Waar bent u naar op zoek?

Rituelen rond de iPhone

dr. A.A.A. Prosman
Door: dr. A.A.A. Prosman
28-04-2022

Het kan niemand ontgaan dat we in een snel veranderende maatschappij leven. Niet voor niets spreekt men van een digitale revolutie. Dit lijkt zich allemaal op neutraal terrein af te spelen, neutraal ten opzichte van geloof en religie. Maar is dat zo? Dr. Michiel van Well denkt van niet. Onder de titel ‘iPhone en iCoon’ schreef hij in Soφie (uitgave van de Stichting voor Christelijke Filosofie) een verhelderend artikel over technologie en religie. Van Well promoveerde in 2021 op het proefschrift Religie in een technologische cultuur. Hij is docent aan de Christelijke Hogeschool Ede.

Soφie

In vrijwel alle culturen wordt de omgang met de grote vragen van het leven en samenleven bepaald door de religieuze achtergrond van de betreffende cultuur. De filosoof en theoloog Paul Tillich beargumenteerde dat ‘cultuur de vorm is van religie en religie de inhoud is van de cultuur’. Dat roept de vraag op of er ook een rol voor religie is in de technologische cultuur en wat die rol dan inhoudt. Is de stelling van Tillich ook van toepassing op onze technologische cultuur of moeten we die cultuur zien als een uitzondering? (…) De gedachte dat technologie en religie met elkaar samenhangen, gaat tegen de intuïties van de Westerse Europese culturen in. Die intuïtie wordt in belangrijke mate gevoed door de seculariseringsthese die de socioloog Max Weber aan het begin van de twintigste eeuw introduceerde. Weber stelt dat met de opkomst van moderne wetenschap en technologie, religie zal verdwijnen uit het publieke domein. Ze verdwijnt achter de voordeur of verdwijnt helemaal. (…)

De ontkerkelijking neemt steeds grotere vormen aan en de scheiding van kerk en staat is een belangrijk onderdeel van onze rechtsstaat. Desondanks gaat filosoof Szerszynski niet mee in het idee dat de technologische cultuur onttoverd en rationeel zou zijn. Voor Szerszynski kent iedere cultuur zijn eigen sacrale kern ofwel een fundamenteel religieus frame waarmee de mens zijn ervaringen duidt. Aan de hand van het sacrale maakt hij duidelijk dat ook de moderne samenleving niet zozeer onttoverd is, noch geseculariseerd of gedesacraliseerd. Er is sprake van een transformatie van religie: het sacrale verdwijnt niet maar er ontwikkelt zich een nieuwe sacrale orde.

Szerszynski doet daarom de suggestie om de seculariseringsthese dan ook niet te lezen als wetenschappelijke theorie maar als het scheppingsverhaal van de technologische cultuur. (…) De vraag die dan opkomt is: wat is het sacrale in de technologische cultuur?

Van Well beantwoordt die vraag door te verwijzen naar de manier waarop wij omgaan met de iPhone van Apple.

