Waar bent u naar op zoek?

Wagenwijd open

ds. H.J. van der Veen
Door: ds. H.J. van der Veen
23-02-2023

Onze God is een God Die hoort. Als de Israëlieten het uitschreeuwen vanwege de slavenarbeid hoort de Heere hun gekerm. Horen betekent in de Bijbel ook luisteren en instemmen. Wie luistert naar Gods stem, zal merken dat zijn leven verandert.

Het gehoor is een belangrijk zintuig. Ik moet er niet aan denken dat ik niet meer zou kunnen horen: nooit meer de stem van de mensen of het geluid van de vogels of de muziek in de kerk te kunnen horen. Dat lijkt mij heel erg. Niet voor niets heeft de Heere Jezus tijdens Zijn rondwandeling op aarde vele doven de oren geopend, zodat zij de stem van de Zoon van God kunnen horen (Mark.7:31-37).

Niet hardhorend

We gaan ongeveer vijfendertighonderd jaar terug in de tijd. We bevinden ons in Egypte, in het land Gosen. Het volk Israël wordt daar vele jaren als slaaf onderdrukt: ‘Het gebeurde vele dagen daarna, toen de koning van Egypte gestorven was, dat de Israëlieten zuchtten en het uitschreeuwden vanwege de slavenarbeid. En hun hulpgeroep vanwege de slavenarbeid steeg omhoog tot God.’ (Ex.2:23)

Nadat Mozes op wonderlijke wijze van de verdrinkingsdood is gered, wordt hij door de prinses opgevoed aan het hof van de farao. Daar verblijft hij veertig jaar. Ondertussen blijft het volk Israël roepen tot de Heere. Het lijkt er echter op dat God doof is voor hun hulpgeroep.

Toch gloort er na tachtig jaar hoop: ‘Toen hoorde God hun gekerm, en God dacht aan Zijn verbond met Abraham, met Izak en met Jakob. En God zag naar de Israëlieten om en ontfermde Zich over hen.’ (Ex.2:24,25)

Vier woorden geven uitdrukking aan het lijden van het volk Israël: zij zuchten en schreeuwen, zij roepen om hulp en jammeren. Tegenover die vier woorden van de Israëlieten staan vier woorden van God: Hij hoort en gedenkt, Hij ziet en ontfermt Zich. God is immers niet hardhorend, Hij is niet stokdoof.

Instemmen en gehoorzamen

We verlaten het land Egypte en we trekken de woestijn van Midian in. Mozes hoedt daar de schapen van zijn schoonvader, Jethro. Plotseling wordt zijn aandacht getrokken door een brandende braamstruik. Snel loopt hij ernaartoe om een kijkje te nemen: ‘Toen de Heere zag dat hij ging kijken, riep God tot hem uit het midden van de doornstruik en zei: Mozes, Mozes! Hij zei: Zie, hier ben ik!’ (Ex.3:4) Nadat Mozes zijn sandalen uit eerbied voor de Heere heeft uitgetrokken, herhaalt de Heere de woorden die Hij veertig jaar geleden reeds heeft gesproken: ‘Ik heb duidelijk de onderdrukking van Mijn volk, dat in Egypte is, gezien en heb hun geschreeuw om hulp vanwege hun slavendrijvers gehoord. Voorzeker, Ik ken hun leed.’ (Ex.3:7)

Het Hebreeuwse woord voor horen is sjama. Dat woord betekent niet alleen horen en aandachtig luisteren, maar ook instemmen met en gehoorzamen aan. De eerste twee letters van dit werkwoord vormen het zelfstandig naamwoord sjem. Dat woord betekent naam. Uit eerbied voor God noemen de Joden Hem: hasjem, de Naam.

