Waar bent u naar op zoek?

Slechts luisteren

P.J. Vergunst
Door: P.J. Vergunst
04-11-2021

In de klas van Vicky, de elfjarige dochter van de filosofe Stine Jensen, heeft twee derde van de kinderen gescheiden ouders, onder wie Vicky zelf. Het was aanleiding voor Jensen om een zevendelige podcast te maken, ‘Scheiden met Stine’.

Lang leven we in ons land al met cijfers die raken: een derde van de huwelijken eindigt in een echtscheiding. Voor 2020 kwamen 28.965 huwelijken in ons land op deze wijze tot een einde. We scoren met elkaar zo’n 34 procent. Tachtig procent van de scheidingen gaat uit van de vrouw – een opvallend gegeven. Cijfers die nooit kunnen uitdrukken welk persoonlijk verdriet, welke gekwetstheid of rouw hiermee gepaard gaan. Scheiden kan niet zonder littekens. Ook al spreken we over een maatschappelijk aanvaard verschijnsel, je partner verlaten blijft een pijnlijke realiteit.

Gebrek aan aandacht en liefde, niet met elkaar kunnen praten en ontrouw, ze vormen in volgorde de meest voorkomende reden om het huwelijk te beeindigen.

Innerlijk aanvaarden?

Het lijkt me dat we deze cijfers en de werkelijkheid erachter innerlijk nooit aanvaarden moeten. ‘Zo gaat het tegenwoordig,’ denken velen. En je hoopt dat het jou of je kinderen niet overkomt, je goede vrienden evenmin. De christelijke gemeente geeft in dit opzicht immers ook geen rooskleurig beeld. Zwaar kan het (crisis)pastoraat een predikant vallen, als hij in aanraking komt met zovele ontspoorde huwelijken. Een wissel kan het trekken op de ambtelijke vreugde.

Nu scheren we elke scheiding niet over één kam, al is elke scheiding niet zoals de Schepper het bedoeld heeft. Schaamteloos gaat de een soms verder met de vrouw van een ander, het is een situatie die niet te vergelijken is met het huwelijk waarin hij en zij elkaar geruisloos kwijtgeraakt zijn. Op dat laatste moeten we beslist alert blijven.

Koopzondagen

In deze context heeft de kerk het huwelijk in ere te houden. Dat kan niet zonder oog voor de voortdurende bedreigingen van deze unieke levensverbintenis tussen één man en één vrouw. Op catechisatie leerden we al dat ons twee zegeningen uit het paradijs gelaten zijn, de rustdag en het huwelijk. Over het eerste, het eigene van de zondag, horen we in onze samenleving weinig meer.

Nadat in 1951 bij wet opnieuw vastgelegd werd dat de winkels op zondag gesloten moesten zijn, kennen we sinds 1984 het verschijnsel ‘koopzondag’, eerst vier en later acht per jaar. Het maximumaantal van twaalf zondagen sneuvelde in 2013, tijdens het tweede kabinet-Rutte. Inmiddels vergaderde ons (demissionaire) kabinet zelf op zondag – en niet alleen meer in omstandigheden van nood.

Kroonprinses Amalia

Duidelijk is dat het publieke debat over het eigene van de zondag voorbij is. Is het daarom dat onze seculiere, liberale cultuur zich nu scherp verzet tegen het unieke karakter van het huwelijk, de andere ‘paradijsbloem’? Premier Rutte antwoordde vorige maand op vragen van PvdA en VVD dat kroonprinses Amalia ook koningin kan worden als ze met een vrouw trouwt. Blijkbaar zijn dit de thema’s die in de politiek nu om beleid vragen…

Overspoeld worden we met berichten als onlangs uit Californië, waar grote warenhuizen vanaf 2024 geacht worden speelgoed genderneutraal aan te bieden. Het uitwissen van wat God in de schepping legde, moet in een bizar tempo doorgaan. De kerk mag deze dagelijkse berichten daarom blijven plaatsen in het kader van de geestelijke strijd, van het samenspannen tegen de Heere en Zijn Gezalfde. Op trouw en volharding tot het einde komt het voor ons aan.

Regenboog

Ondertussen zijn we binnen de Protestantse Kerk ver verwijderd van de hervormde kerkorde die tot 2004 gold en waarin gesproken werd over het huwelijk als een inzetting van God, die heilig gehouden moet worden. Over de ruimte voor de zegening van relaties van mensen van hetzelfde geslacht werd rond de vorming van de Protestantse Kerk diepgaand nagedacht, niet zonder emoties ook.

Inmiddels zijn we zeventien jaar later nog verder verwijderd van het bijbelse spreken over huwelijk, seksualiteit en relaties, woorden die je niet zonder geschoktheid en verdriet over de weg van de kerk opschrijft. Nu las ik in de tweede oktoberweek dat een gemeente in de classis Delta de expositie ‘God van de regenboog’ organiseert. Binnen de kerk wordt het symbool van Gods onwankelbare trouw aan Zijn verbond meer en meer ingewisseld voor de emancipatie van de LHBTI-gemeenschap. Een week lang wordt het christelijk geloof in verbinding gebracht met de LHBTI-gemeenschap, een week die eindigt met een roze kerkdienst, waarin ‘een transvrouw een zegen over haar nieuwe naam ontvangt en zij en haar vrouw een zegen over hun huwelijksbelofte vragen’. Op de site van de classis is het zelfs te lezen. Wie zegt vandaag nog dat hier de ordeningen en geboden van God buitenspel gezet worden?

