blog
Zegen rond de Bijbel is daar waar Mijn Woord in acht genomen wordt
Tien jaar HSV
Tien jaar na de presentatie van de Herziene Statenvertaling mogen we dankbaar constateren dat de HSV breed gedragen wordt. Omdat ze tegelijk betrouwbaar en verstaanbaar is.
Dat is bijzonder, omdat nadenken over psalmberijming of bijbelvertaling in de Nederlandse context voor je het weet gepaard gaat met een gesprek dat tot verwijdering of onbegrip leidt.
Een vast punt op de agenda van de bestuursvergadering van de Gereformeerde Bond was het twintig jaar geleden, de mogelijke herziening van de klassieke Statenvertaling. Omdat woorden hun betekenis verloren, omdat zinsconstructies ingewikkeld werden, omdat het taalkleed verandert én omdat we tegelijk blijven wilden bij de vertaalprincipes en de Schriftvisie van de statenvertalers. ‘Betrouwbaar én verstaanbaar’ – twee kanten van één medaille moeten het zijn, als de Bijbel in onze handen ligt.
Persoonlijk bijbellezen
In het laatste vraaggesprek dat prof. C. Graafland in het jaar van zijn overlijden (2004) gaf, vertelde hij over de Bijbel. ‘Als kinderen moesten wij altijd lezen uit een bijbel met gotische druk. Mijn moeder had er de bedoeling mee dat we die druk zouden kunnen lezen met het oog op de zogenoemde ‘oude schrijvers’. Mijn ouders stimuleerden niet het persoonlijke bijbellezen.’ Die tijd en die accenten liggen lang achter ons; juist in het verlangen dat kinderen bij de dienst van de Heere blijven, zullen we het persoonlijke bijbellezen stimuleren. Juist omdat de kloof tussen de Bijbel en de leefwereld van onze jongeren een gegeven is, ervaren we het als zegen om de woorden van God in een verstaanbaar taalkleed te ontvangen.
De zegen van de HSV zien we extra als we ontdekken dat op weg naar het besluit herkenbare aarzelingen klonken. Op een Driestar-studiedag over de vertaling van de Bijbel zei de christelijke gereformeerde ds. P. den Butter in 2002 dit: ‘Al met al meen ik dat het draagvlak voor een herziening van de Statenvertaling veel te gering is. En dat de verdeeldheid onder ons nog meer zal toenemen. Ik ben bang dat de nieuwe bijbeluitgave polariserend gaat werken. Ik zie er weinig heil in.’ Ds. Den Butter had recht van spreken, was zelf intensief betrokken bij de herziening uit 1977, waarvan ‘het resultaat teleurstelde’.
Zegenende hand
Anders dan ds. Den Butter voorzag, is het gegaan – en daar erkennen we de Heere voor, daar ervaren we Zijn zegenende hand in. Zeker, hier en daar hoorde je van een ouderling of diaken die zijn ambt neerlegde, nadat de kerkenraad besloot na te denken over zijn verhouding tot de HSV, maar dat zijn echt uitzonderingen gebleven. Breed leeft de overtuiging dat dankzij de HSV gemeenten en gezinnen, alleengaanden en scholen bewaard gebleven zijn bij een vertaling die stoelt op wat de Nederlandse Geloofsbelijdenis uitspreekt: ‘Al deze boeken alleen ontvangen wij voor heilig en canoniek, om ons geloof daarnaar te reguleren, daarop te gronden en daarmee te bevestigen.’ De verbondenheid met artikel 3 tot en met 7 van dit belijdenisgeschrift blijft een wezenlijk onderscheid met werkers aan de Nieuwe Bijbelvertaling.
Overigens, zegen van de Heere ligt niet vooral in verkoopcijfers van de HSV, al ben je er dankbaar voor. Zegen van de Heere ligt daar waar Jesaja 66 in mijn leven waar is: ‘Ik zal zien op degene die voor Mijn woord beeft’, als Openbaring 3 geldt voor mijn gemeente: ‘weinig kracht, toch Mijn Woord in acht genomen’.
Eerlijke voorlichting
Gezien bovenstaande kan het kenmerkend voor het HSV-bestuur genoemd worden dat een polariserende insteek nooit in de gedachten gekomen is. Eerlijke voorlichting ging gepaard met een voortdurende bezinning op gemaakte keuzes en ontvangen kritiek. Die kwetsbare houding is krachtig én verbindend. Wie de klassieke Statenvertaling liefheeft en in het lezen ervan geen grote taalkundige barrières ervaart, moet die zeker blijven lezen.
Ook dan zal met een reële blik naar een komende generatie of naar minder geoefende bijbellezers in de gemeente gekeken moeten worden. Juist in kringen waar de weerstand tegen de HSV het sterkste was, zijn er de voorbije jaren ook bewegingen gekomen, de Bijbel met uitleg, een kerkelijk verzoek aan de Gereformeerde Bijbelstichting om met vaart verouderde woorden te wijzigen enz. Deze initiatieven die voortkomen uit verlegenheid, zouden moeten maken dat we over onze kerkpolitieke schaduw springen en elkaar in de bezinning dienen.
Afgelopen zomer pleitte de hersteld hervormde theoloog dr. P.C. Hoek – in zijn optreden samenbindend – voor de komst van een nieuwe bijbelvertaling. ‘Catechisanten begrijpen de taal van de Bijbel niet meer.’ Hij noemde de Bijbel met uitleg ‘een lapmiddel’ en verwoordde dat de HSV ‘niet ver genoeg gaat. Dat is slechts een Statenvertaling waar de lastige uitgangen uit zijn gehaald.’ Het was een prikkelend en opscherpend vraaggesprek in het RD. Daarna bleef het stil.
