Waar bent u naar op zoek?

Spelregels voor de oorlog

ds. T. de Ridder
Door: ds. T. de Ridder
16-02-2023

Wanneer u een stad vele dagen belegert en ertegen strijdt om haar in te nemen, dan moet u haar vruchtbomen niet te gronde richten door de bijl erin te slaan. Deuteronomium 20:19a

Matigheid is geen deugd waar we tegenwoordig warm voor lopen. Je moet er in je leven vooral vól voor gaan. Maar dat is niet de boodschap die Israël meekrijgt op de drempel van het beloofde land.

Abram voerde oorlog (Gen.14) en Mozes voerde oorlog (Num.31; zie meditatie vorige week). En in de toekomst zullen er oorlogen blijven komen, ook in het beloofde land. Er zullen oorlogen blijven tot de wederkomst van de Heere Jezus (Matt.24:6). Dat is een verschrikkelijke werkelijkheid. Het geldt natuurlijk ook voor het christelijk leven in het algemeen dat de strijd tegen zonde, duivel en eigen vlees ons hele leven bepaalt. Maar hóé je die strijd voert, daar kun je wel over nadenken.

Niet alles mag kapot

Voor je het weet, loopt een oorlog uit de hand. Na de Eerste en Tweede Wereldoorlog met hun ongekende schaal van vernietiging zijn er daarom internationaal regels afgesproken voor tijdens de oorlog. Je mag bijvoorbeeld geen burgerdoelen aanvallen. Gewonden, ook van de tegenpartij, en krijgsgevangenen moet je goed verzorgen. Chemische wapens zijn verboden. Jonge militairen die hier les in krijgen, moeten daar soms ongelovig om lachen. Het lijkt zo tegenstrijdig dat je elkaar dood mag schieten, als het maar wel volgens de regels gaat.

De kiem voor dit oorlogsrecht ligt hier, in dit vers, in de Bijbel. Uniek in het Oude Midden-Oosten is deze regel, dat niet alles geoorloofd is in tijden van oorlog. Vóór de oorlog moet eerst de vrede uitgeroepen worden (vs.10). Ín de oorlog mag niet alles kapot. Je mag niet winnen door een totale vernietigingsoorlog te voeren. Dood en verderf mogen het einde niet zijn. Er moeten bomen blijven groeien, die vrucht kunnen dragen. Voor ná de oorlog.

Leefbaar

Tussen twee haakjes, dit heeft naast een militaire, ook een ecologische kant: er zijn blijkbaar grenzen aan het benutten van grondstoffen en de schaal waarop je het milieu mag vernietigen. In ons ongebreidelde economische systeem zit misschien wel een heel concrete overtreding van dit gebod. Op het terrein van consumptie lijkt alles geoorloofd. De vraag of er wel iets overblijft voor onze kinderen en kleinkinderen dringt zich in onze tijd steeds verder op. De wereld moet wel leefbaar blijven. Vruchten moeten kunnen blijven groeien.

Hoe bitter de strijd ook mag zijn, zij mag nooit zo totaal worden dat het eigenlijke doel uit het oog raakt. Dat doel is niet winnen om te winnen, maar dat is een samenleven in vrede. Ieder onder zijn eigen wijnstok en vijgenboom (Mi.4:4) in een oorlogloze wereld. Zo kunnen in ons leven ons eigen succes en geluk nooit een levensdoel vormen. Wie streeft naar geluk, zal slechts het ongeluk vinden.

Nadeel

Heel eerlijk moet we zeggen: De zelfbeheersing in de strijd kan in je eigen nadeel werken. Zeker als je vecht tegen een tegenstander die wel tactieken van de verschroeide aarde toepast. De totaal kapot geschoten steden Marioepol en Aleppo bewijzen dit. Toch is het dodelijker de hoop op toekomst te laten varen dan voor een tijd verslagen te worden. ‘Want wat baat het een mens, als hij heel de wereld wint en aan zijn ziel schade lijdt?’ (Matt.16:26a)

Blijkbaar geldt ook voor het geloofsleven en onze ethiek dat we best radicaal mogen zijn. Misschien wel meer dan we doorgaans zijn. Christen zijn mag best wel pijn doen. Maar dan toch vooral bij onszelf en niet bij anderen. Standpunten kunnen gemakkelijk wapens worden, waarmee we een ander verwonden, terwijl we zelf buiten schot blijven. Dat is niet volgens deze bijbelse spelregel.

Mildheid

God Zélf wil dus ook niet koste wat het kost winnen, getuige dit gebod. Zijn volk Israël mag gaan wonen in het beloofde land, verovering is daarvoor nodig. Het is een oorlog en dat gaat niet zachtzinnig. Bij de intocht gaat het over de vernietiging van hele steden en volken, waarbij God Zelf als een Strijder het meeste werk doet. Maar God geeft en wil geen carte blanche. Zo is Hij niet. Hij kiest er in de hele heilshistorie voor niet Zijn volledige recht en macht te laten gelden onder ons mensen. Dat zou niets en niemand overleven, ook Zijn eigen volk niet. ‘Hij doet ons niet naar onze zonden.’ (Ps.103:10) Liever laat Hij ruimte voor bekering, en draagt Hij Zelf het kruis. Matigheid en mildheid komen zo voort uit het Evangelie, uit Wie God Zelf is in Jezus Christus.

ds. T. de Ridder
ds. T. de Ridder