Waar bent u naar op zoek?

Voor rekening van Jezus

Dr. M. Verduin
Door: Dr. M. Verduin
20-10-2022

Wij (...) wetende, dat de mens niet gerechtvaardigd wordt uit de werken der wet, maar door het geloof van Jezus Christus, zo hebben wij ook in Christus Jezus geloofd, opdat wij zouden gerechtvaardigd worden uit het geloof van Christus, en niet uit de werken der wet. Galaten 2:15-21

In een aantal kerken in ons land komt het gelukkig nog voor dat in de maand oktober de ‘Hervormingsdag’ wordt gevierd. Veel kerkgangers halen echter hun schouders op en zeggen dat altijd dezelfde – al lang achterhaalde – teksten aan de orde zijn. Daar gaan we weer…

Binnen de reformatorische gezindte vinden soms gezamenlijke ‘vieringen’ door verschillende kerken plaats. Een avond per jaar moet dat kunnen. Ieder heeft wel zijn eigen interpretatie van het belijden van de Reformatie, maar zij die samenkomen, rekenen erop dat op z’n minst wordt aangehaald wat Luther heeft gezegd: ‘De rechtvaardiging van de goddeloze is het geloofsartikel waarmee de kerk valt of staat.’ Laten wij luisteren naar de brief van Paulus aan de Galaten, door Luther genoemd naar zijn echtgenote: ‘mijn Catharina von Bora’.

Betoverd

De apostel Paulus is er niet gerust op: na zijn vertrek uit Galatië zijn er predikers in de gemeente gekomen die ‘een ander Evangelie’ verkondigen dan de boodschap die Paulus bracht. ‘Er ís geen ander Evangelie’, zegt hij. Wie meent van wel, die is ‘vervloekt’! Je wordt betoverd, gehypnotiseerd, noem het genarcotiseerd. Toen ik bij jullie was, waren we samen aan de voet van Jezus’ kruis, op Golgotha, waar we de Heiland hoorden roepen: ‘Het is volbracht!’ Maar toch ben je druk met wat een mens allemaal moet. Rijke beloften worden omgesmeed tot geboden. Wat er moet, neemt Jezus voor Zijn rekening. De Heilige Geest ‘verheerlijkt’ Christus door de betovering weg te nemen en je te bevrijden van de dreun die almaar door je hoofd spookt: Ik moet…, ik moet geloven.

Geloof

Dit laatste zegt Paulus zo niet. Eeuwen voor Luther verkondigt hij het Evangelie van Jezus Christus en gaat hij zo ver en diep dat hij de boodschap voor de Hervormingsdag toespitst op een wijze die wij niet zouden durven bedenken, laat staan, publiceren: ‘Wij worden niet gerechtvaardigd door de werken der wet, maar door het geloof ván Jezus Christus’. Mocht ik soms denken dat hier sprake is van ‘a slip of the pen’, een schrijffout, dan lees ik verder en constateer tot mijn verbazing, eigenlijk verwondering, dat deze woorden nog eens en nog eens worden herhaald. Dit is in de Statenvertaling duidelijker dan in andere vertalingen. In de Griekse brontekst staat inderdaad: ‘het geloof ván Jezus Christus’. Dit getuigenis wordt bevestigd in het laatste bijbelboek. Jezus zegt tegen de aangevochten kerk: ‘U hebt het geloof ván Mij niet verloochend’ (Openb.2:13) en ‘omdat u het woord van Míjń volharding hebt bewaard, zal Ik ook u bewaren voor het uur van de verzoeking.’ (Openb.3:10; verg. ook Rom.3:22)

Aanvechting

De Heere roept ons op Zijn onvoorwaardelijke beloften te geloven. Maar in de aanvechting kan zich een afgrond openen. Een afgrond zo diep dat je – wat je ook hebt ervaren van de Heere – alles kwijtraakt, zelfs je geloofshouvast. Houd ik dan niets over? Niemand die ‘zorgt voor mijn ziel’? Zeker wel: Jezus, ‘de Leidsman en Voleinder van het geloof’ (Hebr.12). Hem ‘omhelzen’ wij door het geloof, zegt de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Hij ‘rekent ons toe al Zijn verdiensten en alle heilige werken die Hij voor ons en in onze plaats heeft gedaan’. Christus en wat Hij heeft volbracht, is ‘meer dan voldoende om ons vrij te spreken’ (NGB, art.22).

Ongelooflijk geloofwaardig

Deze en andere kostbare woorden hebben wij leren verstaan vanuit de Reformatie. Wij maken ons op om ze te onderstrepen, ons los te zingen uit de betovering. Wij zien op Jezus, Die door het geloof heeft vertrouwd op de belofte van Zijn Vader. ‘Heb je geen geloof? Dan doe je het maar zonder’, zei ooit een vriend tegen mij. Wie het vatten kan, die vatte het. ‘Als ik naar mezelf kijk, kan ik niet behouden worden. Als ik naar Jezus kijk, kan ik niet verloren gaan.’ (Luther) ‘Ik ben met Christus gekruisigd (…) en voor zover ik nu in het vlees leef, dat leef ik door het geloof ván de Zoon van God.’ (Paulus) ‘Door Zijn geloof heeft Christus het voor ons verworven dat wij ons vertrouwen mogen stellen op de verzoende God.’ (H.F. Kohlbrugge). Alles wat er moet, heeft Híȷ́ volbracht! Dat gaan wij ‘vieren’, DV 31 oktober.

Dr. M. Verduin
Dr. M. Verduin