Waar bent u naar op zoek?

Verbonden met de omgeving

dr. W. Verboom
Door: dr. W. Verboom
10-09-2020

De dorpskerk wijst met haar toren omhoog. Ze wijst naar de Heere als de God Die Zijn volk beschermt en naar de toekomst waarin God zal zijn alles in allen. Het gebouw alleen al – met de toren omhoog – is een prediking voor het dorp. Haar betekenis reikt echter verder.

Voor de betekenis van de gemeente als dorpskerk in het eigen dorp verwoord ik hier enkele gedachten die de Schrift en onze gereformeerde traditie aanreiken. Concrete aanleiding hiervoor is het 400-jarig bestaan van de hervormde gemeente in Stavenisse, dat vorig jaar werd herdacht. De dingen die ik aanreik, zijn echter ook op andere dorpskerken van toepassing.

In het 400-jarig bestaan van deze Zeeuwse gemeente, schittert de trouw van God, trouw die klein maakt om de Heere groot te maken.

Wonder

De dorpskerk als plaatselijke verschijningsvorm van de kerk van Christus wereldwijd, is een geheimenis. Dat er een kerk bestaat, een gemeenschap van zondige mensen die door het geloof van Christus is en bij Christus hoort, is een groot wonder. Dat is niet minder dan een scheppingsdaad van God. Anders zou er nooit een kerk bestaan hebben.

Dat geldt ook voor de dorpskerk in Stavenisse. Als God hier niet ooit was begonnen met mensen in te winnen voor Christus door de verkondiging van het Evangelie, was er nooit een kerk gekomen. Laten we dus beginnen met het wonder van de kerk te zien en de Heere daarvoor te danken.

Klein begin

Zo zien we de kerk in het Nieuwe Testament in beeld komen. Het begint heel klein, met een kring van volgelingen, discipelen van de Heere Jezus. Zij worden geroepen en getrokken uit de duisternis tot het geloof en de overgave aan de Messias van Israël, Die de Redder van de wereld is. Deze kleine kerk krijgt vorm en gestalte op het pinksterfeest in Jeruzalem. Dan wordt de Heilige Geest uitgestort en komen drieduizend mensen tot het geloof in Jezus Christus, ze worden gedoopt en vormen de eerste christelijke gemeente in Jeruzalem.

Prachtige beelden kent de Bijbel voor de kerk: lichaam, tempel, moeder, bruid, kudde, zout, licht enzovoort.

Die gemeente is nieuw. Tegelijk staat zij niet los van de gemeente en het volk Israël in het Oude Testament. Zij is de vervulling van de belofte die van meet af aan aan de gemeente van Israël was gegeven. De gelovigen uit het Oude Testament hebben geleefd door het geloof in de komende Messias (Hebr.11). Hun geloof is niet beschaamd. Het is immers zoals Petrus zegt op de pinksterdag: Voor u is de belofte en voor uw kinderen. Maar dan ook: voor allen die veraf zijn, zovelen als de Heere, onze God, ertoe roepen zal. De belofte is dus ook voor mensen uit de heidenen, uit de volken buiten Israël (Hand.2:39).

Daarop doelt ook het zendingsbevel van Jezus: Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen. (Matt.28:19) En ze zijn gegaan, de twaalf apostelen en daarna ook Paulus. Ze hebben overal het Evangelie gepredikt.

Wereldwijde gemeenschap

Zo zijn de gemeenten geboren in de Grieks- Romeinse wereld. Niet alleen in de grote steden, zoals Rome en Athene, maar ook in de dorpen, zoals op Cyprus en in Klein-Azië. Telkens gaat het dan om de concrete plaatselijke gemeente. Op deze wijze worden ook de dorpskerken geboren, onderdeel van de wereldwijde gemeenschap die bij Christus behoort.

Zo is het doorgegaan met de kerk (bevorderd door de grote omkering tijdens keizer Constantijn). Zo is ze ook geboren in de steden en dorpen van Europa en eveneens in ons land. Door de eeuwen heen is ze bewaard, door strijd en vervolging heen. Denk aan de zestiende eeuw.

Sindsdien mag de gemeente in de gestalte van de dorpskerk zondag aan zondag samenkomen onder de bediening van het Woord, rondom preekstoel, doopvont en avondmaalstafel.

Daar hebben we dus het wonder van de kerk, ook van de dorpskerk. De diepste oorzaak van haar bestaan ligt in de eeuwige verkiezende liefde van God. Hij begon als de eeuwige God en Hij zal hier op aarde bij Zijn kerk zijn, totdat Christus wederkomt om te oordelen de levenden en de doden.

