Waar bent u naar op zoek?

Roepen om hulp

ds. J. van Oostende
Door: ds. J. van Oostende
12-11-2020

Hun hulpgeroep (…) steeg omhoog tot God. Exodus 2:23

Ooit fietste ik met mijn vader door het Groninger land naar Winschoten. Hij was werkeloos en we waren op weg naar een filiaal van een rooms-katholieke grootgrutter uit Brabant. De slagzin van het bedrijf luidde: ‘En betere waar én tien procent!’

Dat had de doorslag gegeven om voor het grote gezin de boodschappen daar te kopen en niet bij de huisgenoten des geloofs in het dorp.

Van de meester op school moesten we in de vakantie zoveel mogelijk spreekwoorden en gezegden verzamelen. Ik had er al heel wat, maar vroeg toch onderweg of mijn vader er nog een wist. ‘Nood leert bidden’, was de eerste die ik nog niet had. De tweede kwam er direct achteraan: ‘Nood breekt wet.’ Pas veel later begreep ik waarom hij juist die gezegden toen noemde.

Situatie

‘Nood leert bidden’, dat gebeurt ook in Egypte. Het volk van Israël wordt zwaar onderdrukt. Mozes hebben ze afgewezen als leider (Ex.2:14). We lezen niet van een andere aanvoerder die met een verzoek naar de farao gaat. Niemand spreekt of onderhandelt namens hen, veertig jaar lang. Ze ondergaan slaafs de dagen die vol bitterheid zijn.

In Ezechiël 20 lezen we hoe ze onder de slavenarbeid leefden. Ze dienden de afgoden van Egypte (vs.8). Kijken we daarvan op? Of zijn wij mensen zo?

Heel het leven buiten het paradijs is één lange onderdrukking door de machten van het kwaad. Vele en velerlei zijn de tegenspoeden van de mens. De weg door het leven is hard. Soms lijkt er vooruitgang te bespeuren in de strijd tegen het kwaad, maar voortgaande oorlogen en onderdrukking, een pandemie laten de bitterheid indringend gevoelen.

De ware oorzaken van de bitterheid willen we niet zien. De machten van het kwaad blijven ons boeien en de afgoden der zonde doen we niet weg.

Gods weg

Bijzonder is dat God Zijn eigen weg gaat. Hij laat Zich door het afwijzend handelen van de mensen niet van Zijn voornemen afbrengen. Hij wil verlossing teweegbrengen en daarbij houdt niets of niemand Hem tegen. Hij redt langs de weg van Zijn geduld. Daarbij gebruikt Hij alles, de mooie dingen maar ook de bittere verdrukking. Dan zeggen mensen: ‘Hoe kan God dat nu toelaten?’ Of: ‘Als Hij bestaat, zou Hij wel anders zijn en zou het in de wereld anders zijn.’ Maar God gaat Zijn ongekende gang, vol donk’re majesteit.

Inkeer

De nieuwe farao laat de bitterheid voortduren. Toch gaat er iets gebeuren. Tot nu toe lazen we niet dat het volk riep tot God. Dat is ook moeilijk als je de afgoden van Egypte dient. Maar de harde nood brengt tot inkeer. We lezen in de Hebreeuwse tekst in korte zinnetjes wat het volk nu gaat doen.

Ze zuchten, ze schreeuwen over hun slavenarbeid, hun hulpgeroep vanwege de slavenarbeid stijgt op tot God en God hoort hun gekerm. We horen in de uitgestoten zinnetjes het knallen van de zwepen die hen opjagen. Werk, meer, voort! Meer stenen, meer productie! Zo roepen de slavendrijvers van alle tijden. Israël zucht van ellende en moeheid, ze schreeuwen van pijn en verdriet, ze huilen in radeloosheid. En als er geen uitredding komt, kermen ze in wanhoop: een diep aangrijpende opklimming in de manier waarop ze zich uiten.

Als de Filistijnen in grote nood zijn, klinkt hun hulpgeroep op naar de hemel (1 Sam.5). Altijd de reactie van velen: er wordt geroepen en gebeden naar de hemel. Naar die koepel hierboven waar een machtige woont? De machten van de hemel?

Dat doet Israël niet. ‘Wij riepen tot de Heere, de God van onze vaderen’, zei Mozes aan het eind van zijn leven. Ze roepen de God, Die zij kennen. ‘Onze Vader, Die in de hemelen zijt.’ Hun ogen gaan open. De afgoden van Egypte zijn machteloze goden. Ze geven wel genot, maar ze redden niet. De bitterheid blijft, het is uitzichtloos.

Dan herinneren ze zich de daden des Heeren. God is altijd bezig om verlossing te bewerken, de God van Abraham, Izak en Jakob. Ze bewegen zich naar hun Vader in de hemel. God, Die de verlosser zendt, de eeuwen door. Tóen Mozes en vandaag Zijn eniggeboren Zoon, Jezus Christus, de Heiland der wereld.


God redt langs de weg van Zijn geduld

ds. J. van Oostende
ds. J. van Oostende