Wat de kerk is
Is Bonhoeffer inderdaad de kerkvader van bijbelgetrouwe christenen, zoals de Duitse hoogleraar Georg Huntemann in Der andere Bonhoeffer (1989) stelt? Ds. P. van der Kraan zoomt in op enkele van Bonhoeffers gedachten over de kerk.
Vanaf zijn eerste publicatie tot aan zijn gevangenisbrieven is het denken over de kerk bij Bonhoeffer prominent aanwezig. Die eerste publicatie is zijn (eerste) proefschrift, dat hij op 21-jarige leeftijd verdedigt met als titel Sanctorum Communio (gemeenschap der heiligen). Volgens de ondertitel is het een dogmatisch onderzoek naar de sociologie van de kerk. Hoewel hij in latere geschriften veel dingen anders en vaak ook kritischer zegt, komen verschillende uitgangspunten steeds terug. Eén daarvan is: Christus Die als gemeente bestaat.
Waar komt Bonhoeffers blijvende belangstelling voor de kerk vandaan? Mogelijk wilde Bonhoeffer, opgegroeid in cultuurchristendom, weten wat de kerk volgens bijbelse uitgangspunten is. Zeker is dat de Duitse kerkstrijd hem tot diepere bezinning over de kerk dwong. Tenslotte voorzag hij in zijn laatste levensjaren het naoorlogse nihilisme, waarbij hij zich afvroeg hoe de kerk in die situatie kerk kan zijn. De antwoorden die hij in de verschillende fasen geeft, zijn steeds nogal radicaal.
Die radicaliteit bracht mee dat Bonhoeffer in de Duitse kerkstrijd weinig medestanders vond. Die kerkstrijd werd gevoerd binnen de Duitse Evangelische Kerk over de vraag of de ariërparagraaf, die de nazi’s Duitsland oplegden, ook voor de kerk moest gelden.
Voor Bonhoeffer, op dit punt eensgeestes met de Duitse theologen Karl Barth en Martin Niemöller, was duidelijk dat de kerk zich niet tot instrument van de overheid mocht laten maken. Als de kerk zich door de overheid liet voorschrijven hoe ze met haar (gedoopte) Joodse gemeenteleden en voorgangers moest omgaan, zou ze ophouden kerk te zijn. Voor Bonhoeffer gold deze kwestie dan ook de status confessionis (wat het belijden raakt).
Lees het volledige artikel in De Waarheidsvriend van 10 april 2015.