Schat ten voor denken en doen
Een christen erkent de Bijbel als bron en norm voor heel het leven: wij lezen de Bijbel en de Bijbel leest ons. Zo leren wij wie God is, wie wij zijn en hoe wij leven moeten. Daarmee zwemt de gelovige tegen de stroom van onze cultuur in.
De postmoderne westerse mens kent alleen de norm van het zelf. Die norm wordt vooral met gevoelsargumenten onderbouwd. Het is echter onze roeping om de Schrift te erkennen als bron en norm van ons leven. Wie erop let, merkt dat er tussen de Bijbel en ons hart stoorzenders zitten: ons zondige ik, maar ook de mening van de maatschappij en cultuur die zich via de media aan ons opdringt. Dat vraagt om een trouwe omgang met Gods Woord.
Dagelijkse oefenschool
Vervolgens leren we dat God afstand neemt van alles wat onheilig, onzuiver en onwaar is. Dat zegt veel over onze ethische roeping. Ook wij moeten ons distantiëren van alles wat vertroebeld is, waarin de leugen huist, van alles wat niet heilig is. Ga er in deze maatschappij maar aan staan! Dat vraagt om een aanhoudend biddend overleg met God om het onheilige te ontmaskeren en om de kracht te ontvangen om er afstand van te nemen. Dat geldt niet alleen ten aanzien van de reële, maar ook van de virtuele wereld. De andere kant is dat we ons actief richten op de verheerlijking van God. Dat vraagt overdenking en onderscheiding: op welke wijze kan ik in mijn dagelijks leven God vereren? Meestal gaan we dan voorwaarden stellen: als ik dit maar heb of dat kan, dan ben ik beter in staat om God te eren. Het is echter onze roeping om God te eren in alles van wie we nu zijn en wat we hier hebben. Wie afstand neemt van het kwade kan met wat overblijft altijd God eren. Dat is een dagelijkse oefenschool.
Innerlijke motivatie
In de voorgaande twee gaat het om het leven aan de buitenkant, maar het gaat ook om onze innerlijke motivatie, het vierde punt (zie kader). In God is immers een volmaakte balans tussen Zijn denken en doen en Zijn heiligheid. Daarom is ook de christen geroepen om te zoeken naar de balans tussen het praktische leven en wat er werkelijk van binnen omgaat. Dat betekent dat we onze innerlijke motivaties en overwegingen moeten onderzoeken. Bij een geopende Bijbel en met gevouwen handen moeten we zoeken naar de balans tussen binnenkant en buitenkant, om juist zo God oprecht te eren.
In het verlengde daarvan ligt het vijfde punt: dat we een inwendige afkeer van het kwade hebben. Dat is het moeilijkste punt. Aan de buitenkant kun je misschien wel goede keuzes maken en met je hart kun je ook Gods eer zoeken, maar heb je dan ook een afkeer van het kwade? Wat kunnen er verborgen verlangens in ons branden. Toch zijn we geroepen om een inwendige afkeer van het kwade te hebben. Daarom moeten we ons bewust zijn van onze verlangens en begeerten. Dat vraagt om eerlijk zelfonderzoek.
Zoveel te leren
We hebben nu drie dingen gedaan: ten eerste hebben we geluisterd naar een bondige doordenking van Gods heiligheid (dogmatiek), vervolgens hebben we belangrijke levenslessen daaruit getrokken (ethiek), en ten derde hebben we dat toegepast in onze tijd (hermeneutiek).
In de dogmatiek zijn er intussen nog zoveel andere zaken te noemen over God: over Zijn rechtvaardigheid, heerlijkheid, barmhartigheid, liefde enzovoorts. Ook dat laat zich allemaal doorvertalen naar de ethiek van ons leven. En dat gaat nog veel verder. We kunnen nadenken over wie Jezus Christus is en wat Hij heeft gedaan en doet – om vervolgens ook daaruit veel ethische lessen te leren. Dat loopt door naar de Heilige Geest, Zijn Persoon en Zijn werk in de wereld en in de kerk. Ook dat heeft veel ethische consequenties. Als we bedenken dat er in de dogmatiek honderden onderwerpen over God en Zijn werken behandeld worden, dan zijn er ook honderden lijnen te trekken naar de ethiek. Die vragen op hun beurt elk weer om een verdere hermeneutische behandeling. Eigenlijk is dat overweldigend. Het is als een kathedraal waarin je een rondleiding krijgt, waardoor je steeds weer dat ‘wow-gevoel’ krijgt: zoveel te leren, zoveel te zien, zoveel te beleven. Zo bezien is de bezinning op dogmatiek, ethiek en hermeneutiek een eindeloze, maar vooral verrijkende bezigheid.
