Waar bent u naar op zoek?

blog

Radicale hindoes verwoesten kerken

24-01-2017

Wie denkt er aan India, als we in Nederland spreken over en bidden voor de wereldwijd vervolgde kerk? India is geen Noord-Korea, Irak, Eritrea of Pakistan. Toch stijgt het land snel op de Ranglijst Christenvervolging.

Tegen de gemeente van Smyrna zegt Christus: ‘U zult een verdrukking hebben van tien dagen.’ Vanuit de hemel bemoedigt Hij Zijn gemeente ermee dat het om een korte tijd gaat. Als het Lam dat staat in de troon van God, volgt Hij nauwgezet het leven én lijden van Zijn kinderen op aarde. Naast bemoediging is er ook de opdracht: ‘Wees trouw tot in de dood, en Ik zal u de kroon van het leven geven.’ Volharding is een sleutelwoord voor elke christen, in India of op de Veluwe.

‘Ik ken uw werken’

De Levende laat weten dat Hij nauw betrokken is bij de kerk die lijdt. Ook dat mag de gemeente van Smyrna horen – en in haar elke christen in de 21e eeuw. ‘Ik ken uw werken, verdrukking en armoede – u bent echter rijk – en Ik ken de lastering…’ Al ben je beroofd van je goederen, de rijkdom in Christus doet de balans doorslaan. En daarom: ‘Wees niet bevreesd voor wat u lijden zult.’ Troostvolle woorden van de Heiland, Die ‘in alles aan Zijn broeders gelijk geworden is’. Ook Hij kende verdrukking en vervolging. Zó kan Hij een barmhartige Hogepriester zijn, zegt de Hebreeënbrief, de brief over de volharding in het geloof.

Onderling meeleven

Hier komt nog iets bij. Behalve de troost dat de Heere ons leven kent en onze omstandigheden werkelijk ziet, is er het onderlinge meeleven van broeders en zusters. Samen vormen zij het lichaam van Christus. Als mijn knie gekwetst is, voelt heel mijn lichaam dat bij elke stap. De kerk in Nederland kan het lijden van de kerk in Irak, Afghanistan niet negeren.

Waar de vervolging in de twintigste eeuw en in onze tijd toe lijkt te nemen, zijn er ook meer mogelijkheden om daadwerkelijk mee te leven. Zoals Elia – vervolgd door koning Achab – troost vond in de wetenschap dat 7000 landgenoten evenmin de knie voor Baäl bogen, zo is de vervolgde kerk in het Midden-Oosten, Afrika of Azië getroost door concreet meeleven in Nederland.

Reisinformatie

Wie dit tot zich laat doordringen, begrijpt ook waarom Paulus in zijn brieven aan de gemeenten voortdurend de groeten doet en reisinformatie geeft. Aan de gemeente van Efeze schrijft hij dat een trouwe dienaar in de Heere onderweg is, ‘opdat u weet hoe het met mij gaat en wat ik doe’. (Ef.6:21) Deze ervaren reiziger voor het Evangelie, die de littekens van de Heere Jezus in zijn lichaam meedraagt, heeft er behoefte aan dat medechristenen van zijn situatie weten. Gedeelde smart was ook in de eerste eeuw al halve smart. 

***

Dat meeleven in mondiaal perspectief kan vandaag in elk land, met uitzondering van het gesloten Noord-Korea – al moet overal de veiligheid in het oog gehouden worden. Om die reden reisden we onlangs naar India: ds. A. ten Brinke uit Goedereede, kerkelijk werker Steven Middelkoop en ondergetekende, samen met een vertegenwoordiger van Stichting de Ondergrondse Kerk (SDOK).

Krantenberichten

Een reis als deze is de inspanningen zeker waard, als de kerk in India hierdoor scherper op ons netvlies komt, blijvend een plaats in ons gebed houdt, misschien een gift mag ontvangen. Kennismaking met voorgangers en gemeenten leert ook allerlei kleine nieuwsfeiten over het leven van christenen te duiden. Bij mij bracht het een schrikreactie te weeg toen ik na thuiskomst in één week drie krantenberichten over christenen in India las:

· ‘Evangelist Joyram Bhallu door extremisten vermoord’. Deze Indiase zendeling moest een evangelisatietocht met de dood bekopen;

· ‘Moord bewijst gevaar voor Indiase christenen’. Nu gaat het om de 55-jarige Samari Kasabi, die uit haar huis getrokken, uitgekleed en mishandeld wordt. Deze christin werd gedood, ‘omdat ze de vrede in het dorp verstoort’;

· Het Indiase ministerie van binnenlandse zaken gaat de ondertoezichtstelling van de Amerikaanse christelijke hulporganisatie Compassion International heroverwegen, een organisatie die al sinds 1968 in India actief is. Het ministerie ‘ziet christelijke waarden duidelijk als een bedreiging voor het nationaal belang, in het bijzonder als die waarden aan de armen worden geleerd,’ aldus Compassion.

Elf plaatsen gestegen

Wie dit soort berichten naast elkaar legt, begrijpt dat India in drie jaar dertien plaatsen gestegen is op de Ranglijst Christenvervolging. Het hindoeïstisch extremisme stijgt heel snel en onverdraagzaamheid en geweld tegen christenen (en andere minderheden) zijn het gevolg. Per deelstaat en zelfs per stad of dorp verschilt de situatie.
Drie jaar geleden kwam de hindoeïstische Bharatiya Janata Partij (BJP) aan de macht en werd Modi premier, de man die tot voor kort leiding gaf aan de militaire afdeling van deze partij. Extremisten ervaren het beleid van de BJP als een steun in de rug in hun pogen om christenen het leven zuur te maken, hun de verkondiging van het Evangelie te beletten.