Directe omgeving

Wat ons opvalt en wat voor ons belangrijk is, is dat van meet af aan de gemeente van Israël en – in het verlengde daarvan – de christelijke gemeente niet losstaat van het gewone dagelijkse leven van de mensen. Zeker, de gemeente is een gemeente van pelgrims, op reis naar het hemelse Jeruzalem, maar ze leidt geen geïsoleerd bestaan. Zij breekt bijvoorbeeld niet met de gezinnen. Ze hecht grote waarde aan de generaties, de familieverbanden en andere natuurlijke verbanden.

Wanneer Jezus zijn twaalf discipelen uitzendt en later de zeventig, dan zendt Hij hen uit naar de dorpsgemeenschappen in Galilea. Daar in de levensverbanden, wellicht ook kleine levensverbanden, brengen zij het Evangelie van hun Zender. En van Jezus Zelf lezen we dat Hij predikt in de dorpen. Het gaat Hem niet alleen om de redding van de enkeling, zoals van de Samaritaanse vrouw, maar ook om de gemeenschap waar ze bij hoort, in dit geval een kleine stad (Joh.4).

De christelijke gemeenten in het Nieuwe Testament zijn dus altijd verbonden met hun directe omgeving. Ze zijn geen sekten, die uit de wereld gaan. Ze zijn inderdaad niet van de wereld, maar wel in de wereld. Niet voor niets worden de zeven gemeenten in de eerste hoofdstukken van Openbaring genoemd naar de plaats waar zij zich bevinden. De gemeente van Filadelfia, Smyrna, Sardis en noem maar op. Gemeenten krijgen pas schuilnamen wanneer de verbinding met de gemeenschap van dorp of stad verboden is, zoals bijvoorbeeld in België in de zestiende eeuw.

Perspectief

Een mooie tekst over de dorpen vinden we in Zacharia 2:4. Daar lezen we dat de stad Jeruzalem eenmaal in het Koninkrijk van God ‘dorpsgewijs’ zal worden bewoond. Dat betekent dat er geen muur nodig is tegen vijanden, want de Heere Zelf zal voor haar de Muur zijn.

Mooi om in dat eschatologisch perspectief het dorp te mogen zien. Daar mag de dorpskerk van getuigen, alleen al door daar in het dorp te staan en met haar toren omhoog te wijzen naar de Heere als de God Die Zijn volk beschermt en naar de toekomst dat God zal zijn alles in allen.

In Stavenisse

Ook in het dorp Stavenisse op het eiland Tholen heeft de Heere Zijn kerk gesticht en bewaard en zal Hij die bewaren, ook als ze klein geworden is. Na de lange geestelijk donkere tijd van de Middeleeuwen brak in de zestiende eeuw ook op het eiland Tholen het licht van de Reformatie door. De Bijbel als het Woord van God ging open en daardoor veranderde alles, al voltrok zich dat proces langzaam.

In 1602 diende de classis Schouwen-Duiveland bij de gecommitteerde Raden van Zeeland een eerste aanvraag in om een predikant aan te stellen in het dorp Stavenisse. In 1609, het begin van het Twaalf‑jarig Bestand, gebeurde dat opnieuw, nadat predikanten uit de dorpen in de omgeving er al regelmatig kerkdiensten hadden geleid. Het duurde tot 1616 voordat met de bouw van de kerk kon worden begonnen. Het was in datzelfde jaar dat de eerste gereformeerde predikant David Arondeaulx zijn intrede deed in Stavenisse. Over Gods verkiezende liefde gesproken.

Sindsdien gingen iedere zondag de deuren van de kerk – sinds 1911 een nieuwe kerk – open en kwam de dorpsgemeenschap in haar dorpskerk samen om het Woord van God te horen en de sacramenten van doop en avondmaal te gebruiken. Wat een wonder. Op het predikantenbord van Stavenisse staan de namen van de 39 predikanten die vóór de veertigste, de huidige predikant ds. M.A. Post, de gemeente hebben gediend. Na de ramp in 1953 zijn het er elf. Er ging en gaat in vervulling wat we lezen aan het eind van het boek Handelingen (28:31): het Koninkrijk van God werd gepredikt en het onderwijs over de Heere Jezus Christus werd gegeven, met alle vrijmoedigheid, ongehinderd.

Dat er een kerk bestaat, een gemeenschap van zondige mensen die door het geloof van Christus is en bij Christus hoort, is een groot wonder

dr. W. Verboom
dr. W. Verboom