Waar bent u naar op zoek?

Rondom het Woord

ds. H. Liefting
Door: ds. H. Liefting
14-10-2021

De coronacrisis heeft haar sporen diep getrokken, ook in kerkelijk Nederland. Vanwege alle beperkingen werden in snel tempo online diensten opgetuigd, waardoor velen het fysiek bijeenkomen in Gods huis kwijtraakten. Hoe gaan we verder nu de beperkingen minder zijn geworden?

Volharden we in de ‘huiskamerdienst’ of komen we weer fysiek als gemeente bijeen rondom het Woord? Of wordt het afhaken? Allerlei onderzoeken hebben uitgewezen dat een deel van de kerkgangers na corona niet meer zal terugkomen. Een recent onderzoek toont zelfs aan dat één op de drie leden van de Protestantse Kerk minder vaak of niet meer naar de kerk zal gaan. Vooral de groep die uit gewoonte ging, komt naar verwachting niet snel terug. Velen geven aan de diensten liever via tv of online te volgen. Dat zal voor hervormd-gereformeerde gemeenten zeker minder gelden. Het genoemde onderzoek toont zelfs aan dat reformatorische christenen nauwelijks lijken af te haken.

Aanpassingen

Gezien vanuit deze cijfers, die uit eerdere onderzoeken ook al oplichtten, is het niet vreemd dat de vrijgemaakt-gereformeerde predikanten Remmelt Meijer en Peter Wierenga in hun boek Herkerken. De toekomst van geloofsgemeenschappen pleiten voor verregaande aanpassingen. Ze voeren daarin vooral een pleidooi voor kleine groepen. Niet de massale kerkdienst, maar de zorg voor elkaar zou het hart van de kerk moeten zijn. Onderlinge verbondenheid en samen kerk-zijn zou te problematisch zijn geworden. Zij pleiten voor meer persoonlijke spiritualiteit via kleine groepen en voor het meer naar buiten gericht zijn.

Slaan we de visienota Van U is de toekomst van de Protestantse Kerk erop na, dan klinkt vooral de oproep om onze boodschap bij de mensen te brengen. De gemeenschap van Woord en tafel – in de kerk – zou slechts één plek zijn waar de genade gevoed wordt. Er staan immers ook allerlei tafels in de buurt. Er zijn meer manieren. Ook de ‘liturgie van alledag’ geeft ons volgens de visienota perspectief en zet de kerk midden in het leven, in alle diversiteit.

Kerkdiensten onvervangbaar

Moeten we na al deze geluiden toch niet duidelijk stellen dat de kerk ‘lichaam van Christus’ is? En dat de leden zijn aangewezen op gemeenschap? Dat alles valt nooit samen met online diensten. Dat wil uiteraard niet zeggen dat deze niet tot rijke zegen kunnen zijn voor hen die niet kunnen komen. Dan blijkt het wonder dat de gemeenschap der heiligen zich uitstrekt tot de huiskamers. De Heere is niet aan tijd of plaats gebonden. Maar online diensten blijven hulpmiddelen. Echte voetballiefhebbers zitten ook liever in het stadion dan achter het scherm. De hele sfeer, de beleving, de liederen, dat mis je allemaal.

Dr. A.J. Kunz heeft, in navolging van columnist Stephan Sanders, in het RD een pleidooi gevoerd voor het ontwikkelen van structuur, routine en gewoontevorming bij kerkgang. Jezus gaf daarin een duidelijk voorbeeld. Dat patroon werd door corona helaas abrupt doorbroken. Zou het echter niet veel belangrijker zijn dat patroon, die gewoontevorming, weer toe te eigenen dan te opteren voor allerlei alternatieven?

Fysieke kerkdiensten zijn immers onvervangbaar. Vooral omdat God Zelf daar op een bijzondere manier tegenwoordig, ‘in ons midden’, is. In Exodus 25 gebiedt de Heere Zijn volk een heiligdom voor Hem te maken, zodat Hij ‘in hun midden kan wonen’. Dat heiligdom is bij uitstek ook de werkplaats van de Heilige Geest. Daar, in Gods huis, wordt de geestelijke rust geschonken. Daar worden we uitgetild boven de waan van de dag en mogen we geestelijk ‘resetten’. Met de bedoeling dat het goede van Zijn woning ons verzadigt, reis op reis… En dat het via onze woorden en levenswandel de samenleving doortrekt.

Woordverkondiging

Ook het samen zitten onder de verkondiging van het Woord is ten diepste onvervangbaar. De bekende Britse theoloog dr. D.M. Lloyd-Jones schreef in zijn prachtige boek Predikers en prediking dat de prediking de belangrijkste taak van de kerk en van de dienaar van de kerk is. Onder de prediking wordt de mens opgezocht en opgespoord waar hij is. Daar wordt de ontmoeting geschapen tussen armzalige hoorders en de Zaligmaker. Onder de verkondiging is Christus volop werkzaam in de gemeente en laat Hij Zijn bloed op haar neerdruppen. Daar openbaart de Heere Zich als de ‘Ik ben’. Daar geeft Hij niet alleen Zijn eigen Naam te kennen, maar noemt Hij ook mijn naam. En biedt Hij Zijn heil aan. Onverdiend!

