De stadspoort is in de Bijbel belangrijk. Daar verzamelen zich de oudsten en het volk van de stad. Denk aan de geschiedenis van Ruth of aan de ‘poorten van de gerechtigheid’ (Ps.118:19). De stadspoort in het oude Israël is een treffend beeld voor de school.
Evenals de stadspoort staat de school op de grens van het leven binnen en buiten de poorten. Het heeft te maken met het ouderlijk huis (binnen) en met de wijde wereld (buiten). De school staat op de grens van gezin en maatschappij. De schooltijd is een doorgangsperiode van het ouderlijk huis naar het zelfstandige staan in de maatschappij.
Onderwijsdoel
Dit brengt ons automatisch tot het nadenken over de taak en missie van de christelijke school. Waarom zijn er christelijke scholen? Zijn ze er enkel om zoveel mogelijk competenties te verwerven? Zijn ze er om later een zo goed mogelijke baan te krijgen en geld te verdienen. Staan ze in dienst van economische groei? In hun grondige boek Gidsen wijzen A. de Muynck en A.J. Kunz erop dat het ultieme doel van het onderwijsproces staat in Psalm 78:7: ‘zodat zij (de jongere mens) hun hoop op God stellen en Gods daden niet vergeten, maar Zijn geboden in acht nemen.’
Dit hopen op God en leven uit Zijn wetten en daden is de inhoud van het verbond. Dit goddelijke verbond strekt zich dus uit tot de school. In dit verbond dragen leerkrachten Gods daden over op kinderen/jongeren. Ook die jongeren die niet betrokken christelijk zijn, maar vanwege een open toelatingsbeleid toch naar deze school gaan. Zo komen de verbondsgeheimenissen ook tot hen. Dat is het missionaire aspect van de school.
Gidsende vorming
Dit tekent de belangrijke vormende taak van de leerkracht. Christelijk onderwijs is morele, emotionele, fysieke en geestelijke vorming. De leerkracht is naast onderwijzer(es) ook een klein beetje vader of moeder, hoewel de één dat meer ervaart dan de ander. Leerkrachten nemen een taak op zich waar ouders vaak onvoldoende tijd of capaciteit voor hebben. De leerkrachten doen namelijk meer dan alleen de leerstof overdragen.
De Muynck en Kunz wisselen daarom het kennisgerichte woord ‘leerstof’ in voor het bredere woord ‘werkelijkheid’. Leerkrachten brengen leerlingen als gidsen in contact met Gods werkelijkheid (p.22). Daarbij gaat het om het aanreiken van veel betekenissen. Het voldoet daarbij niet om alleen uit de kinderbijbel voor te lezen, de bijbelse geschiedenis aan het begin van de dag te vertellen, de dag- of weekopening op school te houden of te bidden voor het eten. Het gaat erom de hele dag/les door het kind ‘bij momenten’ in te leiden in betekenissen. Zo krijgt de leerling vat op de betekenis van iets. Dan maakt het zich de normen ‘van binnenuit’ ook meer eigen (W. ter Horst).
Onvergetelijke onderwijzer(es)
We mogen wat dat betreft een link zien tussen het ambt van leerkracht en het ambt van priester. Zoals een priester zijn gemeenschap inwijdt in de hogere betekenissen, zo wijden christelijke leerkrachten jongeren verder in. Dat doen zij door hun hele levenshouding. Zij wijden hen in in:
– de diepe waarde van eerbied voor de schepping of natuurwetten;
– het echt ontmoeten van de ware aard van de dingen (bijv. het zien van een vogel als een wonderlijk geschapen roodborstje en het zien van een zwerver als een mens met een ziel);
– erkenning van de menselijke grenzen;|
– hoogachting voor heilige momenten;
– het leren zien van hoop in pijn of gebrokenheid;
– werkelijke aandacht voor de medemens;
– gelovige omgang met de ernstige thema’s als paniek, schuld en wanhoop;
– de dienstbaarheid aan de naaste;
– de duurzaamheid van de schepping;
– het ontvangen van liefde voor het leven en het uitzien naar de Toekomst, enz.
Velen van ons herinneren zich een onvergetelijke onderwijzer(es), die leefde van de genade van de HEERE. Deze gaf ons misschien met geschiedenis inzicht in Gods hand in de Nederlandse geschiedenis. Een ander gaf met biologie fijngevoelig aan hoe nauwkeurig en verfijnd de Schepper alles heeft afgestemd in het menselijke lichaam. Het beïnvloedde onze kijk op het leven richtinggevend. Deze onderwijzer(es) werd een identificatiefiguur voor ons.
Ambtsdragers
Leerkrachten hebben naast een gids dus iets van priesters/priesteressen. Daarmee zijn leerkrachten in de school belangrijke personen naast hen die in de kerk werkzaam zijn. In de kerk zijn jongeren alleen zondags in de kerkdienst(en) en tijdens het winterwerk doordeweeks drie kwartier op de catechisatie. Hoe spaarzaam is dat aantal uur! Belangrijk is dan ook de rol van de leerkracht die in een week maar liefst zo’n dertig lesuren optrekt met onze jongeren (fulltime).
