Waar bent u naar op zoek?

Winterwerk start

P.J. Vergunst
Door: P.J. Vergunst
15-09-2022

In de tweede helft van september is het de opening van het winterwerk die aandacht vraagt. Dat doet stilstaan bij waarom we juist de zes donkerste maanden gebruiken voor de toerusting van gemeenteleden, voor catechese en jeugdwerk.

Dat bijbelboek vol wijsheid, Spreuken, stimuleert jonge mensen voortdurend om te luisteren naar de raad van ouderen. Vrede zal er vermeerderd worden voor de zoon die het onderricht van zijn vader ter harte neemt, die diens geboden in acht neemt. Voor al het jeugdwerk in de gemeente biedt Spreuken 22:6 een opdracht met een rijke belofte: ‘Oefen de jongeman overeenkomstig zijn levensweg, ook als hij oud geworden is, zal hij daarvan niet afwijken.’ Soms moet ik aan deze tekst denken, als je hoort over ouders die opmerken dat hun kinderen van zes en negen jaar (!) liever naar een andere kerk gaan.

Oefenen mogen we in het jeugdwerk, inwijden mogen we in de catechese, inwijden in het christelijk geloof. Tijd kost dat en ook wel inspanning. Training in de kerk op het niveau van hoofd, hart en handen. Opdat de jongeren leven gaan bij de rijke inhoud van hun doop, opdat ze een weerwoord hebben bij alle vragen die hun pad zullen kruisen bij het ouder worden. ‘Als iemand je iets vraagt uit de wet, dan mag je in je antwoord niet stotteren’, zeggen de Joden. Daarom leren ze zo nauwgezet de Torah.

Heilsfeiten

Catechese, jeugdwerk, de bijeenkomst van huisbijbelkring en mannenvereniging is in onze kerkelijke agenda grotendeels beperkt tot het najaar en de winter. Een ander ritme is dit dan het volgen van de bijzondere feesten, waarbij het kerkelijke jaar zijn aanvang neemt met advent. Bij de inhoud en betekenis van de heilsfeiten leeft de gemeente echt. Daarnaast is er het ritme van de week, die altijd weer met de rustdag begint. Tijdens dat zondagse samenvallen van Pasen en Pinksteren houden we in gedachtenis dat Jezus Christus opgestaan is uit de dood en ervaren we dat Zijn Geest de gemeente tot werkplaats verkoos.

Winter

Activiteiten op basis van de seizoenen zijn afhankelijk van het klimaat – zo is dat op vele plaatsen ge-groeid. Paulus schrijft (2 Tim.4:21) aan Timotheüs dat deze zich ‘beijveren moet om voor de winter te komen’. De koude van de wintermaanden was blijkbaar minder geschikt om te reizen. Handelingen 27 verhaalt ons dat reizen in de winter zelfs tot een schipbreuk leiden kan.

Tijdens een uitwisseling van Nederlandse predikanten met hun Hongaarse collega’s vertelde een van de Hongaren eens dat een pastoraal bezoek in de kleinere dorpen slechts aan het einde van de middag kon plaatshebben. In afgelegen oorden maakten de winterse kou en de lange werkdag dat mensen zeer vroeg naar bed gingen en ’s avonds de deur voor bezoek niet meer openden. Op vergelijkbare wijze zal in ons land het kerkelijke ‘winterwerk’ ontstaan zijn: de agrarische samenleving vroeg om bewerking van het land en het binnenhalen van de oogst in het voorjaar en de zomer. Voor het kerkelijk onderricht was er tijd in de winter.

Avondverplichtingen

Vandaag leven we in een andere cultuur, is er vanwege de arbeid op de akkers geen reden om catechese en vrouwenvereniging te beperken tot een kleine zes maanden. In mijn eigen gemeente was ooit een ambtsdrager die het overgrote deel van zijn huisbezoeken in de zomerperiode afsprak, de tijd die wat avondverplichtingen betreft veel rustiger is. Wat is daarop tegen? Niets.

Het enige argument voor een korte zomerstop in het ambtelijke werk is dat de Heere zorgdraagt voor ziel én lichaam, er een periode mag zijn om op te laden, te recreëren, ook in geestelijke zin op adem te komen door te investeren in jezelf. De dominee die tegenwoordig drie weken niet preekt, verzaakt niet zijn ambt. Rust en stilte, omdat juist dan de Heere spreekt.

Beter is het wel te proberen het aantal vergaderingen sterk te reduceren dan ontmoetingen bij een open Bijbel voor jong en oud gedurende de periode vanaf Pasen te verdagen.

Zondagse zomerstop

In 2022 hoeft de start van het winterwerk niet meer te wachten op de hooimaand juli, op de oogstmaand augustus. Waar we ons wel toe te verhouden hebben, is het feit dat we het leven druk vinden, de dagen vol, dat de weken je door de vingers glijden. Diepgaande bezinning én radicale keuzen vraagt dit, omdat zelfs de zondag als rustdag in de knel gekomen is. Hier en daar hoor je mensen zeggen dat ze van zichzelf niet elke zondag een kerkdienst meer te bezoeken hoeven – alsof elders de rust geschonken wordt.

