Ruimte voor ons gebed
Dat Gods verkiezing lijkt op een onveranderlijke wet van Meden en Perzen, is een verdrietig misverstand. Het verandert de royale uitnodiging van de Heere God voor de bruiloft van Zijn Zoon (Matt.22) in een bij voorbaat gesloten deur voor velen. Hoe is het dan?
Ik denk dat hier veel willen weten gevaarlijker is dan niet weten. Toch wil ik een poging doen om iets van een antwoord te vinden. Hoe mooi zou het zijn als het zuchten over de verkiezing werkelijk verandert in zingen.
Wat mij geholpen heeft, is dat ik ben gaan begrijpen dat ik Gods eeuwigheid niet begrijpen kan. Ook over Gods eeuwige besluiten kun je daarom alleen maar stamelen. Wat hieronder volgt over de betekenis van het ‘eeuwige’ in Gods besluiten, is een poging. Als je zegt: God heeft mij vandaag uitgekozen om een van Zijn kinderen te worden en de bruiloft van Zijn Zoon mee te vieren, dan heb je als nieuwe volgeling van Jezus gelijk. Vraag maar aan de mensen op de kruispunten van de wegen (vs.9). Maar wie zegt: de Heere heeft mij al duizenden jaren geleden uitgekozen om bij Hem te horen, heeft als gelovige ook gelijk. Vraag maar aan Paulus. Om zijn aangevochten vrienden in Efeze te bemoedigen schrijft hij: al voor de grondlegging van de wereld heeft God ons voorbestemd om als Zijn kinderen aangenomen te worden door Jezus Christus (Ef.1:4,5).
Geen gevangene
Aan de wet van Meden en Perzen om Daniël naar de leeuwenkuil te verbannen hangt een datum. Ook al weten we niet meer precies welke. Na die datum kan Darius niet meer terug. Hij is een gevangene van zijn eigen besluit. Op alles wat God Zich voorneemt staat geen datum, maar: van eeuwigheid. Dat is iets anders dan dag-maand-jaar oneindig lang geleden. Gods eeuwigheid is ook nu en heeft geen ‘daarvoor’ en ‘daarna’, ook al begrijp ik niet wat ik daarmee zeg. Het zal in elk geval niet betekenen dat de Heere God na het nemen van Zijn eeuwige besluiten niet meer ‘terug kan’. In Zijn eeuwigheid is er immers geen ‘daarna’. Hij is geen gevangene van Zijn eigen besluiten.
Toch: onveranderlijk
Toch belijden de Dordtse Leerregels dat Gods verkiezing tot zaligheid een ‘onveranderlijk voornemen van God is, waardoor Hij vóór de grondlegging van de wereld een zekere menigte mensen die niet beter of waardiger zijn dan anderen, maar met hen in dezelfde ellende liggen, heeft uitverkoren (DL I.7). Door de eeuwen heen is hier heftig tegen geprotesteerd. Het is toch niet eerlijk om aan sommige mensen het zaligmakend geloof te geven en aan anderen niet? Voor God zijn we toch allemaal gelijk? Dat laatste zal iedereen toegeven. Toch hoeven we geen moment te twijfelen aan Gods oprechtheid.
Verder heb ik ook geen antwoord op de moeilijke vraag waarom de een wel het geloof gegeven wordt en aan een ander niet. Dat is Gods vrije handelen. De Heere zal daar Zijn goede redenen voor hebben, die voor ons ondoorgrondelijk blijven.
Wat hier vooral haakt, is misschien wel het ‘onveranderlijke’ van Gods eeuwige voornemen. Maakt dat elke oproep tot geloof en bekering en elke uitnodiging om Jezus te volgen niet krachteloos? Is er wel echte ruimte voor onze keuze? Mag ik als predikant de gemeente eigenlijk wel tot een beslissende keuze oproepen of word ik zodoende een hele of halve ‘Arminiaan’? Is zo’n dringende oproep geen belediging voor Gods eeuwige keuze? Is het niet eerbiediger om maar ‘af te wachten’?
