Waar bent u naar op zoek?

blog

Synode denkt na over huisgemeenten

20-11-2017

Het woord dat God tot ons spreekt, grondvest de gemeente, die er vervolgens op antwoordt. Om die reden speelt de verkondiging een belangrijke rol in de protestantse eredienst.

Deze woorden schrijft prof. Marcel Barnard in de handreiking ‘Tot Gods eer’, die het gesprek over de liturgie stimuleren wil. ‘Voor Calvijn is Woord geen woordenvloed.’ 

In het kader van een focus op de kern van het kerk-zijn stimuleert de synode het inhoudelijke gesprek over onderdelen hiervan. Een jaar nadat prof. J. Muis over de beleving van het avondmaal sprak, liet een andere hoogleraar van de Protestantse Theologische Universiteit, prof. Barnard, in zijn hart kijken ten aanzien van de eredienst. De hoogleraar Liturgiewetenschap benoemde zelf het paradoxale toen hij aangaf dat je de liturgie moet vieren, meer dan dat je erover moet spreken. En tegelijk, bij een groeiende verscheidenheid ten aanzien van de inrichting van de eredienst, is het goed in gemeente en kerkenraad na te denken over wat een eredienst is. In hervormd-gereformeerde kring zien we dit meer dan ooit gebeuren, nogal eens aan de hand van het boekje In de kerk, bij God. Aspecten van de reformatorische eredienst

Verbeelding

Prof. Barnard gaf in zijn toespraak aan dat zijn jeugdjaren de tijd waren van de liturgische vernieuwing, een periode die hem diepgaand gevormd en voorgoed gegrepen heeft. In de liturgie zag hij ‘spelvormen om de stem van de God van Israël te verstaan. De liturgie werd voor hem de verbeelding van de wereld zoals God die Zich voorstelt’.

Later, als docent aan de universiteit, maakte hij zowel kennis met de klassiek-gereformeerde liturgie (‘ik zag de strekking van het gebed en de kracht van de prediking’) als met worship en praise. Zo – als laatste ook door de ontmoeting met het wereldchristendom – werd hij ‘opgenomen in de dynamiek van het Woord. Waarom raakt mij dat zo diep? Ik weet het niet, heb geleerd dat er geen redelijke grond is voor het geloof in Jezus als Heer, kan mijn beste vrienden niet uitleggen waarom ik christen ben.’ 

Brede cirkel

Prof. Barnard gaf aan dat (onder anderen door de theologen O. Noordmans en G. van der Leeuw) in de protestantse traditie verschillende accenten inzake de eredienst gelegd zijn: Staat de uitstorting van de Geest of het vleesgeworden Woord centraal? Staat het avondmaal of de preek centraal? Is de liturgie vormvast of niet? Ontvangen we het heil alleen door het geloof of ontvangen we het heil in de liturgie onafhankelijk van het geloof? Het zijn vragen die ertoe doen.

Zelf trekt prof. Barnard in Tot Gods eer een brede cirkel als het gaat om de vindplaatsen voor het geheim van de liturgie, van de ontmoeting met God. Dat geheim voltrekt zich in de zondagse eredienst in de gemeenten maar naar zijn mening onder andere ook ‘in huisdiensten en privévieringen, op liturgische momenten op het internet, de televisie of radio (…) en ook op dikwijls onverwachte momenten waar dan ook in onze cultuur’. De vraag lijkt me of de wekelijkse samenkomst van de gemeente in lijn geplaatst kan worden met confrontaties met kunst in een zogeheten museumdienst. Uiteraard neemt dat niet weg dat de persoonlijke ontmoeting met God overal plaatsheeft waar een mens zich gelovig buigt voor zijn Schepper. 

Woord en taal

Nadat de synodeleden een uur in groepjes spraken over wat hen in de liturgie raakt, rondde prof. Barnard de discussie af. Hij citeerde Calvijn: ‘Calvijn zette het Woord centraal, al wilde hij ten minste één keer per week het avondmaal vieren. Maar Woord is voor hem geen woordenvloed. Woord is niet per se taal, Woord is de manier waarop God ons wil redden.’

Met ruime meerderheid steunde de synode een amendement van ds. T. Huisman uit Zeerijp, die voorstelde de notitie gebruiksvriendelijker te maken. Samen met enkele filmpjes over de stijlen van eredienst (luthers, klassiek-gereformeerd, neo-calvinistisch, de liturgische beweging en de praise and worship-beweging) zal ‘Tot Gods eer’ naar de gemeenten verzonden worden. Opdat daar opnieuw geleerd wordt om Wie het in de eredienst gaat. 

