Waar bent u naar op zoek?

blog

Persoonlijk eigendom

Verkiezing van Israël richt de blik op God Zelf

26-09-2016

Al is voor velen die in de politiek hun brood verdienen Israël geen ander land dan Egypte, Libanon of Kenia, en al zou een toenemend aantal kerkmensen er evenzo over denken – Israël is en blijft een volk als geen ander. Vanwege Gods verkiezing. Ook in de kerk moeten we eraan herinnerd worden.

Eerder deze maand bezocht de Israëlische premier, Benjamin Netanyahu, ons land. Met premier Rutte sprak hij over het vredesproces in het Midden-Oosten, over de betrekkingen tussen Nederland en Israël, over de samenwerking in het maken van een vuist tegen islamitisch terrorisme. In het najaar van 2015 bracht de Palestijnse president, Abbas, een vergelijkbaar bezoek.

Spanning is er bij bezoek uit Jeruzalem altijd meer dan gemiddeld. Nu stookte mr. Van Agt, die zich verbonden heeft met de zaak van de Palestijnen, het vuurtje op. Onze oud-premier keerde zich tegen de ontvangst van de Israëlische premier. ‘Er komt hier een oorlogsmisdadiger aan. We kunnen hem beter naar het Internationaal Strafhof sturen.’

De hand geweigerd

Zonder een incident verliep het bezoek van de Israëlische regeringsleider niet. Dat mag Tunahan Kuzu, een van de twee Kamerleden van de politieke beweging DENK, zich aantrekken. Kuzu weigerde publiek om premier Netanyahu de hand te schudden, een beledigende houding die een volksvertegenwoordiger onwaardig is.

Dezelfde dag werd er in Den Haag geprotesteerd tegen het bezoek van Netanyahu. In de microfoon van een radioverslaggever werd er geroepen dat ‘Joden niet welkom zijn in onze wijk; Joden moet je doden.’ Terecht werd in de media opgemerkt dat als deze uitspraak over een andere bevolkingsgroep gedaan zou zijn, grote verontwaardiging in de samenleving het antwoord was.

Aanslagen

Vorige maand – nota bene tijdens de Olympische Spelen in Rio, waar in de sport verbroedering het oogmerk is – was er een Egyptische judoka, die zijn Israëlische tegenstander een hand weigerde te geven. Israëli’s mag je blijkbaar negeren.

Paulus schrijft aan de gemeente van Korinthe dat volgelingen van Christus geworden zijn ‘als het uitvaagsel van deze wereld en het afschraapsel van allen tot nu toe’. Het is zonneklaar dat er overeenkomsten zijn tussen de bejegening van Joden en van christenen in deze wereld. Op vele plaatsen zijn beiden hun leven niet zeker. Heeft een moord op christenen veelal buiten Europa plaats – de dood van de Franse priester deze zomer is een uitzondering –, dodelijke aanvallen op Joden zien we dichter bij huis. In Brussel vielen doden bij de aanslag op het Joods Museum, in het Franse Toulouse vielen doden bij de aanslag op een Joodse school.

Heilig volk

In deze context is het goed om dieper af te steken dan de politieke en maatschappelijke werkelijkheid laat zien. Dat doet de Bijbel, dat doet de Heere Zelf. Hij komt op het niveau van het hart, van Zijn hart en van ons hart.

Als Israël zich het volk van Zijn verbond mag noemen en daarmee een bijzondere plaats heeft in Zijn handelen in de wereld, dan is dat overigens niet vanwege de politiek van Netanyahu en al de eerdere leiders van dit kleine land aan de Middellandse Zee. Mozes onderwijst Israël in Deuteronomium 7 hoe het zich gedragen moet ten opzichte van de omliggende volkeren en zegt daarbij dat het ‘een heilig volk voor de Heere, uw God’, is. ‘De Heere, uw God, heeft ú uitgekozen uit alle volken op de aardbodem om voor Hem tot een volk te zijn dat Zijn persoonlijk eigendom is.’ Mozes licht toe dat dit niet vanwege de status van Israël was, ‘want u was het kleinste van al de volken’.

Getrouw

Wat is dan het motief voor Israëls verkiezing? ‘Maar vanwege de liefde van de HEERE voor u, (…) heeft de HEERE u met sterke hand uitgeleid.’ In de verkiezing van Israël gaat het niet om dit volk op zichzelf, maar mogen we leren Wie de Heere is. Ook dat horen we al uit de mond van Mozes: ‘Daarom moet u weten dat de HEERE uw God is. Hij is dé God, de getrouwe God, Die het verbond en de goedertierenheid in acht neemt voor wie Hem liefhebben en Zijn geboden in acht nemen, tot in duizend generaties.’

