Waar bent u naar op zoek?

blog

God blijft Eigenaar van wat Hij gaf

Wat de kerk mij waard is

16-01-2012

Een half miljoen Nederlanders hebben deze week de taak medekerkleden te bezoeken in het kader van de jaarlijkse vrijwillige bijdrage voor de plaatselijke gemeente. Laten crisis en bezuinigingen daarbij níet in onze gedachten zijn, als we antwoord geven op de vraag wat de kerk, wat de Heere van de kerk, ons waard is.

Kerkbalans heeft plaats in de tweede helft van januari, kort na de jaarwisseling. Dat is waardevol, zodat we aan het begin van 2012 eerst kunnen besluiten over wat we geven aan de kerk, voordat we onze zomervakantie boeken, voordat we overwegen welke aankopen er dit jaar in ons gezin, in ons leven gedaan kunnen worden. Zoals die vrouw die niet wist hoe ze elke week de bakker moest betalen, die niet wist wat ze met de energierekening aan moest – laten we niet doen of armoede in ons land niet bestaat -, die van haar weekgeld weer wat schulden kon betalen, maar die nooit het eerste busje vergat, waarin het geld voor de kerk gedaan werd. Al was het misschien niet veel, het was wel een offer.

 

Eigenaar

Een mooie gedachte is dat Kerkbalans gehouden wordt in de huidige fase van het kerkelijk jaar, waarin we het begin van Jezus’ omwandeling op aarde volgen. Zonder aanloop vertelt de evangelist Markus waar het de Heiland om begonnen is, als Hij Zijn prediking begint: ‘De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is nabijgekomen.’ (Mark. 1:15) Hij roept mensen tot bekering, tot gehoorzaamheid aan Hem als de Koning van hun leven, een Koning die Eigenaar is van alles wat Hij ons eerst geschonken heeft.

Dat is een kernnotie in het Woord van God. Net zomin als onze kinderen ons bezit zijn – als de Heere ons hen schonk -, net zomin als we onze tijd naar eigen inzichten kunnen invullen, is het met ons bezit, ons geld. Wie denkt er zelf over te kunnen beslissen, krijgt de vraag naar zich toe die Paulus al aan de gemeente van Korinthe stelde: ‘Wat heb je dat je niet hebt ontvangen?’ (1 Kor. 4:7) Onze betrokkenheid op de vrijwillige bijdrage is in de eerste plaats een reactie op de prediking van Jezus, op Zijn appèl tot geloof en bekering. Zo alleen halen we Kerkbalans weg uit de sfeer van crisis, bezuinigingen, wellicht werkloosheid die ons en onze gezinsleden kan overkomen of bedreigen.

 

Geefgedrag en leefstijl

Een week of zes geleden presenteerde Woord en Daad, samen met enkele kleinere goede-doeleninstellingen, de resultaten van een groot onderzoek naar het geefgedrag en de leefstijl van bijbelgetrouwe christenen, Trouw geven, eerlijk leven. De voornaamste reden tot het onderzoek was de waarneming dat  financiële betrokkenheid op mensen in de Derde Wereld voor christenen niet altijd meer vanzelfsprekend is. Eigenbelang is een motief dat vandaag de dag door het leven van een christen loopt – en als je deze zin opschrijft, ben je daarom geneigd het woord ‘christen’ tussen komma’s te plaatsen.

Voor de liefhebbers van statistieken is uit het rapport te leren dat leden van de Gereformeerde Bond per maand gemiddeld meer aan goede doelen geven dan andere leden van de Protestantse Kerk, dan leden van de Gereformeerde Gemeenten, de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Hersteld Hervormde Kerk, maar minder dan Nederlands gereformeerden, vrijgemaakt-gereformeerden en evangelische christenen. Misschien dat dergelijke informatie kerkelijke hoogmoed kan aanwakkeren, zodat we liever onze winst doen met trends die het onderzoek aan het licht brengt.

 

Jongeren

Dan zien we niet alleen dat bijbelgetrouwe christenen gemiddeld meer geven dan doorsnee-Nederlanders, maar ook dat jongeren minder doneren dan ouderen, dat eigenbelang onverhuld uitgesproken wordt. Dat laatste vraagt om aandacht tijdens de catechese voor de tweede tafel van de wet, dat vraagt van tijd tot tijd om een diaconale preek, waarin ons concrete leven in het licht van Gods wet gesteld wordt. Bekering gaat immers verder dan de binnenkant van ons leven.

