Waar bent u naar op zoek?

Van Weesgegroetjes naar verwondering over genade

21-02-2017

‘Het rooms-katholicisme is het gemakkelijkste geloof’, zegt K.W.M. (Koen) van den Munckhof uit Horst. Net als M.E.H. (Marlies) van der Wilt-Dijcks uit Apeldoorn bad hij vroeger trouw zijn Weesgegroetjes, vertelt Tineke van der Waal.

Toch zijn beiden alleen maar dankbaar dat de Reformatie in hun leven kwam.

Wat ze in hun jeugd niet mochten, doen de twee zestigers nu wel: lezen in de Bijbel. In plaats van dat ze het rooms-katholicisme inruilden voor een leven zonder kerk en godsdienst, kreeg de boodschap van de Reformatie hen te pakken. De verandering in het leven van de Limburger Van den Munckhof (66) begon op een zomeravond in 1984 in Katwijk. ‘Ik had alles geprobeerd om de Heere uit handen te blijven, maar na die dag lukte dat niet meer. We waren een paar dagen te gast bij protestantse vrienden van mijn vrouw, die in Katwijk op vakantie waren. Iedere avond kregen zij bezoek van mensen uit den lande, geestverwanten. 

Wij verstonden hun spraak niet. Op een keer zou een echtpaar uit Delft komen, en wij zorgden dat we weg waren. Toen we hen onverhoopt toch nog ontmoetten, zei de vrouw een paar zinnen tegen mij die alles in beweging brachten. Weer thuis wilden we meer weten, maar we hadden geen enkel kader. Uiteindelijk kwamen we in contact met mensen die ons bij ds. D.J. Budding in Nederhemert brachten. We zijn bij hem op catechisatie gegaan en hebben belijdenis van het geloof afgelegd.’

Amsterdam

Bij de Apeldoornse Marlies van der Wilt (63) voltrok de verandering zich meer geleidelijk. Misschien ligt er een breuk op de dag dat ze als vijftienjarige van Maastricht naar Amsterdam verhuisde.

‘Vader werkte bij de douane en werd overgeplaatst naar de hoofdstad. Ik wist me geen raad; het vertrouwde leven verdween ineens. In Amsterdam kenden we niemand. Eerst gingen we naar de kerk, maar gaandeweg gebeurde dat sporadisch. We hadden geen zin meer; het gemeenschapsgevoel was weg. Langzaam verdween ook het kruisteken dat moeder altijd sloeg voordat we de maaltijd begonnen. De normen en waarden bleven, maar mijn godsbeeld werd eigenlijk door de natuur bepaald.

Mijn broer was een ondernemende figuur. Hij bruiste van energie, maar had één ding: hij was bang voor de dood. Op de een of andere manier kreeg hij contact met iemand van de Navigators (christelijke studentenvereniging, red.) en kwam tot geloof. Ik was 21 jaar en herinner me dat hij thuiskwam en zei: “Jullie gaan buiten het geloof in Jezus allemaal verloren.” Ik wilde er niets van weten.’

Gebed

‘Ik hield niet van dansen en uitgaan en dacht soms: zal ik nog eens een jongen ontmoeten die huiselijk is? Dat was Hans, hij had zelfs belangstelling voor de Bijbel. Hij kwam uit een hervormd gezin uit Vinkeveen en werkte bij de marechaussee. Ik weet nog dat ik voor een cursus slaagde en van hem geld kreeg om een cadeau te kopen. Dat werd een Bijbel. Ik ging lezen, eerst het Oude Testament, toen het Nieuwe. Op een middag zat ik in de tuin met mijn Bijbel op schoot en sprak ik mijn eerste gebed uit. Er ging iets open. Ik besefte: er is een God en Die heeft deze aarde gemaakt. En mij ook. Ook ontdekte ik dat ik de Heere Jezus nodig had als mijn persoonlijke Zaligmaker.’

Van den Munckhof: ‘Je denkt dat je leven altijd blijft zoals het was. Maar de Heere heeft plannen met je. De eerste keer dat ik een protestantse dienst meemaakte, voelde ik zo de ernst van de prediking. Ik dacht: al die mensen hier zijn bekeerd. Later zie je dat sommigen zitten te slapen.’

Van der Wilt: ‘Toen ik voor het eerst met Hans naar de kerk ging, in hervormd Vinkeveen, hing ik aan de lippen van de predikant. Een jaar later hebben Hans en ik in deze gemeente belijdenis van het geloof afgelegd.’

Als roken

‘Pas toen ik me bewust werd van wat de Bijbel zei, ontdekte ik de rooms-katholieke leer. Hoe kon de priester mij mijn zonden vergeven en me op grond van een paar Weesgegroetjes laten ervaren: nu ben je weer rein? Ik besefte dat de mensen in Limburg maar deden wat hen werd voorgehouden. Dat kon ik niet klein krijgen.’