Dat de Naam van God in Zijn verbondenheid met Israël in het geding is – het is een lijn die in het Oude Testament voortdurend oplicht. Daarom stond (en staat!) er zo veel op het spel als Israël ten onder dreigt te gaan te midden van een overmacht aan vijandige krachten. De Naam van de Almachtige, de Barmhartige loopt dan gevaar. Neem het woord van Ezechiël, de profeet die in hoofdstuk 36 over het herstel van Israël spreken mag: ‘Ik spaarde hen vanwege Mijn heilige Naam; Ik doe dat niet om u, huis van Israël maar om Mijn heilige Naam, die u ontheiligd hebt onder de heidenvolken waarheen u gegaan bent.’ Op die manier moeten de heidenvolken – ook Nederland in 2016 – leren ‘dat Ik de HEERE ben’. We begrijpen inmiddels dat Jeremia (17:13) Hem ‘Hoop van Israël’ noemt.

Gods oogappel

Het dierbaarste wat iemand bezit, noemen we onze oogappel. Het heeft ons daarom veel te zeggen dat de Heere zo over Zijn volk spreekt. ‘Want wie u aanraakt, raakt Zijn oogappel aan,’ zegt Zacharia, de profeet. Klopt mijn waarneming dat we deze aanduiding onder ons minder citeren, dat dit beeld vanwege de vele kritiek op de staat Israël uit ons collectieve geheugen verdwijnt?

Om deze reden mag de Israëlzondag over twee dagen een klein instrument zijn om de gemeente te bepalen bij haar afkomst, namelijk ingeënt te zijn in de wortel (Rom. 11:17). Bij de verwondering van Paulus dat wie gelooft in Christus delen mag in de beloften van het verbond, plaatst de apostel de waarschuwing voor de christelijke gemeente om van zichzelf geen hoge dunk te hebben, maar te vrezen. Dat gevaar bedreigt ons blijkbaar voortdurend.

Hoogspanning

Dat gevaar zich te beroemen gold ook Israël zelf. De profeet Jeremia (7:4) zegt daarom: ‘Stel uw vertrouwen niet op bedrieglijke woorden: De tempel van de HEERE, de tempel van de HEERE, de tempel van de HEERE is dit!’ Net als Israël wordt de kerk geroepen van zichzelf af te zien, het oog te richten op Wie de Heere is, op Zijn eigenschappen: ‘Zie dan de goedertierenheid en de strengheid van God: strengheid over hen die gevallen zijn, over u echter goedertierenheid, als u in de goedertierenheid blijft. Anders zult ook u afgehouwen worden.’ (Rom. 11:22)

Onder de hoogspanning van het verbond komt de gemeente élke zondag bijeen, als het bloed van Christus in de bediening van de verzoening op de gemeente drupt. Als dat bloed door het gelovig zien op het Lam gestreken is aan de deurposten van ons hart, dan is er vrede met God. Dat bloed kan echter in ongeloof ook onrein geacht worden. Dan blijft er geen slachtoffer voor onze schuld voor God over, dan wacht (Hebr. 10:27) slechts ‘een verschrikkelijke verwachting van oordeel’.

Gebed

Ik begrijp dat in deze spanning – het gaat om de erkenning van Jezus als de Zoon van God, het gaat om geloof of ongeloof – Paulus voor zijn volksgenoten naast getuigenis en dienst vooral de weg van het gebed gaat. ‘De oprechte wens van mijn hart en mijn gebed tot God voor Israël is gericht op hun zaligheid’, opdat zij de gerechtigheid van God kennen mogen. Israëlzondag is daarom allereerst een dag van gebed voor het Joodse volk, opdat het zien mag dat Christus het einddoel van de wet is, opdat het in Hem zijn behoud vinden mag. Hem noemde Calvijn ‘de spiegel van de verkiezing’: wie zeker wil zijn van Zijn verkiezing, moet Zijn offer gelovig aanvaarden.

Wordt het gebed van Paulus en van de kerk vandaag gedragen door hoop? Ja, ook dat leert Romeinen 10: ‘Met het oog op Israël zegt Hij echter: Heel de dag heb Ik Mijn handen uitgebreid naar een ongehoorzaam en tegensprekend volk.’ Díe hand negeren, gaat zo veel verder dan het beledigen van Netanyahu. Ook met het teken van het verbond aan je voorhoofd.

P.J. Vergunst