Waar bent u naar op zoek?

Veertig jaar Hulp Oost-Europa: van stenen naar mensen

04-04-2016

Er gebeuren veel wonderen in Oost-Europa vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw. Vooral omdat de ontmoeting met de plaatselijke gemeente centraal blijft staan, merkt bestuurslid A. Heldoorn op.

Medewerkers van de Stichting Hulp Oost-Europa (HOE)kunnen daarvan getuigen.

In samenwerking met Kruistochten (nu: Open Doors) en de stichting Kom Over En Help werden veel christenen in het geheim voorzien van (verboden) Bijbels en christelijke literatuur. Ook werden zij bemoedigd met Gods Woord en gebed in de vele persoonlijke contacten die er waren, ondanks het feit dat het contact met het Westen levensgevaarlijk was. Hieronder volgt een terugblik in vogelvlucht van zaken die onder Gods zegenende handen tot stand werden gebracht.

Comité

In het begin werd de Stichting Hulp Oost-Europa ‘comité’ genoemd. Tijdens de tweede reis met Aalt Mulder in juli 1977 − de eerste vond plaats in april 1976 − belandden wij in de Hongaarse plaats Baja bij de weduwe Härsvölgyi Ilonka, waar we A.L. de Boo uit Delft ‘van het comité’ aantroffen en dhr. Van Winsum uit Ede. In die dagen werd het comité gaandeweg stichting genoemd. Vanaf 29 januari 1976 werd de Stichting Hulp Oost-Europa notarieel vastgelegd.

Aan de basis

Net als in de andere landen achter het IJzeren Gordijn was er in Hongarije na 1948 sprake van een totalitair regime met één dominante ideologie, één heersende partij, die een monopolie op informatie bezat. De overheid voerde een centraal geleide planeconomie door en de geheime politie ondersteunde dit met terreur.

Christenen werden als staatsvijand beschouwd. HOE-oprichter ds. J. van Rootselaar hoorde in de laatste dagen van zijn actieve predikantsleven in IJsselmuiden over verdrukte christenen in Hongarije en ging er in 1974 voor het eerst naar toe. Hij was diep onder de indruk en legde veel momenten vast op de dia. Later zou hij vanaf zijn 67ste met dit materiaal ruim 170 dialezingen verzorgen in het hele land. Dat bracht veel geld op en toen de Generale Diaconale Raad via de Gereformeerde Bond 80.000 gulden toekende aan het comité voor uitbreiding van het Evangelie, was de basis voor hulpverlening definitief gelegd. Ir. J. van der Graaf (Later zelf jarenlang voorzitter en thans lid van de Raad van Toezicht) zorgde er voor dat het geld aan ds. Van Rootselaar beschikbaar werd gesteld. Ouderlingen uit zijn vorige gemeenten stonden ds. Van Rootselaar bij, onder wie de heren A. Mulder, L. Koppert, J. de Ruijter, A.L. de Boo, P. van Driel, C. Klok en J. ten Berge.

Lees de volledige tekst van het verslag in De Waarheidsvriend van 8 april 2016.