Prop. R.P. Hoogenboom begint promotiestudie over de verzoening
Recent werd bekend dat prop. R.P. Hoogenboom uit Woerden toegelaten is tot de evangeliebediening, maar zich niet beroepbaar stelt. Op verzoek van de redactie informeert hij de gemeenten over zijn besluit: ‘De afgelopen vijf jaar heb ik theologie gestudeerd. Steeds heb ik daarbij het doel voor ogen gehad om gemeentepredikant te worden. De studie is zeer voorspoedig verlopen en eind augustus heb ik de opleiding cum laude afgerond. Het idee was om in oktober het zogenaamde colloquiumgesprek te hebben en me vervolgens beroepbaar te stellen. Gods leiding loopt echter anders… De afronding van mijn studie bestond uit het schrijven van een scriptie, die uitzonderlijk hoog beoordeeld is. De aanmoediging om verder te gaan met onderzoek is enorm binnengekomen. Eerdere hints van docenten in die richting heb ik steeds naast me neergelegd. Dat was mijn doel niet. Door de uitzonderlijke beoordeling is echter alles in een ander perspectief komen te staan. Zou ik de ontvangen en door anderen onderkende gaven niet op een andere manier mogen of zelfs moeten inzetten voor God, de gemeenten en in het bijzonder de gereformeerde theologie?
Na veel gesprekken met vrienden, predikanten en professoren hebben we besloten dat ik een promotietraject inga, in combinatie met 20 uur per week werken voor mijn huidige werkgever Achmea. De rest van de werkweek kan ik dan besteden aan onderzoek en het schrijven van een proefschrift. Daarbij wil ik mijn scriptiethema ‘verzoening’ vanuit gereformeerd perspectief verder doordenken in het licht van deze tijd. In het bijzonder wil ik me daarbij bezighouden met het overwinnen van weerstanden in de 20e/21e eeuw tegen (percepties van) de gereformeerde verzoeningsleer met het oog op een actuele verwoording van die verzoeningsleer.
We zien dit promotietraject als een nadere invulling van de eerdere roeping die tot mij gekomen is. Op 17 november heb ik wel het colloquiumgesprek gehad, maar de komende jaren stel ik me nog niet beroepbaar. Gedurende het promotietraject hoop ik te blijven voorgaan in het midden van de gemeenten.’