Soli Deo gloria
En elk schepsel dat in de hemel, op de aarde, onder de aarde en op de zee is, en alles wat daarin is, hoorde ik zeggen: Aan Hem Die op de troon zit, en aan het Lam, zij de dankzegging, de eer, de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Openbaring 5:13
Er klinkt een nieuw lied in de hemel. Een dankakkoord voor het Lam, Dat staat als geslacht. Door Hem worden hemel en aarde verenigd in de lofprijzing op de God van Israël.
Het heeft iets van een troonsbestijging. Diverse koorpartijen begeleiden het Lam, Dat in Zijn ‘handen’ de boekrol houdt. Nog even en Hij zal de zeven zegels verbreken: de openbaring van het komen van God in de geschiedenis.
De vierentwintig ouderlingen, de vertegenwoordigers van de wereldwijde gemeente, zetten in. Zij bezingen hoe het Lam hen met Zijn bloed heeft bevrijd en gemaakt tot koningen en priesters op aarde. De gemeente uit Israël en de volkeren is een zichtbaar teken van wat niet uit kan blijven: Gods rijk overwint.
Koningschap
Johannes komt ogen en oren tekort als de complete hemelse hofhouding hen bijvalt. Een ontelbare menigte engelen. ‘Tienduizenden tienduizentallen en duizenden duizendtallen’ (vs.11). Als met één mond brengen ze de lof aan het Lam: Psalm 150, zoals die op aarde nog nooit is gezongen. Er klinkt een zevenvoudige lofprijzing op het koningschap van de Mensenzoon. ‘Het Lam Dat geslacht is, is het waard om de kracht te ontvangen, en rijkdom, wijsheid, sterkte, eer, heerlijkheid en dankzegging.’ (vs.12) Nu de hemelse hofhouding zo zingt, kan de aarde niet achterblijven. De hele kosmos moet meedoen. In de hemel, op de aarde, onder de aarde, op en in de zee – álles juicht. Hoe kan het ook anders? Het verlossingswerk van het Lam heeft afmetingen die al het geschapene omvatten. ‘Zijn Koninkrijk heerst over het wereldrond.’
Zelfs wat ‘onder de aarde’ is, kan niet zwijgen. Ook de onderwereld erkent het koningschap van God en het Lam. De macht van de duisternis is voorgoed gebroken in de opstanding van de Gekruisigde en er komt een dag dat iedereen toegeeft: ‘Jezus Christus is Heere!’ (Fil.2:11)
‘Amen!’, roepen de vier dieren, de vertegenwoordigers van de schepping uit alle seizoenen en windstreken. Zo is het en zo zal het worden. De eeuwigheid vervult de tijd. En de vierentwintig ouderlingen – ze konden toch al niet overeind blijven – werpen zich plat op de grond in aanbidding.
Geloven vandaag is leven met déze hemelse liturgie in het hart. Het is de Geest Die je ziel beroert, je ogen en oren vernieuwt.
Het is zien hoe de schepping zucht als in barensnood, onderworpen aan de zinloosheid (Rom.8): de klimaatverandering, de ontbossing, een stijgende zeespiegel, het uitsterven van dieren, milieurampen, de uitstoot van giftige stoffen… ‘Wij staan collectief schuldig, we kunnen zelfs de omvang van onze schuld amper peilen. Het probleem loopt ons aan alle kanten over de schoenen. Erbarm U over ons.’ (Koos van Noppen)
Maar in die crisis klinkt naast zuchten ook zingen. Dwars door alles heen horen we het loflied van een fluitende merel en van spelende eekhoorntjes in de tuin, het ruisen van koren op het land, het geloei van koeien in de wei, spelende kinderen op straat in Beirut. Een prelude op wat eens komt.
Dankdag
God laat Zijn schepping, die wij hebben vernield, niet los. Wij prijzen Gods trouw in onze ontrouw, ook op dankdag in coronatijd. Hij zegent ons met dagelijks brood. Onverdiend. Hij verrijkt ons met het vergeten inzicht dat het in dit universum niet draait om ons en dat geldzucht de wortel van alle kwaad is (1 Tim.6:10). Hij zegent ons met tranen en troost ons daarmee dat het Lam regeert, al zou alles in ons leven omver vallen. ‘Uw wil geschiede, gelijk in de hemel zo ook op de aarde.’ Dit is een gebed dat wij in Naam van het Lam het loflied van Gods schepping niet zullen verstoren, maar beschermen en bijvallen. Dat wij leven zullen in diep ontzag en in liefde en met hart voor de rechten van God. Totdat – door de weeën heen – een nieuwe schepping is geboren.
Gij hebt de bloemen op de velden
met koninklijke pracht bekleed.
De zorgeloze vogels melden
dat Gij uw schepping niet vergeet.
’t Is alles een gelijkenis
van meer dan aards geheimenis.
Laat dan mijn hart U toebehoren
en laat mij door de wereld gaan
met open ogen, open oren
om al uw tekens te verstaan.
Dan is het aardse leven goed,
omdat de hemel mij begroet.