Waar bent u naar op zoek?

Radicaal volharden

ds. E.J. Terpstra
Door: ds. E.J. Terpstra
24-06-2021

Laat mij toch mijn vader en moeder kussen, daarna zal ik u volgen. 1 Koningen 19:20b

Radicaal volharden is nodig voor Christus’ volgelingen. Maar zo volharden heeft alleen zin als de Heere Zelf volhardt. En wel in Zijn verborgen werk in mensenlevens.

We kunnen vaststellen dat Elia ‘na de Karmel’ in een depressie verzeild raakt. Hij meent dat al zijn inspanningen voor niets zijn geweest. Hij denkt dat de dienst aan de Heere onder Israël een verloren zaak is. Elia meent dat hij de laatste dienaar van de Heere is in Israël. Die gedachte van eenzaamheid uit Elia al tijdens de strijd op de Karmel (1 Kon.18:22). Die bevangt hem helemaal als hij op de vlucht slaat. Deze gedachte beneemt hem zelfs de moed om verder te willen leven.

Het is een gevaarlijke veronderstelling: te menen dat de voortgang van Gods werk van jou afhankelijk is. Onder dat denkbeeld moet je wel bezwijken. Of je wordt er erg hoogmoedig van: als ik er niet was, was heel het zaakje allang ingestort. Een enkele keer zie je in de kerk mensen met die houding. Je ziet trouwens ook wel mensen die moedeloos worden, omdat zij menen als laatsten ter plaatse het licht brandende te moeten houden.

Troost

Daarom moet Elia zowel bemoedigd worden alsook heilzaam tegengesproken. De andere opdrachten tot zalving – die om nieuwe koningen te zalven voor Israël en Syrië – worden ‘uitgesteld’, maar de zalving van Elia’s opvolger moet wel plaatsvinden. Die kan Elia zelf niet missen.

En zo reist Elia naar een zekere akker. Daar is de zoon van een ware herenboer aan de slag. Het ploegen met maar liefst twaalf span runderen geeft tenminste een grote maatschappelijke toekomst aan. De naam van de betreffende jongeman blijkt Elisa te zijn, zoon van Safat. Deze Elisa staat op, volgt Elia en dient hem (vs.21). Zo is Elia ervan verzekerd dat de bediening van het Woord voortgaat onder Israël. Dat mag hem dus troosten én terechtwijzen.

Het echte werk

In de meditatie van vorige week ging het nog niet over ‘het suizen van een zachte stilte’. De bespreking ervan is nu op haar plaats. We zien immers dat Elisa door Elia wordt bevestigd als opvolger, door het toe

werpen van die mantel. Met wat voor taak wordt Elisa belast? Hij moet rondgaan met het zwaard. Maar zal hij Israël kunnen terugbrengen naar de Heere?

Het suizen van die zachte stilte wijst op het werk van de Heere God Zelf. In de stilte werkt Hij om die gemeente van zevenduizend bijeen te brengen en in stand te houden. Door Zijn Woord en Geest doet Hij het echte werk. Op een mogelijk nauwelijks merkbare wijze, maar toch. Elisa mag daar dienstbaar aan zijn, maar hij hoeft niet te doen wat alleen de Heere kan. Dat mag Elisa doen ontspannen.

Gelukkig dat de Heere volhardt in Zijn genadewerk. Anders was het snel gedaan met de kerk. Ook al ziet u er misschien weinig van, in stilte volhardt de Heere ook in Nederland in Zijn hartenwerk. Zou er anders ook maar één belijdenisdienst gehouden worden?

Radicale overgang

Elisa vraagt aan Elia: ‘Laat mij toch mijn vader en moeder kussen, daarna zal ik u volgen.’ Hij mag dat van Elia nog doen ook: ‘Ga, keer terug, want wat heb ik u gedaan?’ (vs.20) Zo op het eerste gezicht lijkt het volgen van Elia minder te vragen dan de navolging van Christus. Ooit wilde een man Hem volgen, maar eerst afscheid nemen van zijn huisgenoten. De Heere Jezus wil dat niet toeslaan. Je kunt namelijk niet én de hand aan de ploeg slaan én achteromkijken (Luk.9:62). Toch maakt Elisa een radicale keuze. Want hij slacht een span runderen en richt een maaltijd aan van het vlees, gekookt op het hout van het juk. Zijn leven als boer eindigt.

Jezus gaan volgen betekent altijd een radicale overgang. Dan ga je vanuit het donker naar Gods wonderbare licht. In de radicaliteit van die overgang moeten Christus’ discipelen volharden. De oude natuur moet telkens weer gedood en het oude leven verlaten worden. Er worden keuzes gevraagd die tegen onszelf ingaan, die ons meer lijken te kosten dan op te leveren. Zulke beslissingen doen anderen misschien vragen of we onze eigen toekomst niet ondermijnen, een stil en gerust leven hier en nu. Maar Christus weet wat Hij vraagt. Achter Hem aan zal de keuze voor het smalle pad ons niet berouwen.

ds. E.J. Terpstra
ds. E.J. Terpstra