De Muynck en Kunz wagen het zelfs om zover te gaan dat zij stellen dat leerkrachten in de school medewerkende (synergetische) ambtsdragers zijn van de ambtsdragers die zijn geordineerd in de kerk (p.155). Ook dr. W. Aalders aarzelde niet om van een ambt te spreken (De tijdgeest weerstaan, p.121). Het vervullen van een taak in de stadspoort is immers een hoge en verantwoordelijke roeping. Het christelijke onderwijsveld vraagt om poortwachters die persoonlijk gedreven, strijdend en belijdend staan in de wereld. Niet alleen geldt dit voor leerkrachten, maar denk ook aan schoolleiders, intern begeleiders, zorgcoördinatoren, etc. Met elkaar ben je op school zo’n vormende leefgemeenschap.
Geestelijke strijd
Zulke vormende leerkrachten zijn hard nodig. De maatschappij verandert snel. De satan zit niet stil. Er is een geestelijke strijd aan de gang. Feitelijk altijd al. Boze ideologieën richten zich op het uithollen van gezin en school. De kinderen moeten zo vroeg mogelijk worden ingelijfd door het rumoer, de beelden en de vervlakkende normen van onze moderne maatschappij. Christelijke jongeren hebben daarom actuele, liefdevolle vorming nodig om zo tools in handen te krijgen om standvastig in deze wereld te volharden achter Christus aan. Dat vraagt van hen een constructief-kritische houding in de omgang met de cultuur.
In dit alles is de inzet de eeuwigheidswaarde van de kinderziel. Die ziel is bestemd voor het Koninkrijk van God, waarbij het gaat om het opdoen van levenswijsheid. Deze wijsheid doet de jongere mens op aan de hand van Gods wet. Zoals Spreuken 2:1 zegt: ‘Mijn zoon, als je mijn woorden aanneemt, en mijn geboden bij je opbergt, dan zul je de vreze des Heeren begrijpen.’ Door te luisteren naar een wijze leerkracht die persoonlijk is gestempeld door Gods wet en de liefde voor Christus, zal de leerling in staat zijn om te onderscheiden wat wijsheid en dwaasheid is.
Wanneer deze geestelijke levensvorming niet meer óf sterk verminderd plaatsvindt, verliest de kerk in haar achterban slagkracht. Als het christelijk onderwijs taant, wat dan? Dan zien jongeren de christelijke betekenisgevingen niet meer en daardoor ook de christelijke normen niet meer. Dan ontstaat er vervlakking van de inhoud in de kerken of zelfs uittreding.
Nieuwe roepingen nodig
Daarom doen we hierbij een oproep om christelijk, onderwijzend personeel. Want het groeiende probleem op dit moment is het oplopende lerarentekort. Ook in het christelijk onderwijs. In het algemeen is er in het basisonderwijs zo’n 10 procent te kort. De middelbare scholen kampen ook met toenemende aantallen vacatures, berichtte het ND op 13 december 2022.
In lijn met De Muynck en Kunz kun je dus spreken over een groeiend tekort aan ‘ambtsdragers’ in het onderwijs, in het bijzonder ook van mannen. Onlangs was er een paasviering op een school waar veertig personeelsleden (veel parttimers) vooraan een lied zongen. Tussen hen stonden slechts twee mannen, van wie één stagiair. Wat zegt dit?
Laten we bidden om nieuwe roepingen voor het christelijk onderwijs. Ambtsdragers, krijgt dit aandacht in de eredienst? Ouders, wat bidden we thuis in onze gezinnen voor de scholen? Nodigen we onze kinderen uit om na te denken over dit belangrijke werk in Gods Koninkrijk?
Liefde en echte aandacht
Daarom sporen we aan: Voel je geroepen om het ambt van leerkracht op je te nemen. Hoe ziet zo’n roeping eruit? Deze roeping vindt haar bron in de Schepper. Hij legt liefde en echte aandacht voor kinderen/jongeren in het hart. Met deze roeping vind je het bouwen aan Gods Koninkrijk wezenlijker dan het denken in termen van winst en (veel) geld elders kunnen verdienen. Je wilt echt bijdragen aan het vormen van christelijke jongeren. Roeping is vaak geen buitengewone inspraak van God. Nee, deze concrete roeping is het besef dat je om Christus’ wil christelijk onderwijs zeer noodzakelijk vindt. Dat je er meer over wilt weten en je in kinderen en/of jongeren wilt interesseren. Dat je ernaar gaat verlangen hen te gidsen. Roeping is de bewustwording dat je niet meer van die overweging loskomt. Jij bent gewoonweg de persoon die dit doen moet. Als identificatiefiguur kun jij het verschil maken voor de (eeuwige) toekomst van een mens.
Zo wordt – mede door jouw inzet – de stadspoort van de school een poort van de HEERE, waardoor rechtvaardigen zullen binnengaan, eeuwig binnengaan (Ps.118:20).
Deze bijdrage kwam tot stand in samenwerking met C.G. Bok (directeur afdeling vwo Ichthus College Veenendaal), L.S. van Wezel (lid college van bestuur bij Scholengroep Driestar-Wartburg) en W.H.C. Loedeman (bureausecretaris Gereformeerde Bond, voorheen werkzaam in het onderwijs).
Geïnteresseerd in meer lezenswaardige artikelen? Neem een jaarabonnement (€ 52,50). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van onze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!