig verklaart, toch te laten kruisigen? Ds. D.M. Heikoop over Pilatus' rechtspraak.

In Johannes 18:31 staat dat het de Joden niet geoorloofd is iemand ter dood te brengen. Op grond van deze tekst is vaak aangenomen dat het Sanhedrin, de Joodse Hoge Raad, geen bevoegdheid had om iemand ter dood te veroordelen. Alleen de Romeinse stadhouder zou een doodvonnis hebben mogen uitspreken en daarom zouden de Joodse leiders Jezus bij Pilatus hebben aangeklaagd.

Hoewel hierover geen zekerheid bestaat, is het waarschijnlijk dat de Joodse Raad in deze periode wel de bevoegdheid had om iemand ter dood te brengen. Verschillende teksten uit het Nieuwe Testament wijzen daarop. In Johannes 11:53 horen we dat het Sanhedrin besluit dat zij Jezus zal doden. Eerder was dit slechts een wens geweest (Joh.5:18), nu wordt het officieel beleid van de Hoge Raad en wordt van burgers verwacht dat zij hieraan zullen meewerken (Joh.11:57). Dat wijst erop dat zij dit executierecht hadden.
Bovendien, wanneer de leiders van het volk Jezus bij Pilatus aanbrengen, wijst Pilatus de zaak terug naar het Sanhedrin en zegt dat zij Jezus zelf maar moeten doden (Joh.19:6). Pilatus zou dat niet hebben gezegd als het Sanhedrin die bevoegdheid niet had. Ook de overweging van het Sanhedrin om de apostelen ter dood te brengen (Hand.5:33), de executie van Stefanus, waarbij de getuigen de straf voltrekken (Hand.7:58), en de vervolgingspraktijk van Saulus, die in opdracht van de Hoge Raad christenen ter dood toe vervolgd heeft (Hand.9:1, 26:10), wijzen erop dat het Sanhedrin de bevoegdheid had om een doodvonnis uit te spreken en te voltrekken.