Een beetje onthutsend vond ik in dit verband dat in ons land verschillende gemeenten voor de zondagse diensten een zomerstop inlasten. Welk verkeerd verschijnsel zoekt nu een voet tussen de deur van de kerk te zetten? Mozaïek010 in Rotterdam kwam vier weken niet samen, Crosspoint in Nieuw-Vennep (de gemeente die uit een protestantse pioniersplek groot groeide) hield zes weken lang om de week een dienst. Waarom? Omdat gemeenten als deze meer hebben dan voorganger en ouderling, organist en koster, maar met een scala aan vrijwilligers een dienst organiseren. Kinderwerkers en muziekteams, gastvrouwen en geluidsmannen kregen de roosters niet gevuld.

Vakantiebijbelweek

Een zomerse activiteit die op veel plaatsen op de kalender gekomen is, is de vakantiebijbelweek, veelal een drie- of vierdaagse activiteit waarin het Woord van God laagdrempelig gedeeld wordt met kinderen uit de buurt, en hun ouders. Een groeiend bewustzijn van verantwoordelijkheid voor degenen in dorp of stad die van het Evangelie nooit hoorden, bindt de gemeente samen in voorbede en naar buiten treden. En dan…, dan is er de opening van het winterwerk, dit jaar op de meeste plaatsen op zondag 25 september. Het is de formele markering van het begin van doordeweekse samenkomsten, waarin het levenslange leren van de gemeente vorm krijgt. Ik hoop dat wat we de startzondag zijn gaan noemen, meer is dan de gezamenlijke aftrap. Het lijkt me goed om deze markering te zien als het uitspreken van commitment: tijdens de startzondag mag je jezelf beloven het nieuwe seizoen de belofte concreet te maken die je op de belijdeniszondag voor het aangezicht van God deed ten aanzien van de opbouw van de gemeente.

Met inzet en nederig

Alle vrijwilligers geldt dit. ‘Wees niet traag wat uw inzet betreft’ (Rom.12:9), een woord van Paulus voor leidinggevende en deelnemer aan kringen. Net hiervoor heeft de apostel ons verteld over de diverse genadegaven, waarbij de één goed is in bemoedigen, de ander in leidinggeven, een derde in uitdelen, een vierde in onderwijzen. Juist in het met elkaar ‘medewerkers van God’ zijn bij de opbouw van Zijn kerk is het opvallend dat Romeinen 12 ons leert te denken in bescheidenheid (vers 3) en niet te streven naar hoge dingen, maar ons te houden bij het nederige (vers 16). Dat moet wel voortkomen uit liefde, dat moet wel Gods zegen mogen inwachten.

Eenvoud

Hoe krijgen we alles zo aansprekend van inhoud dat ouderen en jongeren zullen én blijven komen? De eerste vraag is dat zeker niet, al pleit niemand voor saai en droog en lang. In 2 Korinthe 11 vond ik een andere vraag: ‘Hoe blijven we bij de eenvoud die in Christus is?’ Paulus bedoelt hier dat het kruis van de Heere Jezus, Zijn vernedering en offer, uit het centrum van de aandacht raken en hij tekent dit niet als een mogelijke optie, maar dankzij de sluwheid van de duivel als een reëel gevaar.

Ambtsdragers, zij hoeven in het winterwerk niet alles te doen of overal bij te zijn, integendeel: zij gaan op zoek naar de gaven van de gemeenteleden. Ambtsdragers zijn wel verantwoordelijk voor het antwoord op de vraag hoe we bij de eenvoud blijven die in Christus is. Die last is hen opgelegd – en dát is de zwaarte in de ambtelijke dienst, al is het tegelijk voortreffelijk.

Waarom dit alles? Omdat Paulus weet dat de gemeente onderweg is, onderweg naar de dag van Jezus Christus. Het is de reden dat in Romeinen 12 ook het bekende appèl klonk om deze wereld niet gelijkvormig te zijn, maar om te leven bij de goede wil van God. Alleen zo kan de bruidsgemeente vandaag wachten op de komst van de Bruidegom. In door de zonde besmeurde kleding zal ze Hem niet onder ogen kunnen komen en evenmin in gescheurde kleding, zodat de heiligheid en de eenheid van de gemeente de ambtsdrager op het hart gebonden mag zijn. ‘Want ik beijver mij voor u met een ijver van God’.

Avondmaal

‘Aan tafel. Van de maaltijd van de Heer tot de tafel van verbinding’ – het is (zie p.12) het thema van de Protestantse Kerk voor de startzondag en het seizoen dat wacht. Laten we bidden (de eerste roeping van de gemeente) dat alle gemeenten vanuit het avondmaal bij het hart van het Evangelie leven zullen: ‘Hij gebonden, opdat Hij ons zou ontbinden; Hij de vervloeking, opdat Hij ons met Zijn zegen vervullen zou.’ Rondom het kruis groeit onderling dan de band.

P.J. Vergunst
P.J. Vergunst