Van den Munckhof: ‘Het rooms-katholicisme is het gemakkelijkste geloof dat er is. Je geeft iedereen het zijne, gaat biechten en kunt linea recta naar de hemel. Met een eenvoudige optelsom worden mensen bedrogen. Voor een groot deel is deze godsdienst een cultuur. Je doet dingen gewoontegetrouw, net als roken. Het punt is dat je niet hoort dat je vergeving nodig hebt.

Gaandeweg ging het merendeel van de kerkgangers in Horst zeggen: Het hoeft voor mij niet meer. We hebben hier een grote rooms-katholieke kerk, met zo’n 1000 zitplekken. In mijn jeugd waren deze bezet, maar nu komt er nog maar een handjevol mensen, vooral ouderen.’

Van der Wilt: ‘Nog steeds ben ik bewogen met mensen die aan de Rooms-Katholieke Kerk vastzitten. Ik heb meer moeite dan een doorsnee protestant om een rooms kerkgebouw binnen te gaan. Ik denk feller, ongetwijfeld omdat ik daar vroeger zat en er niets aan heb gehad en er herinnerd word aan onbijbelse elementen. Terugkijkend grijpt me dat aan, al heb ik een gelukkige jeugd gehad.’

Van den Munckhof: ‘De nadere reformator Willem Teellinck verbiedt het om een rooms-katholiek kerkgebouw binnen te gaan. Ik voel dat mee; als christen kun je daar niet zijn. In mijn beleving kan er geen water bij de wijn; je bent voor of tegen de Heere. Je probeert 24 uur per dag en zeven dagen in de week christen te zijn, achter de Heere aan te komen.’

Maarten

Wat is voor u de waarde van de Reformatie?

Van den Munckhof: ‘In één woord is dat: verwondering. God heeft mensen als middel gebruikt om anderen tot Christus te brengen. Tot eer van Zijn naam, opdat Zijn huis vol worde.

Ik lees regelmatig werk van Luther en Calvijn, ook van veel oudvaders. Zij zijn instrumenten in Gods hand geweest. Luther was er niet op uit om iets groots teweeg te brengen, maar hij wilde misstanden openbaar maken. De Heere werkt door het onmogelijke heen. De verwondering wordt voor mij steeds groter.’

Van der Wilt: ‘Als de Reformatie er niet was geweest, zaten we nog in Rooms-Katholieke Kerk, waar de prediking van het Woord niet de centrale plaats inneemt. Dat ik zónder het Woord gebracht ben náár het Woord, dat blijft voor mij een wonder. Het Woord, dat vlees geworden is in de Heere Jezus Christus en in Wie de Vader Zich geopenbaard heeft.

Luther ontdekte de rechtvaardiging door het geloof alleen: niet met onze goede werken, maar als bedelaar moeten we bij de Heere Jezus terechtkomen. De drie thema’s van de Reformatie vatten voor mij de betekenis van de Hervorming samen: alleen het Woord, alleen de genade, alleen het geloof. Eigenlijk zie ik het in deze volgorde: genade, Woord en geloof. Zonder genade en de werking van de Heilige Geest blijft het Woord een dode letter en geloof komt niet buiten het Woord om. In de genade zit al het geloof. De kracht van de Reformatie is het Woord. Haal het Woord weg en Christus is ook weg.’

Bewogen

Van den Munckhof: ‘Ik ben verwonderd dat de Heere mij tot verandering heeft gebracht, als enige uit een gezin met acht kinderen. Maar het was niet gemakkelijk. Mijn familie is de eerste vijftien jaar niet bij ons over de vloer geweest. Inmiddels is dat gelukkig bijgelegd.’

Van der Wilt: ‘Ik herken dat. Mijn collega’s en vriendinnen gingen me mijden.’

Van den Munckhof: ‘Maar genade maakt gunnend; je wilt het meest bijzondere van je leven delen met anderen en je wilt niet dat iemand verloren gaat. Na mijn bekering zijn we begonnen via evangelisatieavonden in Horst mensen met het Evangelie in aanraking te proberen brengen. Dit is uitgegroeid tot de hervormde evangelisatie De Schuilplaats, met elke zondag twee kerkdiensten, kleinschalige catechese en clubwerk. Het is ploegen op rotsen, maar we moeten niet denken dat de hand van de Heere verkort is.’

Van der Wilt: ‘Ook ik ben verwonderd dat de Heere mij uit de duisternis trok tot Zijn wonderbaar Licht. Het maakte me bewogen met mijn medemens die Christus niet kent. Evangeliseren heeft de liefde van mijn hart, zowel bij het inloophuis van de kerk als naar mijn buren toe, in de supermarkt, op straat of waar ik ook maar mensen ontmoet, in de hoop dat de Heere het zal zegenen.’

Tineke van der Waal