Waar bent u naar op zoek?

Vindplaats van hoop

Els van Dijk
Door: Els van Dijk
28-04-2022

In 1977 ging de Evangelische Hogeschool (EH) van start. De opleiding bestaat dus 45 jaar. Al die tijd speelt ze in op de maatschappelijke en culturele ontwikkelingen die van grote invloed zijn op studenten in hun weg naar de (geestelijke) volwassenheid. Dat is het bestaansrecht van de EH.

Nu mogen we het 45-jarig bestaan van de EH vieren. Hoe is het mogelijk! Wat bijzonder dat God het initiatief van toen (zie kader) zó heeft willen zegenen dat de EH al die jaren van betekenis is geweest voor inmiddels duizenden studenten en dat God zó aanwijsbaar heeft gewerkt in de levens van jonge mensen.

Veranderd

Natuurlijk is de EH in de loop van de jaren veranderd. Gelukkig maar. De issues die in 1977 voor jonge mensen speelden en die haaks stonden op de geloofsopvoeding die zij hadden meegekregen, waren compleet anders dan de kwesties die nu, in 2022, aan de orde zijn. Daarom ontwikkelt het onderwijsprogramma zich voortdurend. Ik ben zo dankbaar voor de plek die de EH mag zijn voor veel kerkelijke jongeren. Hier ontdekken zij dat het leven zoals God het bedoeld heeft, echt anders is dan de perfecte plaatjes die zij via sociale media voorgeschoteld krijgen. In plaats van akkers van angst biedt de school vindplaatsen van hoop.

De EH is ook volwassen en professioneler geworden. Dat is te merken aan de erkenning die bijvoorbeeld de kerken ons geven. Zij zien het belang van de investering die jonge gemeenteleden doen en de plaatselijke gemeente geniet mee van de opbrengst ervan. Elke jaargang weer merken wij hoe ouders onder de indruk zijn van het grote werk dat God heeft gedaan in de levens van hun kinderen, te merken aan de grote stappen die gezet zijn in de persoonlijke en geloofsontwikkeling. Ze zijn volwassener en weerbaarder geworden.

Missie

Twee dingen zijn in die 45 jaar hetzelfde gebleven. Allereerst betreft dat de missie. We willen christenen – en met name jongeren – zodanig toerusten dat zij vanuit een persoonlijke, levende relatie met God in staat zijn zelfstandig en positief-kritisch als christen te functioneren in studie, studentenleven, maatschappij en kerk. We streven ernaar dat zij op al die terreinen op een christelijke wijze hun houding en handelen kunnen bepalen, hun verant- woordelijkheid kunnen nemen en hun geloof en overtuigingen op een betrokken manier kunnen delen met hun omgeving. Het gaat in ons onderwijs om bijbelse toerusting en vorming tot (maatschappelijk) weerbare, kerkelijk betrokken en bewogen (jonge) mensen, die zicht hebben op (actuele) ontwikkelingen en denkwijzen in samenleving en wetenschap en die daar bijbelse denkkaders naast kunnen plaatsen. Niet reactief, maar proactief. Wij denken dat deze wereld (jonge) mensen nodig heeft die het Koninkrijk van God gestalte willen geven op de plaats waar zij gesteld zijn om de opdracht die Jezus ons Zelf gegeven heeft, serieus te nemen: licht verspreiden in deze wereld en het zout der aarde zijn. We zijn niet tegen de wereld, maar vóór Jezus en Zijn Koninkrijk. Het leven met en voor Hem willen we vieren en uitdragen en onze studenten daarvoor toerusten.

Volle breedte

Het tweede wat niet veranderd is, is dat de opleiding een prachtige samenwerking vormgeeft tussen reformatorische en evangelische christenen. Nog altijd is de volle breedte van christelijk Nederland vertegenwoordigd op school. Ook is het nog steeds zo dat we inzien en in de praktijk proberen te brengen dat we aan elkaar gegeven zijn tot opbouw van elkaar. Hoe mooi is dat.

Toen ik afgelopen tijd nog eens door een map met knipsels bladerde, kwam ik allerlei moois tegen, waaronder uitspraken van studenten die bovenstaande onderstrepen. Ik pik er maar eentje uit: ‘Wat er voor mij uitspringt, is dat je vooral anders en zelfstandig leert na te denken. Je krijgt niet klakkeloos waarheden voorgeschoteld, maar je leert hier gestructureerd en zelfstandig na te denken.’