*** 

Huisgemeenten

Over het nieuwe verschijnsel ‘huisgemeente’ – hoewel, het komt al voor in het Nieuwe Testament – voerde de synode eveneens een bezinnend gesprek. Het voorstel is om in de kerkorde op te gaan nemen dat ‘een huisgemeente een kleinschalige gemeenschap is die samenkomt om te vieren, te leren, te dienen, daar waar geen gemeente (meer) is’. Die huisgemeente wordt gevormd ‘bij besluit van de classicale vergadering en staat onder verantwoordelijkheid van de kerkenraad van een naburige gemeente of van de classicale vergadering’.

Ter inleiding op dit gesprek zoomde dr. J.A. van den Berg in zijn functie van voorzitter van het platform ‘Kerk 2025’ in op een context van krimp en op een missionaire situatie. ‘Als er minder kerkgangers zijn, nauwelijks nog ambtsdragers gevonden worden en een gemeente niet met een andere kan samengaan, komen de grenzen van een eeuwenoud kerkmodel in zicht.’ Synodeleden gaven hun mening over vier vragen. 

Waar denkt u aan bij het woord ‘huisgemeente’?

Oud. C. de Heer (Houten) denkt aan een huiskamer en spreekt daarom liever over basisgemeente.

Ds. T.J. Oldenhuis (Coevorden) wil een huisgemeente ‘zo simpel mogelijk invullen. Waak ervoor een tegengemeente te vormen.’

Oud. G. Flim (Rijssen) vraagt naar de precieze omvang van een huisgemeente.

Oud. J.W. Boorsma (Workum) denkt bij een huisgemeente aan een oud kerkgebouw in een dorp waren mensen iets zichtbaar maken van wat de kerk is.

Ds. A.H. Wöhle (Amsterdam) denkt aan een verschijningsvorm van de kerk als de gemeente de reguliere eredienst niet meer kan onderhouden. 

Welke basistaken moet een huisgemeente vervullen?

Ds. M.G. Pettinga (Monnickendam) heeft de associatie met het Nieuwe Testament en noemt Woord, gebed, breking van het brood en eigentijds diaconaat.

Ds. M.J. Tekelenburg (Reeuwijk) ziet een huisgemeente graag ingebed worden in de christelijke traditie. ‘Want ik zie veel huisgemeenten die íets met religie hebben.’

Ds. H. Jansen (Drachten) wil aan een huisgemeente niet de verplichting koppelen om wekelijks samen te komen.

Mw. ds. A.J. Wouda (Sexbierum) vreest voor wildgroei en pleit daarom voor de aanwezigheid van ambtsdragers. 

Hoe ziet u de inbedding van een huisgemeente binnen het geheel van de kerk?

Mw. oud. A. Verbeek (Amsterdam) pleit voor ruimte.

Diaken J.A.A. Bas (Alblasserdam) noemt de inbedding van een huisgemeente een teken van omzien naar elkaar.

Ds. M.J. Tekelenburg zegt van een kleine gemeente te horen waarin men op termijn wat uitgeleerd was aan elkaar, een gemeente die hulp nodig had om vitaal te blijven. 

Wie mag voorgaan in een huisgemeente?

Diaken G. Visser (Zoetermeer) is bang voor chaos in de kerk. ‘We moeten voorzichtig zijn, zodat het Woord van God in een huisgemeente goed uitgelegd wordt.’

Ds. D. van Duijvenbode (Monster) pleit voor een laagkerkelijke en niet-ambtelijke invulling.

Ds. L.O. Giethoorn (projectleider Kerk 2025) wijst op de streekgemeente Noordhorn-Saaksum, waarvan Saaksum als huisgemeente fungeert en waar men bijeenkomt rond Woord en sacrament.

Verandering van tijdperk

Bij de evaluatie van dit gesprek zegt de schrijver van de notitie ‘Huisgemeente’, dr. Sake Stoppels, docent aan de Vrije Universiteit, dat het uitgangspunt niet kan zijn dat we moeten houden wat we hebben. ‘We leven immers niet in een tijdperk van verandering, maar in een verandering van tijdperk.’

Dat laatste citaat (van de hoogleraar Transitiekunde Jan Rotmans) is een rode draad in de bezinning op en het beleid van de synode geworden. Enkele jaren al staat ‘Kerk 2025’ op de agenda, het toewerken naar een qua organisatie kleinere kerk, die haar bronnen kent en daaruit leeft. Om dat laatste zal het blijvend moeten gaan, wil de kerk kérk blijven: oriëntatie op het Nieuwe Testament (en daarmee tegelijk op het Oude Testament). Kleine kracht, en toch Mijn woord bewaard, en toch Mijn Naam niet verloochend. Waar ‘klein en getrouw’ samengaan, houdt de lofzang niet op, de eredienst aan God, in Zijn gemeente en in ons dagelijks leven. Dan geeft niemand anders dan Christus een geopende deur, een belofte voor degenen die Hij volharding geleerd heeft.

P.J. Vergunst