Waar bent u naar op zoek?

blog

Synode Protestantse Kerk spreekt opnieuw over ‘predikant en pastor’

Stap voorwaarts

P.J. Vergunst
Door: P.J. Vergunst
Kerk
12-02-2024

Hoe langer de discussie in de synode over de komst van de hbo-theoloog (de ‘pastor’) duurt, hoe lastiger het is om een overview te houden over de jarenlange bezinning op en de besluiten over het eigene van de predikant en de pastor. Een poging om het voor kerkenraden en gemeenten helder te houden.

Een belangrijk moment uit het gesprek op de synode, donderdagavond 8 februari in Doorn, haal ik eerst naar voren. Scriba dr. R. de Reuver spreekt over de reden waarom er gedacht is aan differentiatie binnen het ene ambt van dienaar van het Woord, differentiatie tussen de academische predikant en de hbo-opgeleide pastor. Het onderscheid tussen beiden kreeg met name vorm in het spreken over twee denkniveaus, niveau 7 voor de predikant en niveau 6 voor de pastor.

Dr. De Reuver: ‘Het spreken over niveau 6 en 7 komt voort uit de theologische bezinning die we met de classispredikanten voerden. We vroegen hen – naast waar we dankbaar voor zijn – naar wat er misgaat, zowel bij de kerkelijk werker als bij de predikant. Dan blijkt de oorzaak van het niet goed gaan niet bij de opleiding te liggen, maar nogal eens bij de karakterstructuur en de communicatieve vaardigheden. Dit betekent dat we ruimte kunnen scheppen voor beide profielen binnen het ene ambt van dienaar van het Woord.’

Charisma van de predikant

Zijdelings kwam hier een aspect van het werken in de kerk langs, dat breder gesprek verdient. We herkennen immers dat de nadruk op het charisma van de predikant sterker geworden is, dat zijn sociale en communicatieve vaardigheden in de tijd en de cultuur waarin we leven, belangrijk geworden zijn. Juist op de morgen dat de synode bijeenkwam, spraken we hierover door met tien predikanten uit de kring van de Gereformeerde Bond, de vijfde van acht regionale ontmoetingen die ons bestuur dit winterseizoen belegt. En we deelden – terwijl de predikant moet leren leven met wekelijkse (prestatie)druk die er vanuit kerkenraad of gemeente kan zijn – dat het gebed ons als instrument geschonken is om het vol te houden. We hoorden dat God mij met mijn concrete gaven én tekorten in dienst nemen wil, al blijft er tegelijk de opgave tot karaktervorming in het leven van de heiliging. Elkaar stimuleren, elkaar wijzen op Jezus, Die Zijn roeping als Zoon van God en Zoon des mensen slechts volhield door de vertrouwelijke omgang met de Vader – het is essentieel voor de uitoefening van het ambt

Geroepen, bekwaamd, gezonden

Hoe nódig het is dat de Protestantse Kerk, die zichzelf is gaan verstaan als een mozaïek van kerkplekken, in een periode van krimp nadenkt over de zorg voor alle gemeenten, over een adequate opleiding van alle werkers in ons midden, tegelijk zien we dat er meer is dan een goede theologische opleiding. Vooral beseffen we dat de zalving met de Heilige Geest onmisbaar is om in verbondenheid met Christus het ambt naar behoren uit te oefenen.

Dit sluit aan bij de woorden van ds. M. van Heijningen (Alblasserdam) op deze synode: ‘We hebben met elkaar één belang: de verkondiging van het Evangelie van Jezus Christus. Daarvoor moet je geroepen zijn, en gezonden. Wij praten vooral over hoe je hiertoe ‘bekwaamd’ wordt.’ Het is goed als we deze trits bijeen houden.

Extra vergadering

De extra synodevergadering op donderdagavond moest de in november ontstane impasse repareren. Toen lag er het voorstel – in het kader van nadenken over beroepbaarheid en opleiding – dat predikant en pastor (de laatste via een aanvullende hbo-master) op hetzelfde werk- en denkniveau (niveau 7) zouden moeten komen. Veel steun was er daarbij voor de motie van ds. A.N. van der Wind (Kerkwijk) om hierin niet mee te gaan, terwijl een ander substantieel deel op dat moment niet wist wat wijsheid is.

Vorige week lag er op tafel een voorstel voor het profiel van een predikant op werk- en denkniveau 7 en van de pastor op werk- en denkniveau 6, waarbij onderscheid wordt gemaakt in type opleiding en in rol en taak. De predikant vervult hierbij naast een plaatselijke ook een regionale of landelijke rol. Hiermee wordt tegelijk ingespeeld op de verwachte ontwikkelingen binnen de kerk in de komende decennia.

Gelijkschakeling is lastig

Leidend in de bespreking was een notitie van prof. P.M. (Maarten) Wisse van de PThU, onder wiens leiding een commissie twee jaar geleden een ‘ambtstheologie voor de Protestantse Kerk’ opstelde, de nota ‘Geroepen door Christus’, die ‘de waarde van de ambten in onze kerk en onze tijd centraal stelde’.

