Waar bent u naar op zoek?

column

Ramadan

30-05-2018

‘Br, br…’ klinkt het vanaf de tafel voor me. Ik pak mijn mobiel en lees het appje: ‘Kom je vanavond ook? Tijdens de ramadan bidden we voor de moslimwereld.’

Drie jaar geleden zijn we hiermee begonnen. Tijdens de ramadan bidden we met een groep, dertig dagen lang, elke avond voor de vele moslimlanden. Net als veel christenen wereldwijd dat deze maand doen.

We bidden ook voor de moslims dichtbij. Zoals voor de familie Aziz. Ik zie hen weer voor me. Het is zaterdagmiddag, enkele weken geleden. Onze zusterkerk heeft de sporthal afgehuurd. Een deel is ingericht met allerlei soorten springkussens voor de kinderen. Rechts in de hoek is een voetbalveld gecreëerd voor de wat oudere jeugd. De kantine hebben we gezellig gemaakt en biedt ruimte voor de ouders om koffie te drinken en elkaar te ontmoeten. We hebben alle statushouders uit ons dorp uitgenodigd.

Na binnenkomst stuiven de kinderen meteen door naar de springkussens, moeder Aziz aarzelt en gaat met haar oudste dochter, Hakima, wat onwennig aan een tafeltje zitten. Nog geen half uur later zie ik hen – met koffie en gebak – een spelletje Rummikub spelen met enkele gemeenteleden.

De activiteitenmiddag sluiten we af met een maaltijd. Krijn de Jong pakt zijn Bijbel en leest het gedeelte over de verlamde man en zijn vier vrienden. Krijn licht toe: ‘We hebben vrienden nodig die ons helpen, die ons bij Jezus brengen.’ Een Syrische man staat op en vraagt of er iemand vertalen kan, hij is nog niet zo lang in Nederland. Hakima komt overeind en zegt wat verlegen: ‘Ik wil het wel proberen.’ En daar staat ze dan, midden in de zaal – hoofddoek om – een bijbeloverdenking te vertalen. 

Na de maaltijd zingen we samen. Niza en Raiza – de twee jongste kinderen van de familie Aziz – komen naar mij toe. ‘Wij zitten sinds kort op een kinderkoor, mogen wij samen een lied zingen?’ Ik geef hen de microfoon, ze kijken elkaar aan en tellen af. Blij verrast kijk ik op als ik hen het Israëlische volkslied in hoor zetten.

Met mijn mobiel app ik terug: ‘Ja, ik kom. Tot vanavond!’

Marijke de Wit