Kerkgebouwen

Een van de doelwitten van de radicale hindoes is het kerkgebouw, de plaats waar de gemeente elke zondag samenkomt, de plaats waar het Woord opengaat. Kortgezegd, het verkondigen van de Naam van de Heere Jezus is voor deze aanhangers van het hindoeïsme niet te verdragen. Daarom moet de dominee dood (daarover later), daarom moet het kerkgebouw verwoest (daarover nu).

***

Alleen al in de grote Indiase stad Hyderabad – hoofdstad van de deelstaat Andhra Pradesh – zijn het voorbije jaar zes kerken verwoest. Als ik in de warme zon op een nieuw fundament sta, vertelt Ganjay Nehemaih dat zijn kerkgebouw verwoest is, omdat een vergunning voor de bouw ontbrak. Sinds drie jaar kwamen er in een voorstadje van Hyderabad elke zondag zeventig gelovigen bijeen. Nehemaih erkent dat er zonder vergunning gebouwd is, maar… ‘elke hindoetempel wordt in India zonder vergunning gebouwd’.

Nehemaih weet dat de kerk verwoest is omdat de prediking de hindoes een doorn in het oog was. Het klimaat maakt het mogelijk dat de gemeente nu in de open lucht samenkomt, waardoor woord en gezang in de nabije omgeving te horen zijn. ‘De leider van de radicale hindoegroep leeft niet meer. Ja, mijn gemeente ziet dat als een straf van God voor hem. Momenteel wordt ons dus niets in de weg gelegd.’

Bang?

En toch, van de zeventig kerkleden komen er nog maar dertig. ‘Iedereen weet wie hier christen is. Met name onder jonge gelovigen is er angst, zij durven de diensten niet meer te bezoeken. Ik zie jonge christenen terugvallen door de aanval op onze kerk,’ zegt Nehemaih.

Zelf is de voorganger niet bang. ‘Nee, omdat God mij deze plaats beloofd heeft om Zijn Woord te preken.’ Hij weet zich zelfs sterk in de Heere. Zoals Jakob deed toen de Heere bij Bethel beloofde hem te beschermen (Gen.28), gooide Nehemaih na de verwoesting olie over een steen, een teken van zijn vertrouwen op de God van Israël.

Gevangenschap

Heel lang hoeven we niet te rijden voordat we ds. David Prethi de hand kunnen schudden, de jonge predikant die tien dagen in de gevangenis verbleef, omdat zijn kerk op illegale grond gebouwd zou zijn. De opzet van de hindoes was even eenvoudig als gemeen. Ze verleidden een lid van Prethi’s gemeente om een aanklacht tegen de dominee in te dienen dat deze een stuk land ingepikt heeft. Zonder vorm van rechtsgang komt de predikant vast te zitten: ‘Ik moest op de vloer slapen, toiletten schoonmaken, kreeg niet eens een stoel en leefde op vuile matten.’

De derde nacht dat David gevangen zat, kwamen hindoefundamentalisten en politieagenten samen de kerk afbreken. Zijn vrouw, Krupa, wilde redden wat ze kon, maar werd met een steen op haar hoofd geslagen. Zelf werd hij in de gevangenis ontkleed en geslagen. Toch hield hij twee zondagen voor medegevangenen een kerkdienst. ‘Ik was niet bang, leefde steeds in gebed.’

Buitenlands geld

Hoe David en Krupa terugkijken? ‘De politie denkt dat hindoes met geld uit het buitenland omgekocht worden om christen te worden, zoals er in Nederland geld naar moskeeën gaat. Maar dat is niet zo, ik verkondig alleen het Evangelie. Problemen ontstaan vooral als hindoes tot geloof in de Heere Jezus komen en hun afgodsbeeldjes het huis uit doen.’

De jonge predikant weet waarom hij moeilijkheden doorstaan kan. ‘Als ik zie wat Jezus voor mij deed, zijn mijn problemen gering. Als ik naar het kruis van Golgotha kijk, wil ik voor Hem lijden. In de hemel wacht ons een beloning, als we altijd bij Hem zijn mogen.’

Net als Nehemia kreeg het gezin van David steun van ‘Liefde voor vervolgden’, de partnerorganisatie van SDOK, die een klein geldbedrag achterlaat, met de lokale overheid het gesprek zoekt en vooral morele steun geeft.

Alleen maar zaaien

Het derde verhaal is hetzelfde – en toch weer anders. Ds. Bala Raju is onze gastheer, de man die in een arm dorp woont en ervoor zorgde dat naast een moskee en een hindoetempel in zijn woonplaats ook een kerk gebouwd werd. Om de kerk te kunnen financieren verkocht hij zijn eigen huis én de sieraden van zijn vrouw. Hoewel Raju wél een vergunning had, moest hij in mei 2016 toezien dat een bulldozer de kerk verwoestte, terwijl hij en zijn vrouw smeekten de kerk te laten staan. De reden? ‘Zogenaamd moest de grond geëgaliseerd worden in het wat heuvelachtige terrein rondom de kerk. Ze hadden het over een procedurefout. Hindoes hadden de overheid hierom gevraagd.’

Nu heeft ds. Raju geen kerk meer, geen spaargeld. De vraag wat dit betekent voor zijn vertrouwen op God, is de eerste die we stellen. ‘Het is Gods huis, Hij zal zorgen voor een nieuw gebouw,’ zegt Raju. In de open lucht, onder een boom, preekte hij de eerste zondag na de verwoesting over Job 19: ‘Ik weet echter: mijn Verlosser leeft.’ Aan Gods leiding kan de predikant zich toevertrouwen: ‘God doet wat Hij doet, wij moeten alleen maar zaaien.’

P.J. Vergunst