Waar bent u naar op zoek?

prof. dr. W. Balke

dr. W.H.Th. Moehn
Door: dr. W.H.Th. Moehn
04-02-2021

Najaar 1988 – als student van 23 jaar maakte ik kennis met ds. en mw. Balke in de monumentale pastorie van ’s-Graveland, waar hij toentertijd predikant was. Daarnaast was hij in die tijd adviseur van de minister van Onderwijs en Wetenschappen, drs. Wim Deetman. Onze wegen kruisten elkaar, omdat hij op zoek was naar een student die hem zou kunnen assisteren bij de uitgave van 44 bewaard gebleven preken van Johannes Calvijn over Handelingen. Hij belde met de vraag of we daar eens over zouden kunnen praten. Ik wist niet meer van hem dan dat hij gepromoveerd was op Calvijn en de doperse radikalen.

De ontvangst was allerhartelijkst en het duurde niet lang of we bogen ons over foto’s van het handschrift. Ik heb me gewaagd aan de puzzel en er geen moment spijt van gekregen. Samen kropen we door de preken, maakte hij me wegwijs in het Calvijnonderzoek, de theologie van de reformatoren en niet te vergeten de perikelen van de Hervormde Kerk in die dagen.

Ondertussen werd er ook nog gewerkt aan de uitgave van de brieven van dr. Oepke Noordmans en de teksten van de Kerkorde. Gezegend was hij met een helder verstand en een tomeloze werkkracht.

Studeerkamer en kansel

Van nabij maakte ik de crisis mee in de pastorie, toen duidelijk werd dat het hoogleraarschap in Groningen gedwarsboomd was. Op een bewonderenswaardige wijze is hij daar met zijn gezin mee omgegaan. In die tijd heb ik hem op een zondagavond in Gouderak horen preken over Psalm 93 – ‘De Heere in de hoogte is machtiger dan het bruisen van machtige wateren… Uw getuigenissen zijn zeer betrouwbaar.’ Existentieel doorleefde woorden en hij mocht daar getuigen van Gods trouw.

Op zondagmorgen 3 januari 2021 was het opnieuw een woord uit de Psalmen, waarover hij preekte in ’s-Graveland: ‘Ik zeg tegen de Heere: Mijn toevlucht en mijn burcht!’ De mooie bundel Calvijn en de Bijbel (2003) legt er getuigenis van af hoe aan zijn prediking een grondige exegese en verdieping in de kerkvaders en reformatoren ten grondslag heeft gelegen. Zijn hart lag bij de pendelbeweging tussen studeerkamer en kansel. ‘Niet alleen de leer, ook niet alleen de schriftuitleg, maar de prediking van het evangelie, dat is het doel waarop Calvijn zijn arbeid richtte. Met het evangelie moet de schare, het volk worden bereikt.’ (72) In dat spoor wilde Willem Balke dienaar van het Woord zijn.

Naar het leven wordt hij getekend door een van de zusters van de gemeente in Hilversum: ‘De hond in de auto, haren op z’n pak. Zo kundig. Toen zijn vrouw wat in de war raakte en hij haar toch meenam, vroeg hij altijd of ik haar mee de kerk innam en naast me liet zitten.’

Intensieve jaren volgden, toen hij meer en meer zorg aan zijn geliefde echtgenote moest verlenen, totdat zij opgenomen moest worden in een verpleeghuis. Dag aan dag zocht hij haar op en hij sprak met grote waardering over de wijze waarop zij hem heel hun huwelijk had ondersteund bij zijn werk in de gemeenten en bij het theologisch onderzoek. Wanneer zij weer nieuwe etsen had gemaakt, werden die met gepaste trots getoond.

Bronnen van het protestantisme

Tot aan het einde van zijn leven bleef hij bezig met onderzoek en de ontsluiting van de bronnen van het protestantisme. Hij deed dat niet alleen door middel van publicaties, maar ook door studiedagen met studenten en predikanten. Tijdens die dagen deed hij eigenlijk niet meer dan teksten van Luther en Calvijn langzaam en aandachtig lezen. Wat werden daar kostbare schatten opgedolven! Ook na zijn emeritaat bleef hij contact zoeken met studenten en wist hij jonge mensen te motiveren om zich te verdiepen in het onderzoek van de Reformatie.

Ons meeleven gaat uit naar zijn kinderen, klein- en achterkleinkinderen. Op dinsdag 26 januari hebben zij het lichaam van hun vader bijgezet in het familiegraf op de hervormde begraafplaats te Lage Vuursche. We wensen hun de troost toe van Psalm 68:10:

Die God is ons een God van heil;

Hij schenkt, uit goedheid, zonder peil,

ons ’t eeuwig zalig leven;

Hij kan, en wil, en zal in nood,

zelfs bij het naad’ren van de dood,

volkomen uitkomst geven.

dr. W.H.Th. Moehn
dr. W.H.Th. Moehn