blog
Iraanse leider: Israël zal echt verdwijnen
Vrede als een rivier
Wie Israël vergeet, zaagt de tak door waarop hijzelf zit. Omdat een kerk zonder Israël niet bestaat. Op deze wijze herinnert het Centrum voor Israëlstudies ons aan de Israëlzondag, 4 oktober.
In een berijming van Psalm 137 verwoordt de bekeerde Jood Isaäc da Costa de gevoelens van een Israëliet in ballingschap:
Aan Babels watere gezeten
denk ik aan Sion en verteer.
Jeruzalem! hoe zou ik u vergeten?
Mijn rechterhand vergat zichzelf weleer.
Zo zal het de Joden door de eeuwen heen vergaan zijn, op allerlei momenten in hun bewogen geschiedenis. ‘Als ik u vergeet, Jeruzalem, laat dan mijn rechterhand zichzelf vergeten.’ De vrome Jood weende om Jeruzalem, de woonplaats van Jahweh. Hij deelt in het verdriet dat God Zelf heeft vanwege de ongehoorzaamheid en de wegvoering van Zijn volk. ‘Och, had u maar acht geslagen op Mijn geboden! Dan zou uw vrede geweest zijn als een rivier.’ (Jes. 48:18)
In beide handpalmen
De Heere geeft echter een antwoord op de klacht van moedeloze ballingen. Zelfs al zou een vrouw haar zuigeling vergeten – in het gewone leven een onmogelijkheid – ‘Ík zal u niet vergeten. Zie, Ik heb u in beide handpalmen gegraveerd.’ (Jes. 49) Als God naar Zijn handen kijkt, ziet Hij de muren van de stad, Jeruzalem, daarin geschreven. Het is een beeld van de realiteit dat Hij Zijn volk niet vergeet.
Paulus heeft dit geheimenis verstaan toen hij aan Timotheüs schreef: ‘Als wij ontrouw zijn, blijft Hij getrouw. Hij kan Zichzelf niet verloochenen.’ Het mag een element zijn dat op de Israëlzondag – maar waarom alleen dan? – onze aandacht vraagt: ‘Hij denkt aan Zijn verbond voor eeuwig (…) Voor Jakob heeft Hij het vastgesteld als een verordening, voor Israël als een eeuwig verbond.’ Met Psalm 105 zingen we ervan in menige doopdienst.
Geen hoge dunk
En wij? Blijkbaar zijn wij geneigd Israël wel te vergeten. Anders was er geen jaarlijkse Israëlzondag nodig die de christelijke gemeente erbij bepaalt dat ze als een wilde tak geënt is op de wortel. Dat moeten we blijven horen, opdat we niet hoogmoedig worden. ‘Heb geen hoge dunk van uzelf, maar vrees’, schrijft Paulus in dit verband. (Rom. 11:20)
Het is een dag op de kerkelijke kalender – ontstaan na de ontreddering over de Holocaust en de verwondering over de terugkeer van de Joden naar Israël in 1948 – om de daden van God in het bestaan van Israël te gedenken.
Jongeren
Als oudere gemeenteleden kunnen we Israël blijkbaar vergeten. Veel jongeren echter hebben niet de keuze iets te vergeten, omdat ze niet wéten van het eigene van Gods uitverkoren volk, van wat Israël blijvend anders maakt dan Egypte, Libanon, Jordanië en elk ander land ter wereld. In een recente column in het Nederlands Dagblad constateerde commentator Aad Kamsteeg ‘dat ook christelijke jongeren minder speciale verbondenheid met ‘Israël’ voelen’.
Omdat het hier niet over een middelmatig thema gaat, mag er in het kerkelijk onderricht aan de jongeren van de gemeente aandacht zijn voor Gods trouw aan Zijn volk. Al in 1987 schreef dr. H. Vreekamp in zijn boekje Zonder Israël niet volgroeid – na een onderzoekende blik in dertien catechesemethoden die in hervormde kring gebruikt werden – dat ‘de eigen werkelijkheid van het jodendom in zo goed als alle methoden afwezig is’. En als er soms over Joden gesproken werd, gebeurde dit – onbedoeld – in de verleden tijd. ‘Iets wat verleden tijd geworden is, kun je net zo goed opruimen,’ aldus dr. Vreekamp.