Nu had Wisse in zeven pagina’s ‘De weg van het ambt: een stap voorwaarts’ aangereikt. Hij signaleert onder meer
– dat in de voorstellen uit november het ongeveer even moeilijk is om pastor te worden als het is om predikant te worden;
– dat gelijkschakeling lastig is voor kleine gemeenten die geen volledig predikantstraktement kunnen betalen;
– dat er op termijn minder academische predikanten komen omdat een andere route tot dezelfde kwalificatie kan leiden;
– dat het goed functioneren van kerkelijk werkers met een hbo-bachelor niet gehonoreerd wordt.

Vervolgens benoemt hij dat zowel in de voorstellen van het moderamen als in de november-motie van ds. Van der Wind de invoering van twee beroepsprofielen niet betwist wordt, dat er consensus is over de bediening van Woord en sacrament als de kern van het ambt én dat je differentiatie binnen het ambt ook áchter elkaar kunt zetten.

Tekort aan ambtsdragers

In de oecumene, aldus prof. Wisse, is er ‘een soort van tactiek’ om bij uiteenlopende standpunten gezamenlijke zorg te verwoorden. Hijzelf doet dat nu ook. Dan komt hij uit bij de zorg om goed gekwalificeerde geordineerde ambtsdragers, de zorg over het aantal studenten theologie als de eisen te hoog zijn, zorg over de betaalbaarheid van de pastor, zorg over de waardering van kerkelijk werkers die nu goed functioneren, zorg vanwege aarzelingen bij een hiërarchische verhouding.

Alle praktische overwegingen verbindt Wisse dan met de theologie. Immers, ‘je moet je principes niet opgeven, maar soms wel het ideaal onderscheiden van datgene wat in het hier en nu het best haalbare is’. Hij signaleert dat het tekort aan ambtsdragers in een hoog tempo om zich heen grijpt, dat kerkelijk werkers die als voorganger fungeren dit in het algemeen goed doen én dat er een sterke weerzin tegen hiërarchie is.

De weg vooruit wijst Wisse door te benoemen dat hiërarchie niet aan opleidingsniveau gekoppeld moet zijn, maar dat toenemende kennis en ervaring gerelateerd zijn aan een groter bereik van je werkzaamheden als ambtsdrager. Ter wille van de toekomst van de Protestantse Kerk zal verbondenheid tussen geordineerde ambtsdragers een veel robuustere vorm moeten krijgen.

Bespreking

Het moderamen stelde – mede op basis van wat prof. Wisse aanreikte – de synode voor te komen tot een beschrijving van de profielen van de predikant op niveau 7 en van de pastor op niveau 6, waarbij de predikant ook regionale of landelijke taken vervult (mentor, consulent, coach, interim- of classispredikant). Zo wordt wetenschappelijk-theologische kennis en bezinning in het ambt van predikant geborgd.

Nieuw in de nu gedane stap is dat predikant en pastor niet meer onder en boven elkaar staan, niet meer naast elkaar, maar áchter elkaar, en het ambt zo gezien wordt als een weg die je gaat. Ruimte voor levenslang leren is er op deze weg.

Ouderling A. Renting (Zuidwolde) schaart zich namens de afgevaardigden uit de drie noordelijke provincies achter de inbreng van prof. Wisse en pleit voor maximale toegankelijkheid tot het ambt.
Ds. A.N. van der Wind trekt een deel van zijn amendement in, als hem toegezegd is dat ‘een heldere, herkenbare beschrijving van het onderscheid tussen beide profielen van de dienaar des Woords’ later volgt.
Ds. G. van Helden (Buitenpost) wil de beoogde samenwerking tussen predikant en pastor verbreden naar de gemeenten én naar de opleidingen.
Ds. E.K. Foppen (Den Haag) informeert naar het onderscheid tussen bovenplaatselijk (werken voor classis of synode) en meerplaatselijk. ‘Dat laatste kan iemand met niveau 6 toch ook?’
Dr. P.A. Verbaan constateert als voorzitter van de Generale Raad van Advies dat er nu veel congenialiteit is, ‘maar we moeten nog wel komen tot concrete voorstellen en besluiten’.
Ds. A. van Lingen (Kinderdijk) sluit zich hierbij aan. ‘We moeten ons niet rijk rekenen. Want hoe staan niveau 7 en niveau 6 achter elkaar op de weg?’

‘Laat Uw werk…’

Opgewekt gaan de synodeleden huiswaarts, nadat de voorstellen met slechts één stem tegen aanvaard zijn. De directeur van de dienstenorganisatie, ing. G.J. (Jurjen) de Groot, erkent dat de diepte van de uitwerking op problemen kan stuiten, dat er vraagstukken zijn ten aanzien van onderwijs en de HR-inrichting (het ondersteunen van mensen in scholing en prestaties). De synode hoopt dit jaar te komen tot finale besluitvorming.

Ondertussen bidden we voor de kerk, om arbeiders in de oogst, om mensen die weten van de zalving met de Heilige Geest. ‘Laat Uw werk aan Uw dienaren gezien worden, Uw glorie over hun kinderen. De lieflijkheid van de Heere, onze God, zij over ons; bevestig het werk van onze handen over ons, ja, het werk van onze handen, bevestig dat.’ (Ps.90)

Geïnteresseerd in meer lezenswaardige artikelen? Neem een jaarabonnement (€ 53). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van onze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!

P.J. Vergunst
P.J. Vergunst

is hoofdredacteur van De Waarheidsvriend.