Waar bent u naar op zoek?

Tegendraads leven

Esther Visser
Door: Esther Visser
23-02-2023

Hoe geef je je geloof gestalte in onze tijd? Dat is de hoofdvraag waarmee dr. J. Hoek aan de slag is gegaan in zijn nieuwste boek Geleefd geloof. Omgang met God in deze tijd. Dat christenen in onze tijd soms voor spannende en moeilijke keuzes komen te staan, staat buiten kijf.

I vijf hoofdstukken verkent dr. Hoek hoe geloven in een ‘kantelende tijd’ concreet gestalte kan krijgen. Mijn eerste vraag is altijd: met wie in het achterhoofd hebt u dit boek geschreven? Dr. Hoek: ‘Het boekje is bedoeld voor persoonlijke bezinning én voor kringen, die samen vijf avonden kunnen besteden aan vragen van geloofsbeleving. Vandaar ook de gespreksvragen aan het eind van elk hoofdstuk.’

Bij uitstek conservatief

Aan het begin van het boek kom ik de volgende zin tegen: ‘De gemeente van Christus is behoudend en vernieuwend tegelijk, zij is bij uitstek conservatief en bij uitstek progressief.’ (p.28) Toch zien we de laatste jaren een verschuiving binnen veel kerken, vooral als het gaat om de moraal over seksuele relaties. Hoe houden we vast aan de bijbelse norm, als niet eens meer gevoeld wordt dat het een bijbelse norm is? Hoe bieden we het postmoderne relativisme (het verankeren van waarheid en goedheid in veranderlijke opvattingen van mensen) het hoofd?

Dr. Hoek: ‘We zijn als het goed is als levende vissen die tegen de stroom in zwemmen. De stroomrichting van de huidige tijd duid ik overwegend negatief. De ontwikkelingen zijn voor de gemeente van vandaag heel ingrijpend. We zien hoe een eeuwenlang gekerstende cultuur in ras tempo verdwijnt. De gemeente moet opnieuw leren om tegendraads te leven. De urgentie daarvan dienen we opnieuw te gaan beseffen. Eeuwenlang was alles en iedereen min of meer christelijk beïnvloed en hadden we een gedoopte natie, maar dat is nu verleden tijd.’

U citeert Robert Plomp, die in zijn boek Nederlander met de Nederlanders zegt: ‘Het afwijzen van homoseksualiteit wordt algemeen beschouwd als een middeleeuwse opvatting die niet alleen achterhaald is, maar ook zeer onrechtvaardig. (…) Hoe kun je een licht zijn als de niet-christenen de kerk juist zien als een donker gat van onrecht?’

‘Het lijkt soms onmogelijk te zijn geworden om het hier over te hebben. Zo gebeurde het laatst dat mensen werden uitgenodigd om de zegening van het homohuwelijk van een nichtje in de Protestantse Kerk bij te wonen. Ze hebben lang en intensief nagedacht over de vraag hoe hierop te reageren. Uiteindelijk hebben ze uitgelegd dat het voor hen een brug te ver was om de dienst bij te wonen. Het gevolg was een diepe breuk in de familiekring!

In de Vroege Kerk hadden christenen ook eigen opvattingen waar ze tegen de stroom in aan vasthielden. Zij werden toen beschuldigd van ‘haat tegen het menselijk geslacht’. Het staat buiten kijf dat we alles moeten doen om misverstanden te voorkomen, om zo zorgvuldig mogelijk te communiceren. Maar op een gegeven moment kom je voor grenzen te staan.’

Uitdaging

Tegelijk hoort de gemeente dus progressief te zijn, u schrijft: ‘In het steeds weer vinden van nieuwe woorden en wegen om de aloude boodschap vers en fris aan de mens van vandaag thuis te bezorgen.’ Hoe kan dat in Gereformeerde Bondsgemeenten, waar traditie een grote rol speelt, vormgegeven worden?

‘De voorganger van de 21e eeuw moet echt met beide benen in de realiteit staan en geen wereldvreemde preken houden. Als het goed is, voedt het pastoraat de prediking. De predikant ontmoet jongeren en ouderen. Ik geloof in de vruchtbare wisselwerking tussen prediking en pastoraat.

Wat betreft de liturgie is er in de erediensten in onze kring veel veranderd, er is zeker meer variatie gekomen. Tegelijk moet de verkondiging van het Woord wel centraal blijven. De ontlezing neemt toe, en dat vormt een uitdaging voor het blijven opbouwen van de gemeente.’

U wijdt een heel hoofdstuk aan de gereformeerde geloofsbeleving. Als je nu andere tradities binnen het christelijk geloof zou vragen waar zij jaloers op zijn in de gereformeerde traditie, en wat zij missen, welke antwoorden zou je dan krijgen volgens u?