Lijnen trekken
Andersom geldt trouwens ook: als we voor ethische vragen gesteld worden, heeft dat met allerlei dogmatische onderwerpen te maken. Wie bijvoorbeeld nadenkt over vragen over seksualiteit, kan lijnen trekken naar de leer van de schepping van de mens, naar de mens als beeld van God, naar wie de drieenige God is, naar de menswording van Jezus Christus en naar Zijn lijden, sterven en opstanding, naar de Heilige Geest en Zijn vernieuwende werk en naar de leer van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Ze staan allemaal met elkaar in verband en elk leerstuk werpt weer nieuw licht op onze ethische vraagstukken.
Om daar meer ervaring mee op te doen, kunnen we bijvoorbeeld de Nederlandse Geloofsbelijdenis lezen en overdenken. Denk aan deze drie stappen: 1) wat wordt hier beleden en geleerd, 2) wat zijn de ethische consequenties daarvan, en 3) op welke wijze kan dat worden doorvertaald naar onze tijd en mijn/ ons leven? Goed om dat zo te doen: telkens een stukje lezen, overdenken en dan de drie bovenstaande punten beschrijven.
Samenhang
Zo krijgen we meer inzicht in de samenhang van leer en leven, van dogmatiek en ethiek. In onze postmoderne cultuur zien we dat men rondom allerlei ethische kwesties begint bij emotie en behoefte, vervolgens komt het tot handelen en ten slotte volgt er een vorm van doordenking. Maar in de kerk verloopt vanouds die lijn anders: het begint bij leren en belijden, vervolgens gaat het naar leven en ethiek, daarna volgen de afwegingen in het gevoel en de ervaring.
Wie deze lijn gelovig volgt, zal daarin schatten vinden voor denken en doen. We mogen daarbij weten dat de Heilige Geest ons wil geleiden. Zo worden we vernieuwd naar het beeld van Jezus Christus, in Wie de volmaakte balans is tussen leer en leven.
Bouillonblokjes
Wie een pan soep bereidt, gebruikt daarvoor bouillonblokjes. Je brengt water aan de kook en vervolgens voeg je een paar van die kleine blokjes toe. Zo wordt het water een smakelijke bouillon. Het leven van de christen is als een grote pan water. Daarin kunnen blokjes dogmatiek worden opgelost om het tot een smakelijke ethiek te maken – voor God, de naaste en jezelf.
In het vorige artikel reikte Petrus van Mastricht ons vijf dogmatische punten aan over de heiligheid van God. Die hebben we vervolgens overgezet naar vijf ethische gezichtspunten. Even een korte herhaling.
1. We moeten ons richten op de Bijbel. Dat is de bron waaruit wij Gods heiligheid leren kennen en daarmee is het ook de norm voor ons leven.
2. Vervolgens moeten we, zoals God dat Zelf ook doet, ons actief afzonderen van alles wat kwaad en slecht is.
3. God richt Zijn werken op Zijn eer, en daarom moeten ook wij ons in alles wijden aan Zijn verheerlijking.
4. Gods gedachten, woorden en daden blijken overeen te stemmen met Zijn heiligheid. Zo moet ook bij ons heel ons bestaan van binnen en buiten corresponderen met Zijn heiligheid.
5. Als God een diepe afkeer heeft van het onheilige, dan moeten ook wij daarvan een oprechte weerzin hebben. Dit zijn bouillonblokjes dogmatiek voor een smakelijke ethiek. Vervolgens gaan we ze hermeneutisch oplossen in de concreetheid van ons leven.