Scheppingsordeningen
Enige tijd geleden hoorde ik tijdens een bezinningsdag beweren dat de gereformeerde theologie nooit veel aandacht heeft geschonken aan het alledaagse leven, het aardse bestaan, het hier en nu, het schepselmatige. Het zou te vaak gaan over vreemdelingschap, stille meditatie, God en de ziel, de eeuwigheid.
Onze aardse taak
Dergelijke klachten hoor ik vaker. Ze lijken me echter niet terecht. Het is waar dat er een concentratie is op God en de ziel, op de eeuwige bestemming van een mens. Maar die concentratie betekent niet automatisch versmálling. Niet dat dat risico niet bestaat. Een piëtistische inslag heeft gereformeerden vaak vergezeld. De hoofdstroom van de orthodoxe theologie heeft echter altijd oog gehad voor het aardse bestaan. Juist als zondaren, die van genade leven, gerechtvaardigd door het geloof, weten we ons geroepen onze aardse taak op ons te nemen. Juist omdat we hoop hebben op een eeuwige toekomst, weten we ons verantwoordelijk voor de schepping. We belijden de lichamelijkheid van de opstanding van Christus, de Eersteling van de nieuwe schepping.
Als vrijzinnigen daar een geestelijk verhaal van willen maken, lopen orthodoxen te hoop. En terecht! Toen Karl Barth de hele theologie wilde reduceren tot alleen maar de leer van Christus, stond iemand als dr. A.A. van Ruler op. Hij betoogde dat er vanuit het geloof in Christus juist oog komt voor de werken van God de Vader en van God de Heilige Geest. Er is meer dan God en de ziel. Er is ook wetenschap, politiek, sport, het alledaagse in al z’n speelsheid en rauwheid. Van Ruler wees erop dat het Oude Testament een eigen recht van spreken heeft.
Biologie
In onze tijd verschuiven de debatten van de dogmatiek naar de ethiek. Wanneer het gaat om relatievormen, het leven met elkaar hier op aarde, vraagt de orthodoxie aandacht voor het werk van onze Schepper. Dat ligt in lijn met het katholieke geloof: Ik geloof in God, de Vader, de Schepper van hemel en aarde. Smalend is gezegd en geschreven dat de Gereformeerde Bond zich in ethische zaken tegenwoordig meer laat leiden door de biologie dan door de Schrift. Eerst waren de mannenbroeders geestelijk, maar nu het zo uitkomt lijkt vooral de schepping hun interesse te hebben.
Uit het voorgaande moge duidelijk zijn dat hier een tegenstelling wordt gemaakt die nooit heeft bestaan.
De biologie laat inderdaad zien dat God ons als man en vrouw heeft geschapen, maar wij geloven dat vanuit de Schrift. Het gaat in concentratie om het gered worden door het bloed van Christus. Dat raakt niet alleen de ziel, ook het lichaam (HC, zondag 1). Volgens de Bijbel ligt er wijsheid van God in de schepping verscholen, vaak aangeduid met de term ‘scheppingsordeningen’. In de schepping schittert Gods majesteit en eeuwige kracht. Door het geloof in Christus en bij een open Bijbel leer je dat zien. Vanuit de concentratie op Christus kijkt orthodoxgereformeerd geloof breed om zich heen: is er iets zichtbaar van God in wetenschap, politiek, kunst, het menszijn in het algemeen? Wij zijn samen met álle mensen schepselen van God en daarom blijven we graag in gesprek met álle mensen. Wij houden oog voor het wereldwijde, het brede, het alomvattende in de werken van de drie-enige God, die wij in Christus als onze Vader kennen en als onze Schepper eren.
Materialistisch
In dit licht blijft het voor mij raadselachtig waarom de orthodox-gereformeerde theologie de betekenis van de ‘scheppingsordeningen’ niet inbrengt in het debat over de ecologie. Zij had als eerste het voortouw moeten nemen in het zoeken naar een groene theologie. Het is overduidelijk dat onze manier van leven in het rijke Westen radicaal losgeslagen is uit het verband van Gods bedoelingen met Zijn schepping. Ethiek gaat niet alleen over relaties tussen mensen, ook over de relatie tussen mensen en Gods schepping. Plotseling deinzen we terug en worden we volbloed piëtistisch. Waarom? Of zijn we helemaal niet zo piëtistisch? Eerder materialistisch? Wat betekent het dat wij God belijden als onze Schepper?
Overigens, even onbegrijpelijk is het dat christenen die zich druk maken over de opwarming van de aarde en het uitsterven van diersoorten, geen moeite hebben met abortus provocatus en chaotisering op het terrein van relatievorming. Wellicht is de voedingsbodem daarvoor even materialistisch? Wat betekent het dat wij God belijden als onze Schepper?