Sinds de lancering van de iPhone door Apple in 2007 is de smartphone niet meer weg te denken uit onze samenleving: routeplanners, stappentellers, gepersonaliseerde trainingsprogramma’s, het uitlezen van pacemakers, de bediening van onze apparaten in onze omgeving, nieuws, e-mail en sociale media, het zit allemaal in de iPhone. Het apparaatje heeft naast een praktische invloed ook grote impact op de persoonlijke en intieme delen van ons leven: mensen vinden partners via het algoritme van Tinder, een nieuwe baan via LinkedIn, houden contact via Snapchat en mediteren met een mindfulness-app. De iPhone is een knooppunt en intieme compagnon in ons leven. Deze technologie is ook helemaal op het individu gericht. Ze heet niet voor niets de í-Phone: de ik-Telefoon of the individual Phone. We kunnen onze iPhone personaliseren en inrichten op onze persoonlijke levensstijl met eigen apps en instellingen. De iPhone is er altijd om je op jouw persoonlijke reis door dit leven te begeleiden. Wij geven de iPhone vorm en de iPhone vormt ons leven. De iPhone is dan ook meer dan technologie, ze is onlosmakelijk verbonden met geloof en rituelen. Hoewel de iPhone gericht is op het individu, wordt ze tegelijkertijd op handen gedragen door een gemeenschap van gebruikers. De Applegemeenschap bestond tot de beginjaren van het internet vooral uit MUG’s (Mac User Groups) die lezingen en workshops organiseren. Sinds de iPhone is die gemeenschap allerminst plaatsgebonden, het is een wereldwijde gemeenschap van individuen, die interessant genoeg juist door hun iPhone verbonden zijn. De iPhone is letterlijk de verbindende factor. Naast die verbondenheid zijn er met de opening van de Apple stores ook geografische plekken waar gelijkgezinden elkaar treffen. De gemeenschap heeft in de in 2011 overleden Steve Jobs een iconische en wereldberoemde heilige. Hij wordt gezien als de briljante grondlegger van Apple, diegene die de latente behoefte van de mens voor de iPhone en later de iPad voorzag en die in staat was om die producten te ontwikkelen. Het is niet overdreven om te zeggen dat hij niet alleen voor Apple en de iPhone community maar ook breder het ‘iCoon’ van de technologische cultuur is. Een jaar voor zijn overlijden zette de Economist Jobs afgebeeld als een icoon op de cover met de iPad in zijn hand en het bovenschrift ‘The book of Jobs’. De biografie over zijn leven die snel na zijn overlijden verscheen is een wereldwijde bestseller. De iPhone is voor veel gebruikers omgeven met grote en kleine rituelen. Het thuis uitpakken (unboxing) en installeren is voor veel mensen een ritueel op zich. Tegenwoordig zijn er duizenden filmpjes te zien van mensen die op hun hoogst persoonlijke wijze hun iPhone uitpakken. (…) Apple zelf organiseert de grote rituelen rond de iPhone. Er zijn hysterische taferelen rond de Apple-stores als er een nieuw product in de winkel ligt. (…)

Apple heeft zich altijd gepresenteerd als meer dan een ICT-producent. Apple was geheel anders. In haar vroege jaren anders dan IBM, later anders dan Microsoft en tegenwoordig anders dan Android. Apple plaatst zich tegenover de gevestigde orde. Dat deed ze in 1984 met haar eerste grote reclamespot waarin een jonge atlete met een sloophamer de Orwelliaanse 1984 samenleving te lijf gaat: ‘we proosten op de dwazen, de mislukten. De opstandigen. De onruststokers. De mensen die de dingen anders zien. Zij zijn niet gesteld op regels en ze hebben geen respect voor de status quo. Zij stuwen het menselijk ras voort. Omdat ze gek genoeg zijn om te denken dat ze de wereld kunnen veranderen zijn zij degenen die het ook doen’ (eigen vertaling van het Engelse citaat). De tekst gaat vergezeld van beelden van moderne iconen als Albert Einstein, Martin Luther King jr., John Lennon, Muhammed Ali, Maria Callas, Mahatma Ghandi en Pablo Picasso. Apple verkoopt naast computers een evangelie waarin het rebelse authentieke individu centraal staat en de strijd aangaat met de gevestigde orde en het conformisme. (…) De religie is immanent en impliciet: ze kent geen goden, heilige boeken of een uitgewerkte theologie. Dat neemt niet weg dat er geloof, rituelen en gemeenschappen te herkennen zijn die het sacrale vormgeven en zichtbaar en benaderbaar maken. De technologische cultuur heeft een blinde vlek voor haar eigen religieuze geladenheid. Individualisme en technologische oplossingen zijn de norm en het is taboe om daar vragen bij te stellen.

Van Well laat zien dat religie door alle gaten en kieren van de seculiere samenleving sijpelt. ‘De technologische cultuur heeft een blinde vlek voor haar eigen religieuze geladenheid’, schrijft hij. Toch wordt er wel over nagedacht. Een vrij recent boek is Tegendraads nadenken over techniek van prof. Egbert Schuurman. Maar meer bewustwording is nodig. Voordat we het weten, zitten we met z’n allen in een digitale gevangenis. Het valt op dat kritische filosofen daar meer beducht voor zijn dan theologen. Als christenen gedragen we ons zo gedwee. Dat wordt vaak als een deugd gezien. Maar straks is het Pinksteren. Dan wordt een ander soort mens geboren. Geen gedweeë christenen omdat de Geest van Pinksteren al onze iconen (beelden) omver blaast. Dat lucht op.

dr. A.A.A. Prosman
dr. A.A.A. Prosman