Waar bent u naar op zoek?

column

Putjesschepper

01-09-2020

Iedereen wenst zijn kinderen natuurlijk het beste toe. Zelf heb ik opgroeiende tieners en veel vrienden die kinderen in die leeftijd en ouder hebben.

Het gesprek is dan nog wel eens: ‘Wat gaat Anna studeren?’ ‘Heeft Twan al een baan gevonden waarin hij zich kan ontplooien?’ ‘Mooi dat Joost het honoursprogramma mag doen!’

Want wat je vooral niet wilt, is dat je kind ‘onder zijn niveau’ gaat studeren en presteren. Dat het havo doet waar het met wat bijles vwo had kunnen doen. Dat het met een bureaubaan genoegen neemt terwijl een leidinggevende functie hem op het lijf geschreven is. 

Je vraagt je af of achter dit soort carrièredenken geen ernstig tekort aan realiteitsbesef schuilgaat. Ik heb er geen onderzoek naar gedaan maar schat dat zomaar 90 procent van de werkende wereldburgers niet het werk heeft waarin het zich kan ontplooien en het ook nooit zal krijgen. Deze mensen fabriceren onderdelen voor apparaten, zetten die in elkaar, pakken ze in, vervoeren ze over zeeën en snelwegen, staan in winkels en op markten om ze te verkopen en vallen ’s avonds doodmoe op de bank in slaap. Als ze ’s avonds niet nog huishoudelijk werk moeten verrichten of zich moeten klaarmaken voor hun tweede baan: taxichauffeur, kabelreparateur, schoonmaker in een kantoorgebouw, billenwasser in de late dienst.

Velen van hen zijn moderne slaven en van hun diensten maken velen van ons gebruik zonder dat we ons een moment afvragen of die mensen gelukkig zijn in hun werk. Stilzwijgend gaan wij er misschien wel vanuit dat wie in een kledingatelier werkt in Bangladesh of de trappenhuizen van ons kantoor schoonmaakt, er als kind al van droomde om dát werk te mogen doen. 

Nu hebben relatief veel mensen in Nederland een humane werksituatie. Een ontplooi-baan. Maar laten we ons realiseren dat dat lang niet iedereen gegeven is, zeker globaal niet. ‘In het zweet uws aanschijns’, zo is en blijft het.

Een succesvolle carrière vanuit christelijk perspectief is wanneer ons kind met liefde en geduld anderen dient. Of het nu als leidinggevende is of als lopendebandmedewerker, kunstenaar of putjesschepper: op zo’n kind kun je apetrots zijn. 

T.A. Boer