In de Tien Geboden (Ex.20:4) gaat het over het water onder de aarde. Wat moeten we ons daarbij voorstellen? Wijst deze uitdrukking op een verouderd wereldbeeld?
De Tien Geboden gebruiken de aanduiding over het water in het verbod om beelden te maken. In die bepaling worden drie domeinen genoemd: boven in de hemel, beneden op de aarde en het water onder de aarde.
De uitdrukking ‘het water onder de aarde’ kan opgevat worden als aanwijzing dat er onder de aarde een soort oerzee is. Het verband geeft echter aan dat de Israëlieten die wateren kunnen zien. Zij mogen geen afbeeldingen maken van vogels in de lucht, van een dier of voorwerp op de aarde en ook niet van een dier of voorwerp in het water. In Egypte werden soms krokodillen gemummificeerd. Dat zijn echter rivierdieren en geen dieren uit een onderaardse zee.
Ervaring van de Israëlieten
Het meest aannemelijk is dat in het verbod de bekende driedeling gehanteerd wordt: lucht, aarde en water (vgl. Ps. 69:35, 146:6, Neh.9:6). De Israëlieten konden geen vis zien die onder de aarde zwom, maar wel een vis in de zee en de rivieren. Mozes geeft in Deuteronomium 4:16-18 aan dat het de Israëlieten verboden is een afbeelding van een man of vrouw, een landdier, een vogel, een kruipend dier of een vis te maken. De meeste vertalingen spreken over ‘een vis die in het water onder de aarde leeft’, maar dat past niet goed in het verband.
Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van donderdag 11 november 2021.
Neem een jaarabonnement (€ 49,00). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van onze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!