Waar bent u naar op zoek?

Geloof en gevoel (2a)

Snakken naar erkenning

Dr. C.M.A. van Ekris
Door: Dr. C.M.A. van Ekris
25-04-2023

Communiceren over het Evangelie in een belevingscultuur, hoe doen we dat? Laten wij het belang van beleving/ervaring in onze tijd niet opvatten als een bedreiging, maar als een uitnodiging.

Tijdgenoten, in de kerk en daarbuiten, zijn geholpen met een directer communiceren over de existentiële betekenis van het christelijk geloof. Daar moeten we in preken en in gesprekken niet te lang mee wachten en niet te omslachtig over spreken. Ik zie dat niet als een knieval voor de tijdgeest, maar als een teken van vitaliteit: vanuit onze bronnen en vanuit onze ervaring kunnen we vrijmoedig spreken over de beleving van God en de beleving van het bestaan.
Misschien is het zelfs zo dat de tijdgeest een appèl op ons doet om het beste uit onze christelijke traditie te ontsluiten met het oog op de ervaring van mensen van vandaag. Misschien laat het ons ook een spiegel zien over de stille ervaringsarmoede die ik om mij heen waarneem. Het is iets dat we soms amper durven zeggen: dat ons spreken over Hem arm is, steriel, voorspelbaar.
Communiceren over het Evangelie in belevingsaspecten: ik wil iets proeven van het verlangen naar beleving in een gedicht, daarna drie aspecten: de ervaring van het leven, de ervaring van het belijden, de ervaring die niet comfortabel is.
Woordengraf
Ik wil beginnen met poëzie. Mieke van Zonneveld (1989), dichter en dertiger, een millenial dus, schreef het gedicht ‘gebed’. Ze schrijft daarin over ‘U’, U ‘van wie een cliché is gemaakt’. Dat doodt de ervaring: U in dode taal. De ik-figuur heeft daaraan meegedaan: ‘Ik heb U getypeerd, genummerd en gearchiveerd.’ Uw Naam, zo blijkt uit het gedicht, is in een archiefkast terechtgekomen, en die kast is als een ‘woordengraf’. Dat woord gebruikt ze: een ‘woordengraf’. Er is taal die zo doods is dat je er eigenlijk iets of iemand mee begraaft.
Dit is een gebed aan ‘U’. Het gedicht is een poging om die ‘gearchiveerde naam’ opnieuw aan te spreken, zodat die Naam toch levend blijkt te zijn, net zo levend als ik. Dat wil de geloofservaring: merken dat God leeft en dat ik leef. Alhoewel, ik las in een interview met de dichter dat ze erg ziek geweest is, acute leukemie. Op een haar na, toen ze amper twintig was, in een nacht gestorven. Ze was bijna dood. En juist toen sloeg de noodzaak toe dat U, Uw Naam, leeft. ‘Dit is mijn extra tijd’, lees ik in dit gedicht, ‘en ik jongleer met glazen seconden’. Daar wil ik het zo verder over hebben: hoe vanuit de bestaanservaring, ook de dreiging van de dood, de roep tot God kan gebeuren. Een op de zes jongeren in ons land denkt regelmatig serieus na over zelfdoding.
‘Ontbonden leef ik’
En dan, openhartig in het gebed, de zelfkennis: ‘Ontbonden leef ik, ontbonden zonder U.’ Dat is een belangrijke typering: ‘ontbonden leven’. Er is geen gebinte waarin ik leef, geen samenhang, geen structuur, waar leef ik eigenlijk voor, al snel ‘val ik uit elkaar’. Is dat misschien de noodzaak tot ervaring onder veel tijdgenoten, ook onder jongeren in diensten van uitbundigheid: de noodzaak tot een existentieel moment in de tijd, waarin iets van God door je geest en je lijf heengaat, waardoor je bij elkaar gehouden wordt? Niet een luxe, maar een noodzaak. Ik hoor dus een tijdgenoot aan het woord in dit gebed/gedicht, iemand die weet heeft van dreigende leegte. Dan de aangrijpende laatste strofe van het gebed: …
Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van vrijdag 28 april 2023. Neem een jaarabonnement (€ 52,50). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van onze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!

Dr. C.M.A. van Ekris
Dr. C.M.A. van Ekris

is programmaleider van Areopagus/IZB en coördinator van het aandachtsgebied ‘Profetie en profetische prediking’ van het Cornelis Graafland Centrum.