blog
Niet sprekers maar bands zetten de toon op EO-Jongerendag
Zaterdag in Gelredome
Elke predikant moet minstens één keer in zijn leven de EO-Jongerendag bezoeken. Voor de jongeren, voor hemzelf. Hij wordt er met al zijn zintuigen meegezogen naar het hart van een jongerenwereld die hij vaak slechts bij benadering kent.
Evenals vorig jaar bezocht ik op 1 juni het Gelredome. Je wordt deelgenoot van een jeugdcultuur waarin ook veel jongeren uit hervormd-gereformeerde gemeenten ademen. Om je daarna door allerlei fundamentele vragen heen te worstelen en die ook met je jongeren te delen.
De EO nodigt voor haar Jongerendag tal van gelieerde organisaties uit, waaronder de Gereformeerde Bond, en zorgt op deze dag goed voor haar gasten. We staan samen voor de vraag hoe wij de boodschap van het evangelie in onze tijd communiceren. In de media was intussen al een discussie ontbrand over de spreker van dit jaar, Rikko Voorberg. Het Nederlands Dagblad was met een kritische voorbeschouwing gekomen, waarna kerkelijke bladen als De Saambinder en De Wekker vooral hun zorg uitspraken over wat deze ‘theoloog in het wild’ zou gaan zeggen.
Overweldigend
Mijn allereerste reactie bij aankomst in Arnhem was ook dit jaar: overweldigend. Het is nauwelijks te beschrijven wat het met je doet als je in een stadion 25.000 jonge mensen bijeen ziet, voornamelijk jongeren die belijden te geloven in de drie-enige God. Jongeren om mij heen en in de media geven aan dat ze dit element als heel bemoedigend ervaren. Veel jongeren leven in een seculiere context, zijn (ook op protestants-christelijke en reformatorische scholen) soms de enigen die serieus over Bijbel en geloof spreken. Hun omgeving geeft hen meer dan eens het gevoel dat zij apart zijn, dat geloof in God gek is. Laten we deze eenzaamheid van onze jongeren niet onderschatten. Ze zoeken gemeenschap met andere christenjongeren, een gemeenschap waarin ze onbekommerd en onbelemmerd kunnen zingen en spreken over het geloof in God.
Overigens is de gemeente ’s zondags en doordeweeks ook zo’n plaats. Veel jongeren ervaren dat als iets vanzelfsprekends, ze beleven daar niet zoveel bij. Maar ik hoop dat ze dat leren. Dat zij zondagsmorgens en ’s avonds tot hun vreugde mogen zien: we zijn niet de enigen!
Getuigenissen
Wat me ook raakt, zijn de getuigenissen die door drie jonge mensen worden gegeven. Allen hebben ze ingrijpende dingen meegemaakt (pesten, huiselijk geweld, vier broertjes omgekomen), maar zij vertellen hoe de Heere hen vasthield en bij het geloof bewaarde. Jongeren nemen deze getuigenissen haarfijn in zich op. De verhalen zijn herkenbaar en bemoedigend.
Vertellen wij binnen de gemeente ook niet aan elkaar ‘wat God mij deed ondervinden’? Vooral in catechese en jeugdwerk kan door leeftijdsgenoten en ouderen uit het concrete leven verhaald worden hoe de Heere werkt, troost en leidt.
Vervreemding
Toch raak ik op de Jongerendag een gevoel van vervreemding niet kwijt. Ik vraag me tot diep in mijn hart af hoe dat komt. Ben ik gewoon te oud voor worship
en gospelrock? Wantrouw ik per definitie wat mij niet vertrouwd in de oren klinkt? Begrijp ik de jongerencultuur echt niet en leef ik als dominee helemaal naast de werkelijkheid? Hoe komt het dat ik me gaandeweg eenzamer begon te voelen in Arnhem?
Dat zat ‘m niet in de toespraken van Rikko Voorberg. Zijn woordkeuze is voor stevige discussie vatbaar. Het vermoeiende refrein dat vaak in EO-Jongerenwerk klinkt, namelijk dat geloven in een orthodoxe traditionele kerk één grote bezoeking is, nam hij helaas ook over. Hier moet de EO echt eens mee ophouden. Als de EO steun van de kerken verlangt, mogen de kerken ook support van de EO verlangen. Laat de EO jongeren vooral aan hun eigen gemeenten proberen te binden. Maar Voorberg probeerde de jongeren vanuit de Karmelgeschiedenis van Elia wel iets van troost en bemoediging mee te geven. Opvallend vond ik wel dat veel jongeren tijdens deze ‘bijbelstudie’ naar buiten gingen en dat onder de jongeren die bleven voortdurend geroezemoes hoorbaar bleef. Het werd niet zo stil als toen Manuel Venderbos sprak over een tiener die kort voor de Jongerendag verongelukt was. En het werd ook niet zo stil als vorig jaar toen Wim Grandia zijn toespraak hield en bijbelgedeelten met de jongeren las.
