Zending raakt uit beeld
Steeds minder vaak laat iemand zich voor langere tijd uitzenden om zijn naaste elders ter wereld het evangelie te brengen. Zou de Geest niet roepen? Tineke van der Waal spreekt ds. J.P. Ouwehand en ds. A. Verwijs over zending anno nu.
Het is dit jaar precies een eeuw geleden dat de GZB de eerste zendeling liet vertrekken: ds. A.A. van Loosdrecht ging naar het Indonesische eiland Celebes, naar Torajaland. Vandaag zijn ds. Gert en Elizabeth de Goeijen hier namens de GZB werkzaam. Indonesië is de constante in het programma van een eeuw hervormd-gereformeerde zendingsorganisatie.
De eerste vijftig jaar van zijn bestaan richtte de GZB zich zelfs alleen op Indonesië. Na een halve eeuw kwam Kenia daarbij en twintig jaar later Peru. De afgelopen dertig jaar is de GZB-zending uitgewaaierd naar dertig verschillende landen, soms met kleine of incidentele projecten en in samenwerking met andere organisaties. In totaal kent de GZB vandaag 65 uitzendingen naar tien verschillende landen, waarvan 35 ‘eigen’ uitzendingen en 30 in samenwerking met andere organisaties.
Voor ds. Ouwehand, sinds 2009 GZB-directeur, is het de vraag waar de GZB zich op langere termijn op moet richten. ‘In een aantal landen zitten we al heel lang. In Kenia bijvoorbeeld al vijftig jaar, maar het aantal zendingswerkers dat namens ons hier werkt is van ooit twintig teruggelopen naar één. Bij veel nieuwe projecten lag het initiatief niet bij de GZB. We zijn daar bij betrokken geraakt nadat een andere organisatie al concrete plannen had. De samenwerkende organisatie zorgde dan voor het ‘buitenlandse’ deel en de GZB voor het ‘binnenlandse’, zeg: het contact met de gemeente. Dat is ingewikkeld en onduidelijk gebleken. Ons werk is langzaam maar zeker versnipperd en we zijn soms niet meer dan donor.’