Het goede stimuleren

Wat er ook kantelt, in de gemeente van Christus blijft gehoorzaamheid aan Hem tellen. Aan het zegenrijke geschenk van het huwelijk tussen man en vrouw doen we niets af, al kent de gemeente in haar midden de gebrokenheid, weet ze van eenzaamheid, ziet ze teleurstellingen. Naast het afwijzen van het verkeerde stimuleren we het goede. Dan komt het functioneren van de huwelijken hoger op de agenda.

Tijdens het huisbezoek – met name waar de ouderling alleen het bezoek doet – is er de veilige setting om te informeren naar het leven als man en vrouw. Mensen waarderen het als dit thema concreet op tafel komt, er een plaats is om eerlijk te delen wat ervaren wordt. Zelfs in het eerste of tweede jaar van het huwelijk zeggen jonge mensen dat het in onze prestatiesamenleving niet meevalt tijd voor de ander te vinden, activiteiten voor samen. In praktische zin mogen we jonggehuwden leren wanneer en hoe er aandacht voor de meest nabije in het leven kan zijn, hoe je leert elkaar te zien, naar elkaar te luisteren, met elkaar te praten. Wie komt er na de podcast ‘Scheiden met Stine’ eens met de podcast ‘Tijd voor Theo/a’?

Luisteren

Kan de predikant de tijd die hij aan huwelijkscrises moet besteden, niet beter inzetten om zijn ambtsdragers toe te rusten voor een gesprek over het leven als man en vrouw? Meedenken aan het begin van het huwelijk voorkomt dan wellicht het noodzakelijke meedogen bij het einde. Ten dienste van het pastoraat verscheen er een boekje met de treffende titel Anderen tevoorschijn luisteren. Dat geldt zeker de pastorale ontmoeting tussen ambtsdrager en gemeentelid, maar dat is voor de huwelijksband niet minder waardevol.

In toenemende mate lijkt er in onze maatschappij behoefte aan mensen die luisteren. Meer is dat dan je oren laten functioneren. Het gaat om oprechte interesse in de ander, met wie je daardoor op dat moment je leven deelt, met wie je je vereenzelvigt. Dát moet elke man leren die zijn vrouw het jawoord geeft – en omgekeerd. Luisteren als teken van liefde, aandacht als bewijs van genegenheid. Ooit was ik bij een man die een ingrijpend verlies leed en na anderhalf uur waarin ik nauwelijks iets gezegd had, tot m’n verbazing bedankte voor het beste gesprek dat hij in jaren had.

Niet veroordelen

Luisteren betekent niet direct jouw ervaringen willen inbrengen, jouw mening verwoorden. Tijdens luisteren werkt het niet als je je opgejaagd voelt, moe bent, zelf dingen wilt gaan doen, in je hart de ander veroordeelt. Veel te vaak heb ik jonge stellen horen zeggen dat hun werk (en sport) zoveel vraagt dat het nauwelijks lukt om één doordeweekse avond samen te zijn. Funest voor een gezonde ontwikkeling van hun huwelijksband is dat. Omdat er de rust niet is om te luisteren naar de ander. Toch zullen ze beiden hiervoor moeten kiezen. Ik las ergens: ‘Luisteren is een prachtige manier om de ander te laten merken dat hij of zij belangrijk voor je is.’

Tijdens het huisbezoek van de ambtsdrager is het spreken over ‘luisteren’ een mooie invalshoek om het open over de relatie te hebben. Het kost dan minimale moeite om het gesprek op de relatie met de Heere te brengen, in elke ontmoeting voor de ouderling een must-do. Luisterend leven typeert immers het omgaan van de gelovige met God, luisteren naar Zijn stem. Die hoor je niet tijdens de drukte die voortduurt, die verneem je in de afzondering, de concentratie.

Kerkje in de kerk

Pastorale zorg voor het huwelijk van gemeenteleden blijft, ook na de bezinnende avonden die er in veel gemeenten voor trouwstellen zijn. Voor de ambtsdrager – je kunt de informerende vraag naar het huwelijk overigens ook als vriend of familielid stellen – gaat het daarin meer om een houding dan om gesprekstechniek. Het gewone leven biedt zoveel aanknopingspunten om pratend en luisterend af te steken naar de diepte. Zo’n concrete vraag is zelfs bij een moeilijke relatie eerder bevrijdend dan bedreigend. Ze geeft ruimte om kwetsbare thema’s te delen.

Het gezin als kerkje in de kerk – het is een uitdrukking die in mijn jeugd vaker klonk. Via de gezinnen werken we aan de opbouw van de gemeente. Het gezin als de oefenschool voor het leven, waar je leert de ander te zien, waar je leert vergeving te vragen en vergeving te ontvangen. Opdat de podcast ‘Scheiden met Stine’ voor de gemeente aan betekenis verliest.

P.J. Vergunst
P.J. Vergunst