Paulus, een mens die geleerd had met kleren en eten tevreden te zijn, schrijft in 1 Timotheüs 6 dat ‘geldzucht een wortel van alle kwaad is’. En Prediker 4 noemt zwoegen met het oog op rijkdom, een activiteit die eindeloos is, een treurige bezigheid. Zonder meer is het winst als in de context van bankencrisis, eurocrisis en de noodzaak van forse bezuinigingen in ons land dit aspect door de kerk voor het voetlicht gebracht werd. Haar profetische stem kan dan gepaard gaan met een diaconaal hart, met handen die barmhartig en rechtvaardig zijn.

 

Kerk en geld

Woord en Daad noemden we als een goede-doelenorganisatie. De kerk past overigens niet in het rijtje met dergelijke stichtingen. De kerk is van Christus, ons door Hem geschonken. In de bezinning over de relatie tussen kerk en geld, die als gevolg van de inkrimping van de kerk steeds meer plaatsheeft, is aan het licht gekomen dat we ons jaarlijkse offer aan de plaatselijke gemeente niet in het rijtje giften aan goede doelen mogen zetten.

Van de kerk zijn we door de genade van God lid, en daarom zijn we verantwoordelijk voor de verkondiging van het Evangelie, allereerst dichtbij, tegelijkertijd ook veraf door middel van de dienst van de zending. Dat zijn geen goede doelen die we wel of niet in meer of mindere mate kunnen steunen, maar daarvoor dragen we een verantwoordelijkheid. Naar dat we ontvangen hebben, mogen we de prediking van het Evangelie mede dragen.

 

Nieuwe wegen

Vanuit die door de Bijbel bepaalde houding mogen we – ook als verantwoordelijke kerkrentmeester en kerkenraad – de toekomst van de gemeente onder ogen zien. We beseffen dat wij geen vereniging opgericht hebben, maar dat we Christus’ kerk dienen, de lofzang op het door Hem verworven heil gaande mogen houden.

Op die bodem is er tegelijk plaats voor creativiteit, voor het zoeken naar nieuwe wegen, zoals kand. R. van Putten die afgelopen zondag ging. Deze 44-jarige kandidaat in de theologie is in Zwolle bevestigd als eerste onbezoldigde predikant binnen de Protestantse Kerk, terwijl hij voor zijn inkomen vier dagen per week in het bankwezen blijft werken. Gelukkig is er een landelijke kerk die een initiatief als dit kan begeleiden, opdat het enthousiasme van mensen een bedding vindt in de kerkelijke werkelijkheid en plannen in goede kerkordelijke banen geleid worden. Want als je met mensen werkt, kunnen er ook dingen ontsporen.

 

Afgod

Leven in een tijd van bezuinigingen, van (financiële) onzekerheid leert ons bewuster omgaan met de middelen en mogelijkheden die we hebben. Daarbij is het winst dat we in het geheel van Europa ontdekken welke afgod de economie geworden is, die voor velen van een middel tot een doel werd. Ik vind het een nationale afwijking dat we bij elk landelijk nieuwsfeit in de media – slechte weersomstandigheden, ouder wordende levens, een brug die enkele uren niet open wil gaan enzovoorts – horen hoeveel geld dit de schatkist zal kosten.

In onze samenleving lijkt geld verdienen de norm. Dat moet beroepskeuze, carrièreverloop en status te bepalen. De actie Kerkbalans 2012 kan laten zien dat in de kerk een andere orde geldt, de orde van het Koninkrijk. Het Woord van God leert ons dat hebzucht een zee van ongelukken opleveren kan.

‘Aalmoes’ is in de herziene Statenvertaling ‘liefdegave’ geworden (Matt. 6:4) – en dat begrijpelijke woord brengt de daad dichterbij. Omdat de armen er altijd zijn, mogen we in deze weken onze gaven voor de plaatselijke verkondiging van het Evangelie (terug)geven aan de Eigenaar van ons leven. Als je linkerhand daarbij niet weet wat de andere hand doet en deze liefdedaad naar de orde van het Koninkrijk in het verborgene plaatsheeft, verbindt de Heere er een belofte aan: loon bij Hem die in de hemelen is.

P.J. Vergunst