Iran
Dat opruimen, dat zou ayatollah Ali Khamenei heel graag doen. Drie weken geleden zei deze hoogste leider van Iran in een toespraak dat Israël over 25 jaar niet meer zal bestaan. ‘Als Allah wil, zal er over 25 jaar niet zoiets bestaan als een zionistisch regime.’ Tot die tijd moeten de jihadisten geen moment rust geven aan de zionisten, vindt de ayatollah. Wat voor conflicten er tussen diverse landen in de wereld ook zijn – slechts van Israël wordt gezegd dat het van de aardbodem verdwijnen moet. Het mag ons gebed op de Israëlzondag – maar waarom alleen dan? – intensiveren.
Ooit stelde de Palestijnse bevrijdingsorganisatie van Jasser Arafat een plan voor de gefaseerde vernietiging van de staat Israël op, waar ondanks latere vredesonderhandelingen nooit officieel afstand van genomen is. In een eigentijds jasje is de sluwe Haman, die de Joden ten tijde van het Perzische rijk wilde uitroeien, nog altijd aanwezig. Tijdens het Poerimfeest wordt er elk voorjaar bij stilgestaan.
Verkiezing
Als we zien dat het in geen enkele eeuw gelukt is Gods volk te vernietigen – ondanks het immense lijden van de Joden –, dan zijn we stil vanwege het geheimenis van Gods verkiezing. Ik leerde recent uit een preek dat het Hebreeuwse woord voor verkiezen en liefhebben hetzelfde is. Israël is het voorwerp van Gods verkiezende liefde. ‘Ik zal Mij ontfermen over wie Ik Mij ontfermen zal.’ (Ex. 33:19)
De christenheid zal dit geheimenis nooit op formule kunnen brengen, er grip op kunnen krijgen. Waar dat in het verleden wel gepoogd is, leidde dit niet tot iets goeds. Denk aan wat een rabbijn ooit zei: ‘Hoe zouden christenen ons doen geloven dat het kruis het teken van de liefde is als het al zo vaak op onze schedels stukgeslagen is.’ Daarom hamert Paulus er in Romeinen 11 op niet wijs te zijn in eigen oog, ons niet te beroemen, niet hoogmoedig te zijn.
Aanbidding
Dit hoofdstuk loopt daarom uit op de aanbidding van God, Die verkiest. ‘O, diepte van rijkdom, zowel van wijsheid als van kennis van God, hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn oordelen en onnaspeurlijk Zijn wegen! Want wie heeft de gedachten van de Heere gekend?’ Van deze verkiezing zing je, of je irriteert je eraan, je komt ertegen in verzet.
En is dat laatste geen rode draad in de geschiedenis van de mensheid? In het hoofdstuk over Gods wijsheid en de wijsheid van de wereld, over de gekruisigde Christus als struikelblok voor de Joden (1 Kor. 1), schrijft Paulus dat God het zwakke van de wereld uitverkoren heeft om het sterke te beschamen. Dat zien we in de geschiedenis van dat onaanzienlijke volk op die smalle strook land aan de Middellandse Zee, te midden van een overmacht aan vijandige legers, die inmiddels een nucleair programma ontwikkelen (Iran). Dat zien we in het leven van de wereldwijde christelijke gemeente, waar broeders en zusters vanwege het geloof in Christus meer en meer vervolgd worden.
Wonder
Het is een wonder van Gods trouw dat Israël nog altijd bestaat, ondanks haar ongehoorzaamheid aan de geboden van God, ondanks de verwerping van Jezus als de Messias, wat voor de meeste Joden geldt. Het is evenzeer een wonder dat de kerk op aarde niet uitgeroeid is, ondanks haar zondige verdeeldheid en gedogen van de dwaalleer. ‘Deze heilige kerk wordt door God bewaard of staande gehouden, tegen het woeden van de hele wereld,’ belijdt de Nederlandse Geloofsbelijdenis.
***
Vrede, voor Israël en de volkeren, ligt er slechts in het gehoorzamen aan Gods geboden. Vrede als een rivier, een beeld van overvloed en kracht. ‘Ik ben de HEERE, uw God, Die u leert wat nuttig is.’ Hoe mogen wij dat leren? Door te zien op de Verlosser van Israël, de Zoon van God, Jezus Christus. ‘Zie, mijn Knecht zal verstandig handelen, Hij zal verhoogd worden en verheven.’ (Jes. 52) Geschonden was Zijn gezicht, Zijn gestalte…, maar ‘zó zal Hij vele heidenvolken besprenkelen’.
Daarom zingen we met Psalm 22: ‘Van U zal mijn lof zijn in een grote gemeente.’ En daarom schrijft Paulus in de ‘kerkbrief’, de brief aan Efeze: ‘Hem zij de heerlijkheid in de gemeente, door Christus Jezus, in alle geslachten, tot in alle eeuwigheid.’
P.J. Vergunst