Bands
Maar Rikko Voorberg zette niet de toon voor de EO-Jongerendag. Dat doet geen enkele spreker (meer). De toon wordt gezet door de bands. Het merendeel van de jongeren komt dan ook niet voor de toespraken, maar voor de muziek en voor een basaal gevoel. Op deze twee punten wil ik wat meer inzoomen. Niet om daarmee de Jongerendag af te serveren. Zo gemakkelijk komen we namelijk niet van de vragen af. Het einde van de Jongerendagen zou ook verlies opleveren. Maar het is wel tijd om een aantal dringende vragen onder ogen te zien.
Wie de songteksten, toespraken en alle andere woorden die op de EO-Jongerendag gesproken worden analyseert, komt tot een aantal trefwoorden die samen een kernboodschap vormen: vrijheid/vrijgemaakt zijn, heerlijkheid, overwinning, glorie, feest. Je wordt in een grenzeloze ruimte gezet, waarin je je onbelemmerd mag uitleven. Het leven met God is een leven van bevrijding. Waarin je helemaal ‘los’ gaat, ook fysiek. Vanaf de allereerste seconde is de Jongerendag een dag waarop je springt en danst, waarin de ritmes je meenemen naar duizelingwekkende hoogtes, en waarin je vrij bent van alles wat je in je leven belemmert: een negatief zelfbeeld, angst voor God, regels van mensen, zorgen en prangende vragen: je swingt het er allemaal uit voor God. En dat kan ook, want God ziet wat in jou, gelooft in jou, is bij jou, vindt jou waardevol en de moeite waard.
Puberteit
Deze boodschap sluit naadloos aan bij de dingen waar veel jongeren mee rondlopen, zeker in de puberteit (daarom is het verklaarbaar dat intussen ook twaalfjarigen al naar de jongerendag gaan). Het is de tijd van de zoektocht: de zoektocht naar jezelf, naar de ander, naar God. De zoektocht naar bevestiging, aanvaarding, autonomie. Het is ook de leeftijdsfase van Sturm und Drang. Ik vind het knap dat de EO jongeren in deze zoektocht kent en opzoekt. Het houdt gemeenten een spiegel voor: weten wij met welke levensvragen de jongeren in onze gemeente rondlopen? Beseffen wij dat wij met onze boodschap over de jongeren heen schieten als zij zich in deze vragen niet gekend weten? Ik besef dat al gauw te weinig. Daarom helpt een EO-Jongerendag me om het hart van jongeren te peilen.
Feel good-evangelie
Toch heb ik grote bedenkingen bij het antwoord dat op deze vragen in het Gelredome klinkt. Het antwoord lijkt te bestaan uit een oppervlakkig, getherapeutiseerd evangelie, dat met bovengenoemde uitdrukkingen gecommuniceerd wordt. Een feel good-evangelie dat erg redeneert vanuit de behoeften van de mens. Daarmee dreigt het een onkritisch en dus ook vrijblijvend evangelie te worden.
Theologisch gesproken ontbreekt de functie van de wet. In het evangelie zit namelijk ook een totale ontmaskering van de mens, de ontmaskering van zijn vervreemding van God, zijn vijandschap en opstand tegen God, zijn vleselijkheid. Een bevrijdende ontmaskering trouwens, omdat we leren verstaan waaróm het leven uit God voor ons zo weerbarstig is.
En omdat de wet ontbreekt, wordt het genadekarakter van Gods heil ook niet hoorbaar. Verootmoediging blijft uit, en bekering vervaagt tot een keuze voor Jezus. God wordt een Vriend, een Partner, die je bij jouw problemen betrekt. Het kruis van Christus is geen dwaasheid, Zijn gerechtigheid geen vreemde gerechtigheid, maar ‘logische’ antwoorden van God op onze noden. God wordt een God die ons wel een te gek feestje gunt en die er plezier in heeft als jij helemaal ‘los’ kunt gaan.
Boodschap
De boodschap van de Jongerendag vervreemdt zich op deze wijze van de algemeen christelijke, kerkelijke prediking. Als ik jongeren vraag wat ze inhoudelijk van de Jongerendag meenamen en wat hen aan het denken heeft gezet – op zondagavond heb ik met veertig jongeren in de gemeente over de EO-Jongerendag doorgesproken – is hun antwoord dat ze geen inhoudelijke verdieping van het geloof hebben ontvangen. Ze worden niet uitgedaagd om de Bijbel te gaan onderzoeken en uitspitten.
De vraag naar de communicatie van het evangelie naar jongeren betreft dus niet alleen het hoe, maar ook het wat. Die vraag stellen wij ook aan onszelf. In het antwoord op die vraag zullen de radicaliteit van de wet en de radicaliteit van het evangelie de grondstructuur vormen.