Anders
Voor ik op deze vragen een antwoord zoek, wil ik eerst onderstrepen dat als we over Gods onveranderlijkheid spreken, we opnieuw met gebrekkige mensenwoorden iets over God proberen te zeggen. Andere woorden hebben we overigens niet. We zullen dus nooit goed kunnen invullen wat ‘onveranderlijk zijn’ voor God betekent. Het lijkt wellicht iets op onveranderlijkheid bij ons, maar dus ook weer niet zoals het was bij de Meden en de Perzen. Voor mij is ‘onveranderlijkheid’ dat ik morgen precies zo denk en wil als vandaag en gisteren en eergisteren. Bij God is er geen gisteren, vandaag en morgen. Bij God is er ‘alle dagen’ eeuwigheid. Veranderen is bij God daarom anders dan bij ons. Bij ons heeft het alles te maken met tijd. Bij de Heere God heeft het alles te maken met eeuwigheid.
Gods eeuwige verkiezing is voor ons niet alleen van heel lang geleden, maar evenzeer ook van nu, want Gods eeuwigheid is ook het moment dat je Hem bidt of Hij de naam van je dochter en van je buurman wil bijschrijven in het boek van het Leven. Gods eeuwige besluiten zijn elke dag een levende werkelijkheid. Het is werkelijk heel anders dan alles wat wij weten over niet veranderen bij mensen. Hoe anders? Dat weet ik niet, want ik weet niet wat eeuwigheid is. Er is in Gods eeuwigheid meer mogelijk dan voor ons denkbaar. In elk geval is het zo anders dat er echte ruimte is voor ons gebed of God een naam erbij wil schrijven in het boek van het Leven. Zonder dat daarmee Zijn vasthoudende liefde voor ons onzeker wordt, want Hij laat niet los.
Onze keuze
Iets dergelijks geldt voor het wonderlijke samengaan van Gods eeuwige keuze om mij tot een van Zijn kinderen aan te nemen, en mijn keuze om Christus te aanvaarden als mijn Heer en Heiland. Binnen de manier waarop de Heere als dé Eeuwige alles bestuurt, ook ons leven, is er ruimte voor onze keuze.
Die is ook echt nodig. Kijk maar naar die ene man uit de gelijkenis van de bruiloft in Mattheüs 22. Bij binnenkomst krijgen alle gasten een passend bruiloftskleed. De man uit vers 12 heeft dat kennelijk geweigerd. Dat wil zeggen: hij weigerde het offer van Christus en ging verloren. Heeft God deze man daarom, dus omdat hij weigerde, niet uitgekozen? Dat staat er niet. Het is anders. Meer een geheimenis waar wij (opnieuw) alleen maar over kunnen stamelen. Nog eens: binnen Gods manier van kiezen, die evengoed vandaag gebeurt als gebeurd is voor de grondlegging van de wereld, in Gods eeuwigheid dus, is er echte ruimte voor onze keuze. Die doet ertoe. Toch maakt dat Gods eeuwige verkiezing tot kind van Hem niet minder betrouwbaar.
Grens
Hier komen we bij een grens van wat wij kunnen begrijpen. (In mijn boekje Waarom geloof ik wél? Over Gods verkiezing en jouw keuze probeer ik uit te leggen dat een christen hiermee geen tegenstrijdige onzin hoeft te geloven.) Beschouw dit niet-begrijpen als winst. Wat ieder wel begrijpen kan: onze keuze voor Christus kan niet gemist worden. Anders worden we zelf gemist in de feestzaal van Gods Koninkrijk. Aan die keuze van ons hangt wel een datum: nu. Laat de schriktekst van Mattheüs 22:14 daar een onderstreping van zijn.
Schriktekst
Want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren. Mattheüs 22:14