Bijzonder ook dat de Heere de ‘dwaasheid van de prediking’ als middel gebruikt om het rijk der hemelen te openen en toe te sluiten. Wat een voorsmaak van wat komt, mag er al ontvangen worden als de hemel in de prediking voor ons ontsloten wordt. En de ongelovigen worden, als het goed is, aan hun verlorenheid ontdekt als in de prediking de hemel voor hen toegesloten wordt als ze zich niet bekeren. Prof. dr. A.A. van Ruler wijst erop dat de prediking er onder andere is om ‘de mens aan zichzelf te ontdekken, hem uit te kleden en leeg te schudden, hem in zijn naaktheid en verlorenheid voor Gods aangezicht te stellen’. Uiteraard blijft hij daar niet steken. In de volgende paragraaf van zijn boek Waarom zou ik naar de kerk gaan? gaat hij in op het ontvangen van het heil, van de redding uit onze verlorenheid. Daarvoor is volgens hem de prediking heel essentieel. ‘In haar wordt het hele heil tegenwoordig gesteld.’ (p.70)

Preken met gezag

Wij leven in een tijd waarin het gesproken woord aan devaluatie onderhevig is. De grote verhalen hebben afgedaan. Dat heeft ook consequenties voor de Woordverkondiging. Ook die heeft behoorlijk aan gezag ingeboet. Als dienaar van het Woord kun je na de dienst plompverloren te horen krijgen: ‘Dat is uw mening, maar ík denk….’ Als we echter de Bijbel erop naslaan, zien we dat het profetische gezag berustte op het door God geroepen zijn. Het gezag van geroepen dienaren ligt niet in henzelf, maar in het Woord dat ze namens hun Zender mogen spreken. Gods woorden mogen met gezag worden doorgegeven, vanuit het ‘Zo spreekt de Heere….’ Dat Woord is levend en krachtig.

Nog steeds werkt Gods Geest door de verkondiging van dat Woord. En daarom is het zo belangrijk om daaronder te verkeren. Bovendien hebben we het onderwijs vanuit de Schriften broodnodig. Geloven heeft toch ook met kennis te maken; met kennis van God en goddelijke zaken.

Bewaren

Een belangrijke zaak is ook de doorwerking in de week van dat wat we tijdens de eredienst ontvangen. In onze gestreste tijd, waarin we overladen worden met info, hebben de woorden van Maria ons veel te zeggen. Zij bewaarde al de woorden die tot haar gesproken werden, en overlegde die in haar hart. Bewaren, overdenken, herkauwen, de woorden wegen en overwegen. Ze bewaren als een kostbare schat. Als levend bezit, dat voortdurend bearbeid moet worden.

Maria liet de woorden rijpen tot ze de diepe strekking ervan kon bevatten. Daar hebben we soms ook naslagwerken voor nodig. Goede boeken zijn goud waard. Het kan ook helpen om tijdens de preek de hoofdpunten van de preek op te schrijven. Zelf geef ik, via de gemeentemail van de gemeente die ik als ‘mentor’ nog mag dienen, vóór de zondag een vijftal vragen door die direct met de hoofdlijn van de preek te maken hebben.

Mediteren

Bij de overdenking hebben we rust en stilte nodig: een meditatief leven, een leven van stille overpeinzing, bezig zijn met de dingen die boven dit tijdelijke uitstijgen. De puriteinse theoloog John Owen wees op drie stadia in de meditatie: de meditatieve overdenking met het verstand; de geestesoefening van het hart met al zijn gevoelens en gesteldheden en ten slotte het genieten, met haar zoetheid en voldoening. Hij noemt dat genieten een onuitsprekelijke vreugde, vol heerlijkheid.

Naar aanleiding van de preek kunnen we ons afvragen wat we geleerd hebben over God de Vader, over Christus en Zijn verlossing, over de Geest en Zijn werk in ons leven. Owen wijst vervolgens ook op het bepreken van je hart, opdat het steeds meer toegewijd raakt aan de Heere. En het is natuurlijk helemaal rijk als we ook mogen ‘nagenieten’ van de preek, in de zin van het genieten in de Heere en Zijn liefde en genade. En dan kan de lof niet uitblijven voor Hem Die al onze lof en aanbidding eeuwig waard is.


De gemeente

Na een bezinning binnen het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond belichten we in deze serie verschillende aspecten van het gemeente-zijn.

1. De plaats van de Woordverkondiging in de gemeente (ds. H. Liefting)

2. De gemeente als werkplaats van de Geest (ds. P. Nobel)

3. Het eigene van een hervormde gemeente (P.J. Vergunst)

4. Het gebedsleven (dr. R.W. de Koeijer)

5. Onderlinge verbondenheid binnen de gemeente (ds. W.J. Westland)

ds. H. Liefting
ds. H. Liefting