‘Ik denk dat ze jaloers zouden zijn op het theocentrische, op de nadruk op Gods soevereiniteit. Het in heel je bestaan op God gericht zijn en de drie-enige God centraal stellen… Ik denk dat dat buitenstaanders wel opvalt.

Wat zouden ze missen bij ons? Enthousiasme, aanstekelijke blijdschap, openhartigheid om mooie dingen van je geloof met anderen te delen, missionaire uitstraling. Als je overtuigd bent van de rijkdom van jouw traditie, zou je daar anderen toch in willen laten delen? Waarom zijn we daar dan zo terughoudend in?

Ik heb zelf een diepe overtuiging dat in het gereformeerde geloof veel potentie zit, ook voor onze tijd. Hopelijk kruipen we niet in onze schulp. Ook in onze tijd geeft God nieuwe kansen, als we maar midden in de maatschappij staan, naar anderen luisteren en de juiste woorden weten te vinden. Christenen mogen fier zijn op wat hun is toevertrouwd. God is een God van alle eeuwen. Wij zijn toch geroepen door de Heilige Geest om dat duidelijk te maken.’

Op zondag

Hebt u ideeën over hoe we op een eigentijdse manier huisgodsdienst vorm kunnen geven in deze tijd?

‘We kunnen niet terug naar de situatie in de jeugd van dr. Wim Verboom, die ik citeer in het eerste hoofdstuk. Alleen al dat je drie keer per dag met elkaar uit de Bijbel leest – dat is iets wat in jonge gezinnen nauwelijks meer gebeurt. Laten we zoeken naar een aantal contactpunten in de week waarin we samen zijn en jongeren hun eigen Bijbel erbij hebben. Ieder gezin moet dan zelf bepalen wat mogelijk is. Ik zou zeggen: streef naar minimaal drie momenten in de week.

En: wat maak je van de zondag? Als je samen naar de kerk bent geweest, kun je dan op de dienst terugkomen? Lukt het bijvoorbeeld om tijdens de maaltijd er even op terug te kijken? Kun je de zondag beleven als een geestelijke dag? Tegenwoordig wordt het steeds gewoner om verjaardagen op zondag te vieren. Zo jammer.

En er is een schrikbarende achteruitgang van de zondagmiddagdiensten. Dat hebben we zelf in de hand gewerkt door de leerdiensten af te schaffen. Nu onderscheidt de tweede dienst zich nauwelijks van de morgendienst. Het zou mooi zijn om in die tweede dienst meer dialogische elementen te verwerken. Laat bijvoorbeeld eens iemand uit de praktijk vertellen over hoe hij of zij christen is in het dagelijkse leven en laat anderen dan reageren. Zorg intussen dat je in de ochtend goed vasthoudt aan stevige prediking, zonder allerlei liflafjes voor te schotelen.’

U legt in uw boek een verband tussen avondmaal en gerechtigheid. Kunt u dit verband toelichten?

‘We kennen vanouds de collecteschaal op de avondmaalstafel. Wie beseft welke diepe betekenis dat heeft? Sommigen menen zelfs dat die bedoeld is om te betalen voor het brood en de wijn! Het avondmaal sloot in het Nieuwe Testament nauw aan bij de zogenoemde agapè-maaltijd – een maaltijd van dienende liefde waarbij rijken eten meenamen en dat deelden met de armen. Delen met elkaar hoort bij het avondmaal. De verticale dimensie – Christus heeft Zijn lichaam voor ons gegeven en Zijn bloed voor ons vergoten – komt samen met de horizontale dimensie: de onderlinge liefde en het omzien naar de armen, waarvoor de avondmaalscollecte symbool staat. Het is een goed idee om de avondmaalscollecte te besteden aan een concreet diaconaal project. Zo komen de verticale en horizontale dimensies samen bij het avondmaal: Christus’ bewijs van dienende liefde en Zijn gemeente die uitdeelt aan de mensen om hen heen.’

Zending

Zending is harder dan ooit nodig. Toch is het niet druk bij de GZB wat betreft kandidaten. Wat is er aan de hand in onze gemeenten?

‘Er zal heel concreet moet worden gesproken over zendingsprojecten. Elke gemeente zou haar eigen zendingswerkers moeten ondersteunen. Zo kan er concreet voor zending gebeden worden. Laat zendingswerkers die op verlof zijn spreken tijdens de eredienst. Ook in de voorbede kan iedere zondag gericht voor een zendingsproject gebeden worden. Er is een GZB-kalender waar de predikant gebruik van kan maken. Laat het niet blijven bij algemene termen. Overigens neemt het aantal studenten theologie ook af. Oud-voorzitter van de Gereformeerde Bond, ds. G. Boer, van wie ik nog catechisatie heb gehad, bad elke zondag dat “God mensen zou uitstoten in de wijngaard”. En in alle gemeenten waar hij heeft gestaan, is dat ook gebeurd!’

Esther Visser
Esther Visser