Waar bent u naar op zoek?

Roepingen nemen af

Dr. J.A. van den Berg
Door: Dr. J.A. van den Berg
06-01-2022

Sinds de zomer ben ik meermalen door scriba’s van kerkenraden en voorzitters van beroepingscommissies gebeld of ik nog iemand weet voor hen. Ik hoor over vacatures voor missionaire werkers die zich lastig laten invullen, en over kerkenraden die moeten functioneren met veel open plekken.

Ik realiseer me dat het míjn indrukken zijn, ik overzie niet het hele land. Maar zelfs al is mijn waarneming beperkt, ik ervaar het als opvallende signalen, nu ik na maanden van ziekte weer aan het werk ben gegaan.

Signalen

Je kunt zeggen dat de signalen eenvoudig te verklaren zijn uit de demografische opbouw van de kerk. Een generatie van predikanten en kerkelijk werkers neemt afscheid en de leeftijdsopbouw in de kerk is zodanig dat er gewoon minder aanwas is. Afgezien van de problematische kant die daarmee verbonden is – hoe komt het dat de leeftijdsopbouw zoveel schever is dan in het geheel van Nederland? – vrees ik dat er meer meespeelt. Dat gaat over roeping. Om iets van roeping te ervaren heb je het nodig dat je de stem van God kunt horen. Dat klinkt misschien als een open deur, maar laat me er nog even een paar zinnen extra aan mogen wijden. In de meeste gevallen heeft dat horen te maken met een beroep dat op je wordt gedaan, of met een opmerking van iemand die je goed kent en je voorhoudt dat een taak in Gods rijk mogelijk iets voor je is. Het horen van roeping houdt verband met een nauwe omgang met God. Dat geldt naar twee kanten. Degene die met je in gesprek is, heeft iets van God nodig om het te kunnen zeggen, en degene die de roep ontvangt, evenzeer. Als het erg mistig is in je dagelijkse verborgen omgang met God, kun je Zijn weg niet vinden.

Gehoorzamen

Een roeping vraagt ook iets van je, ten diepste heel je leven. Je bent het stuur over je leven kwijt, omdat God jouw leven gebruikt. Paulus verwoordt dat erg scherp door steeds weer te schrijven dat hij slaaf van Jezus Christus is. Dit geldt voor iedere christen en daarom is discipelschap zo belangrijk: het volgen van Jezus Christus, ook in het gehoorzamen aan Gods stem. Wanneer ons Godsbeeld zo is dat Hij vooral rijkelijk mag voorzien in al mijn behoeften, zijn de rollen bijna omgedraaid. Je geloofsvoorstelling biedt geen geestelijke bedding waarin roeping tot een bijzonder ambt kan ontstaan.

Schuchter

Toewijding en roeping hebben een basis in het verlost zijn door Jezus Christus, de ervaring dat je zelf niet zonder genade kunt en dat een ander ook niet zonder kan. Daar wringt ook een schoen. Oudcollega Wim Dekker schreef tien jaar geleden: ‘Als je op een gemeenteavond vraagt waarom je zou moeten evangeliseren, duurt het heel lang voor er wat essentiële dingen worden genoemd. Bij veel theologen is het niet anders; gaat het in hun publicaties over het unieke van het christelijk geloof, dan hebben ze heel veel woorden nodig om uiteindelijk een paar dingen te noemen, en dan nog slechts schuchter, tastenderwijs.’

Het lijkt een echo van wat de missioloog Lesslie Newbigin een halve eeuw geleden schreef, toen hij na jaren van zendingswerk in Azië terugkeerde naar Engeland: ‘Een diepgaande geloofscrisis binnen de westerse kerken heeft geleid tot een verlies aan vertrouwen dat er iets is in het christelijke dat zo belangrijk is dat mensen zonder dat verloren gaan.’

Het afnemen van roepingen zou weleens de kanariepiet in de kolenmijn kunnen zijn, denk ik soms, op basis van mijn waarnemingen de afgelopen tijd. Ik heb geen idee wat er gebeurde als de kanariepiet het leven liet, maar ik weet wel dat mijnwerkers het signaal serieus namen. Omdat het een kwestie van leven of dood betrof, was het zaak zo snel als mogelijk naar boven te gaan, waar de zuurstof te vinden is.

Dr. J.A. van den Berg
Dr. J.A. van den Berg