Wieg tussen rookbommen
Een golf van ontroering en diepe vreugde ging door ons volk toen donderdagavond 27 april 1967 ons werd meegedeeld, dat H.K.H. Prinses Beatrix het leven geschonken had aan een zoon,' citeert Esther Visser uit 'De Waarheidsvriend' van 4 mei 1967.
Aldus opent ds. G. Boer zijn artikel over de geboorte van Willem-Alexander. Hij vervolgt zijn schrijven met de woorden: ‘God heeft vele gebeden willen verhoren. (…) Wij willen ons meer dan ooit scharen rondom ons Vorstenhuis en namens de gehele lezerskring, de ouders, de grootouders onze allerhartelijkste geluk- en zegenwensen aanbieden. Daarbij gedenken wij in het bijzonder aan onze kroonprinses, die een moeilijke weg moest doormaken. In deze gelukwens betrekken wij onze geëerbiedigde koningin, die zondag j.l. haar verjaardag vierde.’ Een halve eeuw later sluit de huidige redactie van <i>De Waarheidsvriend<p> zich graag aan bij deze ‘allerhartelijkste wensen’ en feliciteert de Koning met zijn vijftigste verjaardag, ervan uitgaand dat het ‘namens de gehele lezerskring’ is.
Keizersnede
Even verder in zijn artikel komt ds. Boer terug op deze ‘moeilijke weg’, en verzucht: ‘De kinderen in het Huis van Oranje kunnen blijkbaar alleen na lang wachten en na veel smart ter wereld komen. De operatie, die onze kroonprinses daarvoor moest ondergaan is kenmerkend. Zij komen soms ter wereld via de keizersnede, maar gaan in hun leven bijna allen over de scherpe kant van een scheermes.’ Boer schrijft over de Oranjes van het verleden, die ‘God praedestineerde, verkoos en riep tot taken, die niemand aan kon. (…) Al deze mannen en vrouwen – de een meer, de ander minder – zijn beschermheren en -vrouwen geweest van de kerk. Oranje was er, als niemand er meer was.’
Ubermensen
‘Hoe konden zij dit? Hoe begonnen zij en hoe hielden zij dit vol? Waren en zijn het ubermensen? Welke voortreffelijke eigenschappen dit geslacht ook sieren, dit is niet uit de mens te verklaren, maar uit God, uit de praedestinerende (verkiezende, red.) en roepende God. (…) Meermalen zonk dit Huis weg. De bange vraag rees dan: Zou God het verwerpen? Zou Hij nog een lamp overlaten voor ons volk?’
Levensgevaarlijk
Ds. Boer merkt op dat we in ‘een tijd van ontmythologisering’ leven, waarin niet alleen de Bijbel het moet ontgelden, maar ook de kerkgeschiedenis, de vaderlandse geschiedenis en de geschiedenis van het Huis van Oranje. Hij schrijft: ‘Daarom zijn de huidige theorieën over het gezag, monarchie, het koningshuis en een meer moderne vormgeving daarvan levensgevaarlijk, wanneer zij geen oog hebben voor de verkiezende en roepende God.’
Hij besluit zijn artikel met de wens: ‘Moge de Potentaat der potentaten ook met dit kind zijn en met hem een vast verbond maken en deze Prins doen staan voor de zaak van Zijn Koninkrijk. Men zal gedurig voor hem bidden.’
Rookbommen
Hoewel De Waarheidsvriend van tegenwoordig er heel anders uitziet dan die van vijftig jaar geleden – er is alleen maar tekst, geen illustraties – krijgt de meditatie, net als nu, een prominente plaats. Ds. K. Exalto schrijft over ‘de Eerstgeborene uit de doden en de Overste van de koningen der aarde’. Hij heeft zijn meditatie eerder geschreven dan ds. G. Boer zijn artikel, want de prins is op het moment van schrijven nog niet geboren: ‘Terwijl ik deze meditatie schrijf is onze kroonprinses van haar eigen woning overgebracht naar het ziekenhuis en heeft de rijksvoorlichtingsdienst bekend gemaakt dat nog deze week haar bevalling verwacht kan worden. De aandacht van het nederlandse volk concentreert zich op de aanstaande geboorte van een koningskind. Helaas niet meer in volledige saamhorigheid, de rookbommen der provo’s hebben het herhaaldelijk uitgewezen. Waar het “vrezen van God” verdwijnt, verdwijnt ook het “eren van de koning”.’
Populair
Hij vervolgt zijn schrijven met de woorden: ‘De gedachten vermenigvuldigen zich: Zal de troon van het komende koningskind, immers een kroonprins(es), gesteld dat in deze dagen alles goed mag gaan, staan blijven, temidden van ons volk? Momenteel staat die van Griekenlands vorst te wankelen, en al zovelen zijn gevallen. God geve Zijn zegen aan vorstenhuis en volk! – het is toch niet verkeerd dat wij dat bidden?’ De monarchie in Griekenland zou in 1974 afgeschaft worden. In Nederland blijft het koningshuis, ondanks stemmen die opgaan om het af te schaffen, populair. Hoewel het NRC Handelsblad een jaar geleden kopte ‘Draagvlak voor monarchie opnieuw afgenomen’ is nog altijd bijna tweederde deel van de Nederlandse bevolking voor de monarchie. Dat is in een tijd van voortgaande ontkerkelijking en individualisering iets om blij van te worden.