Heilige Geest
Niet de spreker(s) maar de bands zetten de toon op de Jongerendag. Voor beroemde internationale rockbands komen duizenden jongeren graag naar Arnhem. De bands zelf komen ook graag en ze pakken uit op een wijze die je je van tevoren niet kon voorstellen. Geluid, ritmes, lichteffecten en razendsnelle artiesten weten in een mum van tijd een heel stadion in beweging te krijgen. Er zitten extatische momenten in. Ik schrik van extreme schreeuwerigheid, zelfs bij het zingen van liederen als ‘Blessed be the Name of the Lord’. Het lijkt op verlies van zelfbeheersing – en daarmee op de vervulling met de Heilige Geest. Zo wordt het tenminste wel ervaren, niet het minst door de artiesten zelf. Maar als ik op grote beeldschermen hun gezichten zie, vraag ik me echt af: kijk ik nu in het gezicht van een door de Heilige Geest vervulde christen of van iemand die helemaal in de trance van zijn eigen muziek is? En wat moet ik met artiesten die in een interview de hoop uitspreken dat God bij de hemelpoort hen zal vertellen welke bands er spelen en waar het bier is?
Bijbels gezien uit de vervulling met de Heilige Geest zich vooral in het groot spreken over Christus: niet aangeraakt door muziek maar door het evangelie. Het is de Naam van de Heiland die de harten gaande maakt, waarbij de Heilige Geest ook de vrucht van de matigheid leert. Jaren geleden kwam op belijdeniscatechisatie de vraag aan de orde: wanneer merk je dat de Heilige Geest in de kerk werkt? Een meisje van negentien antwoordde: als het in de preek over de Heere Jezus gaat, wordt het altijd extra stil in de kerk. De Heilige Geest verheerlijkt Christus. Omdat Hij de Geest van Christus is.
Muziek
Muziek heeft ongelofelijke kracht. Dat is ook in kerkdiensten zo, waar een organist een gemeente in massale samenzang tot een hoogtepunt kan voeren. Een paar kilometer verderop, in Nijmegen, vond een hardrockfestival plaats. Gebeurde daar misschien niet precies hetzelfde? Werden ook daar menigten van mensen ritmisch opgezweept om iets te ervaren wat boven de tastbare werkelijkheid uitgaat?
Nu kun je zeggen dat deze bands bewust christelijke muziek willen maken. En dat de jongeren bewust voor christelijke rock kiezen en niet voor seculiere rock. Over deze intentie oordeel ik niet en kan ik ook niet oordelen, ik kan haar op zijn best genomen waarderen. Al blijft het een vraag of het verschil alleen door de teksten bepaald wordt, zoals er van alle dingen een goed en een kwaad gebruik mogelijk is (muziek, media, bezit enzovoort).
De vraag is echter wel of je tussen het effect van dergelijke muziek en het werk van de Heilige Geest een isgelijkteken kunt zetten. En of de teksten een allesbeslissend onderscheid vormen. De Heilige Geest wekt het geloof niet op vanuit het gevoel, maar vanuit het Woord en als reactie op het Woord. Hij wekt het geloof uit wat van de ándere kant gezegd wordt, en maakt niet iets wakker wat in elk mens reeds ligt te sluimeren. Waar mensen vroeger zeiden dat het Woord beslag legde, is het nu zo dat muziek beslag legt. Het is in christelijke kring hoog tijd voor een gefundeerde ‘psychologie van de muziek’. Wie pakt de handschoen op?
Psychologie
Er dreigt nu een plaatsverwisseling tussen theologie en psychologie. Voor theologen: dat heeft weergaloze hermeneutische gevolgen, gevolgen die onder andere op het veld van de ethiek al zichtbaar zijn.
Ik ben er huiverig voor dat jongeren een geloof geleerd wordt dat in feite niet meer is dan een gevoel dat opgewekt wordt door peptalk, flitsende shows en opdrijvende muziek. We bewijzen hen dan wel een plezier, maar geen dienst. Omdat zij een geloof nodig hebben dat het houdt als het erop aan komt. En het kómt eropaan. Maar is het dan nog een wonder dat veel jongeren onder een bijbelse prediking in de lijn van de Reformatie afhaken? Omdat deze prediking niet gericht is op gevoel, maar op geloof. En omdat in deze prediking ten diepste een ander evangelie en dus ook een andere God wordt verkondigd? De oerchristelijke prediking komt uit God op, niet uit de mens. Wat uit de mens opkomt, is religie (Karl Barth). Wat uit God komt, is geloof. Uiteindelijk begeeft het nadenken over de Jongerendag zich op het scherp van deze snede. Niet alleen voor de EO, maar ook voor ons allen.
A.J. Mensink