Horen betekent in de Bijbel dus eigenlijk: luisteren naar God, Die gezegd heeft: ‘ik ben die ik ben’ (Ex. 3:14a). We dringen hiermee door tot het hart van het christelijk geloof: geloven is niet doen of denken, praten of kiezen. Integendeel, het hart van het christelijk geloof is horen. De Joodse geloofsbelijdenis luidt niet voor niets: ‘Luister, Israël! De Heere, onze God, de Heere is één!’ (Deut.6:4) De Heere Jezus sluit Zich bij deze belijdenis aan: ‘Het eerste van alle geboden is: Hoor, Israël! De Heere, onze God, de Heere is één.’ (Mark.12:29b)

De zachtste fluistering

Op de berg Horeb wordt het geheim van God onthuld: Hij is een horende God. Hij is één en al oor! Zijn oren staan dag en nacht wagenwijd open. Zelfs de zachtste fluistering van onze lippen en de diepste zucht uit ons hart hoort Hij.

Hiermee is tegelijkertijd het grote verschil met de afgoden weergegeven: ‘Afgoden zijn zilver en goud, het werk van mensenhanden: zij hebben een mond, maar spreken niet; zij hebben ogen, maar zien niet; zij hebben oren, maar horen niet; zij hebben een neus, maar ruiken niet.’ (Ps.115:4-6)

Wie echter goed naar God luistert, merkt dat er iets in zijn leven verandert. We komen door te horen naar Gods stem en te luisteren naar Gods Woord tot geloof en bekering. Paulus zegt: ‘Zo is dan het geloof uit het gehoor, en het gehoor door het Woord van God.’ (Rom.10:17) Vandaar dat de Heere Jezus ons aanspoort: ‘Wie oren heeft om te horen, laat hij horen.’ (Matt.13:9) En als Johannes op Patmos de zeven brieven aan de gemeente in Turkije schrijft, sluit hij alle brieven af met dit appèlwoord: ‘Wie oren heeft om te horen, die hore.’ (Openb.2,3)

Doorboorde oren

In onze tijd klinken veel verschillende stemmen. Te midden van die kakofonie van stemmen valt het niet mee om de stem van God te horen. In de Bijbel wordt dat probleem niet alleen onderkend, maar ook opgelost: God moet onze oren doorboren.

We komen deze uitdrukking tegen in Exodus 21:6. Daar wordt gesproken over een slaaf, die zijn meester zes jaar heeft gediend. In het zevende jaar wordt deze slaaf voor de keuze gesteld. Hij mag nu als vrij man bij zijn meester weggaan of hij mag vrijwillig zijn meester de rest van zijn leven blijven dienen. Mocht de slaaf ervoor kiezen om bij zijn meester te blijven, dan moet zijn meester hem meenemen naar de voordeur van zijn huis en daar het oor van zijn slaaf met een priem doorboren. Zo is het voor iedereen duidelijk: deze slaaf heeft er zelf voor gekozen om zijn meester vrijwillig te dienen. Welnu, zo worden ook wij opgeroepen om de Heere vrijwillig te dienen, om de rest van ons leven naar Zijn Woord te luisteren en om aan Zijn roepstem gehoorzaam te zijn.

De Hoorder der gebeden

Het horen van het Woord is niet vrijblijvend. Wie het Woord van God hoort, wordt aangespoord om gehoorzaam te zijn aan de roepstem van God. Paulus zegt: ‘Niet de hoorders van de wet zijn immers rechtvaardig voor God, maar de daders van de wet zullen gerechtvaardigd worden.’ (Rom.2:13) Jakobus voegt daaraan toe: ‘En wees daders van het Woord en niet alleen hoorders. Anders bedriegt u uzelf.’ (Jak.1:22) Hoewel de uitdrukking niet in de Bijbel, maar in de berijming van Psalm 103:1 staat, wordt God de Hoorder der gebeden genoemd. Zoals het volk Israël de Heere gesmeekt en gebedeld heeft om bevrijding uit de slavernij van Egypte, zo mogen wij vandaag tot de Heere roepen om bevrijding van alle machten die ons leven bedreigen.

Trouwens: weten we wat bidden eigenlijk is? Bidden is kloppen op de gehoorbeentjes van God.


Toen hoorde God hun gekerm.

Exodus 2:24a

ds. H.J. van der Veen
ds. H.J. van der Veen