God is groot

Al mijmerend over 45 jaar denk ik: wat is God groot, wat is God goed, wat is God trouw! Maar wat zeg ik daar eigenlijk mee? Wanneer in de Bijbel gesproken wordt over Gods grootheid en almacht, wordt daar heel vaak het beeld van Zijn (rechter)hand of van Zijn (rechter)arm gebruikt. Bijvoorbeeld in Psalm 118:15b, 16: ‘De rechterhand van de Heere doet krachtige daden, de rechterhand van de Heere is hoogverheven, de rechterhand van de Heere doet krachtige daden.’ Of in Jesaja 40:10: ‘Zie, de Heere Heere! Met kracht zal Hij komen en Zijn arm zal heersen.’

De arm van God wordt ook in verband gebracht met Zijn ontferming en barmhartigheid. Bijvoorbeeld in Deuteronomium 33:27: ‘De eeuwige God is voor u een woning, en onder u zijn eeuwige armen.’ Of de ontroerende woorden uit Jesaja 40:11: ‘Als een herder zal Hij Zijn kudde weiden: Hij zal de lammetjes in Zijn armen bijeenbrengen en in Zijn schoot dragen; de zogenden zal Hij zachtjes leiden.’

In beide aspecten heeft God Zich de afgelopen jaren laten kennen. Hij heeft ons en onze studenten gedragen en beschermd, maar Zijn eeuwige armen hebben ons ook telkens weer naar een onbekende toekomst getild. Gods arm en Zijn hand worden namelijk nooit op zichzelf genoemd, maar altijd in relatie tot de mens die Hij verlost, bevrijdt en beschermt. Er is geen hindernis zo groot of geen macht zo sterk dat deze God zouden kunnen hinderen in Zijn werk aan mensenkinderen. Dat is het verhaal, het getuigenis van de geschiedenis van de EH en naar ik hoop ook van haar toekomst.

Moed, geduld, hoop

Dat brengt mij bij Martin Luther King. Van hem heb ik geleerd dat je je geen zorgen moet maken over het resultaat van je werk als je gelooft dat God Zijn beloften zal vervullen. Het is niet anders dan een verleiding om precies te willen weten hoe dat zal gebeuren. King bleef zijn volgelingen eraan herinneren dat zij op weg waren naar het beloofde land en dat zij eerst door de woestijn heen moesten om de plek te bereiken waar God Zijn volk in vrijheid zou laten leven. Ook al vroeg hij om vrijheid nú, hij had geleerd geduld te hebben en te wachten tot God Zijn beloften in vervulling zou laten gaan. Zo zie je dat moed, hoop en geduld alles met elkaar te maken hebben en niet zonder elkaar kunnen. Volharding en moed zijn geconcentreerd geduld. En geduld is de tweelinghelft van hoop.

Het is mijn verlangen dat elke werker in Gods Koninkrijk, waar dan ook, met die kenmerken de geschiedenis mag voortzetten om de hoop uit te dragen die in ons is. Die hoop is geen toegekende wens of vervulde gunst, ze is veel meer dan dat. Hoop is een absurde, onvoorspelbare afhankelijkheid van een God Die ons graag compleet verrast. Dat is namelijk waar onze Herder zich op toelegt en waar Gods weg met mensen bol van staat: de ziel weer hoop geven.

Wees niet bevreesd, want Ik ben met u,

wees niet verschrikt, want Ik ben uw God.

Ik sterk u, ook help Ik u,

ook ondersteun Ik u met Mijn rechterhand,

die gerechtigheid werkt.

Jesaja 41:10


Moed

Als mensen in welk opzicht dan ook enige bedreiging of angst ervaren, is de eerste neiging misschien wel om zich te verstoppen of te vluchten. Zoals je dat kinderen ook ziet doen: de handen voor hun ogen houden als iets engs op hen afkomt, want wat je niet ziet, is er niet.

Een heel andere houding werd in de jaren zeventig van de vorige eeuw aan de dag gelegd door diverse mannenbroeders die de seculariseringsgolf, die Nederland trof, het hoofd wilden bieden. Hun grote drijfveer was mensen bewaren bij het christelijk geloof. Een paar van die mannen zaten op een zomerse dag met hun gezin aan het strand. Terwijl vrouw en kinderen genoten van het strand, de zee en elkaar, timmerden zij een onderwijsprogramma in elkaar om de droom te realiseren van een bijbelgetrouwe onderwijsinstelling waar jonge mensen voorbereid konden worden op een studie in het hoger onderwijs. Hun stond voor ogen dat jongeren weerbaar zouden zijn ten aanzien van allerlei onbijbelse (wetenschaps)theoretische vooronderstellingen, die op universiteiten gedoceerd werden. Het begin van het Basisjaar was geboren. Wat een moed, wat een geloof om dit avontuur te willen beginnen.


Wij moeten voortdurend dijken van moed opwerpen tegen stormvloeden van de angst.

Martin Luther King

Els van Dijk
Els van Dijk