Uitleg in de prediking
Ondertussen moeten we ons met de HSV alleen op de heel lange termijn niet rijk rekenen. In een snel veranderende samenleving, in een kerkelijke context waarin de vaste gewoonte om driemaal per dag als gezin het Woord te lezen in de praktijk verdampt, zal bijbels jargon vreemder worden. Wat betekent immers het ‘verheffen van je aangezicht’, wat betekent het ‘dat het kruis van Christus zijn inhoud verliest’? Gedegen uitleg van de Bijbel, we hebben dit vandaag in de prediking meer dan ooit nodig.
Hier ligt een opdracht voor het bestuur van de Stichting Herziening Statenvertaling, het duurzaam houden van de HSV in het voortgaan van de tijd. Samen met de zorg voor een verdere digitale ontsluiting lijkt dit dé opdracht voor vandaag. Openheid voor wijzigingssuggesties van deskundige bijbelgebruikers hoort daar zeker bij. Immers, een doorgaande en vrij complete uitgeeflijn heeft het HSV-bestuur de voorbije jaren ontwikkeld. Nadat de complete tekst in één uitgave beschikbaar kwam (december 2010), volgden een Kinderbijbel (2018), een Gespreksbijbel (2018), een Jongerenbijbel (2013) en een Studiebijbel (2014).
Bijbelvaste jongeren
Als je deze jaartallen ziet, ontdek je dat de Jongerenbijbel na 2010 de eerste prioriteit kreeg. ‘Wie gelovige kinderen wil, zal bijbelvaste kinderen willen hebben’, las ik onlangs. Twintig jaar terug zeiden we vaak tegen elkaar: ‘Wanneer onze huidige jongeren over 25 jaar vragen wat wij gedaan hebben om hen bij het Woord van God te bewaren, wat zal ons antwoord dan zijn?’ Het meest hoorde ik die woorden uit de mond van ir. L. van der Waal, zelf levend in de Statenvertaling, maar door de vraag van harte gemotiveerd om zich als eerste penningmeester van het HSV-bestuur in te zetten. Zélf moeten onze jongeren – en we focussen niet alléén op hen – de stem van God horen, opmerken, gehoorzamen, als de Heilige Geest die in hun leven klinken laat.
Elkaar stimuleren de Bijbel te blijven lezen, dat is een mooie roeping binnen de christelijke gemeente. Hulpmiddelen daartoe gaf uitgeverij Jongbloed de voorbije tien jaar zeker uit, producten die niet onder directe verantwoordelijkheid van het HSV-bestuur verschenen. De Vrouwenbijbel (waarin de extra focus op de relatie met God kenmerk is en waarin bekende en minder bekende vrouwen uit de Bijbel voor het voetlicht komen) is er een voorbeeld van, evenals recent de HSV Bijbel in een jaar, hulpmiddel om in twaalf maanden heel de Bijbel te lezen én om thematische verbindingen te ontdekken. Om te volharden, hebben we elkaar in de gezinnen en de gemeente nodig. Vooral goed is het als de Bijbel ons motiveert en aantrekt, we bij het lezen uit de buurt blijven van ‘we móeten nog lezen’.
Leren van Luther
In het nadenken over de waarde van de bijbelvertaling kan Luther altijd weer inspireren. Stevige uitspraken van de reformator voeden onze bezinning, bijvoorbeeld over zijn overtuiging dat íeder in eigen taal de woorden van God horen moet. ‘Ik hoop dat op den duur elke stad (in zijn tijd had iedere stad een eigen dialect, red.) een vertaler van de Bijbel zal krijgen, omdat de handen, tongen, ogen, oren en harten van alle christenen zich met dit ene boek moesten bezighouden.’ Dat is de verstaanskant.
De andere zijde van de medaille, de betrouwbaarheid, woog Luther niet minder zwaar. ‘Ik heb mij bij het vertalen zeer beijverd een zuiver en duidelijk Duits te schrijven. En het is ons vaak overkomen dat wij veertien dagen, drie, vier weken naar één enkel woord gezocht en gevraagd, maar het toch niet gevonden hebben. Aan het boek Job hadden wij zo’n werk dat wij in vier dagen tijd soms nauwelijks drie regels klaar konden krijgen.’
Ook voor de vertaler – en laten we deze woorden vandaag staande houden – legde Luther de lat hoog: ‘Noodzakelijk is een goed, vroom, trouw, ijverig, godvrezend, christelijk, geleerd, ervaren en geoefend hart.’
Onder ons gewoond
Die hoge standaard voor vertaling en vertaler tekent het onvanzelfsprekende van een betrouwbare en verstaanbare bijbel binnen handbereik. Wij klimmen niet naar de hemel op, wij trekken onszelf niet uit het moeras van de zonde. Onder ons heeft het Woord gewoond, Christus, het levende Brood, neergedaald. Genade en waarheid betekent dat. ‘Dicht bij u is het Woord, in uw mond en in uw hart.’ De zaligheid kwam naar ons toe. Als je dat ziet, kijk je dieper en verder dan de zegen van tien jaar HSV.
P.J. Vergunst
Bestel een los nummer, maak gebruik van onze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,- of neem een jaarabonnement op De Waarheidsvriend.