De regelingen rondom het beroepen van een predikant in tijdelijke dienst (voorheen de regeling hulpdiensten) zijn vorig jaar gewijzigd. Het is goed om daar kennis van te nemen, zodat in voorkomende gevallen een gemeente er op de juiste wijze gebruik van kan maken.
Uitgangspunt is nog steeds dat een predikant voor onbepaalde tijd wordt beroepen, waarbij het kan gaan om een fulltime of een parttime aanstelling. Toch kunnen er omstandigheden zijn, waarbij het gaat om een tijdelijke invulling als gevolg van ziekte van een predikant, in een vacatureperiode of voor een bepaald project.
Vier vormen
In 2021 is deze regeling aangepast en spreken we over ‘tijdelijke dienst van predikanten’. De regeling is vastgelegd in ordinantie 3-18 van de kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland. We onderscheiden nu vier verschillende vormen van hulpdiensten en tijdelijke dienst:
- Incidentele hulpdiensten (preekbeurt, rouw- en trouwdienst, enkele uren catechese of pastoraal werk). Het gaat hier om werkzaamheden van minder dan veertig uur per opdracht. In de uitvoeringsbepalingen voor de predikantstraktementen zijn hiervoor tarieven vastgelegd. Het gaat om directe afspraken tussen gemeente en predikant. Deze incidentele hulpdiensten kunnen gedaan worden door proponenten, predikanten en emeriti.
Invalwerk
2. Structurele hulpdiensten (invalwerk bij ziekte, tijdens een vacature of een project). Het gaat hier om werkzaamheden met een duur van minder dan twee jaar. Deze periode kan tot maximaal vier jaar verlengd worden.
Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van donderdag 22 september 2022. Neem een jaarabonnement (€ 49,95). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van onze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!