Waar bent u naar op zoek?

Zorgen om godsdienstvrijheid

ds. G. Lustig
Door: ds. G. Lustig
01-07-2021

In het prachtige, pittoreske Frankrijk leven onder christenen grote zorgen ten aanzien van de godsdienstvrijheid. De overheid wil meer controle over geloofsgemeenschappen, om ‘radicale uitwassen’ aan te kunnen pakken. Wat gaat dit betekenen voor de protestantse gemeenten in het land?

Frankrijk is een prachtig land. Fransen hoeven niet op vakantie naar het buitenland. Je hebt hier alles. De bergen, de zee, rivieren die zich door het eeuwenoude landschap kronkelen, oneindige wijnvelden, schilderachtige dorpjes tussen de lavendelvelden, prachtige steden met grote kathedralen, verborgen plekken met kerken, kloosters en kapellen waar het lijkt of de tijd heeft stilgestaan. Alles ademt een lange en rijke geschiedenis.

Aan dit prachtige land zit echter ook een andere kant. Frankrijk is sterk geseculariseerd. Door de strikte scheiding van kerk en staat hebben de kerken veel aan invloed verloren. Het christendom is voor velen iets van het verleden. De grote kerken zijn meer toeristische trekpleisters dan levende geloofsgemeenschappen. Iedereen die tijdens de vakantie op zoek ging naar een protestantse kerk, heeft vast en zeker ontdekt dat ze er wel zijn, maar dat ze vaak klein en kwetsbaar zijn. Slechts twee procent van de Franse bevolking noemt zich protestant en nog niet één procent is actief kerkelijk betrokken. Doordat de meeste kinderen openbaar onderwijs volgen, is de Bijbel voor drie van de vier Fransen onbekend en weet men vaak niet meer wat het christendom inhoudt.

Scheiding kerk en staat

Dat maakt het huidige politieke debat in het land over de rol van religie in de samenleving zo ingewikkeld. De eerste maanden van dit jaar stond het hoog op de politieke agenda. In het parlement debatteerde men wekenlang over de aanpassing van een wet uit 1905. Het is de wet waarin de scheiding van kerk en staat (La Laïcité) geregeld is. De overheid wil met de aanpassing radicale uitwassen van bepaalde religieuze groeperingen aanpakken. Het debat houdt de gemoederen flink bezig, van links tot rechts, van gelovig tot niet-gelovig. Tegen het nieuwe wetsvoorstel zijn tijdens de bespreking in de beide kamers van het parlement tientallen amendementen ingediend en niet alleen van christelijke zijde. Inmiddels is de wet in eerste lezing met een ruime meerderheid aangenomen. Op dit moment is een commissie bezig er een gemeenschappelijke tekst van te maken, die dan opnieuw moet worden vastgesteld. Duidelijk is al wel dat de overheid alle religieuze verenigingen gelijk zal behandelen. Ook de Franse christenen krijgen te maken met strengere wetgeving. Dat is reden tot grote zorg. Het is maar de vraag of het de oplossing zal zijn voor het probleem. Volgens Philippe Portier, politicoloog en docent aan de Sorbonne in Parijs, denkt men een wapen in de hand te hebben om met deze wet de strijd aan te kunnen gaan tegen het separatisme. Men wil de principes van de Republiek veiligstellen, maar men realiseert zich niet dat deze nieuwe regelgeving de openbare vrijheden van alle burgers beperkt. Portiers grote zorg is dat het de vrijheid van individuen, gezinnen en verenigingen aantast, terwijl de oorspronkelijke wet van 1905 juist opkwam voor die vrijheid van geweten en uitoefening van de eredienst (art.1).

Wanneer de openbare orde niet verstoord werd, was er veel mogelijk. De wet raakte niet de individuele vrijheid van de enkele gelovige en de geloofsgemeenschap behield de eigen verantwoordelijkheid als het ging om het functioneren van haar leden.

Eenheidsprincipe

Vanaf de jaren tachtig is het tij in de Franse samenleving gekeerd. Er is veel over te zeggen, maar het is een feit dat de maatschappij pluriform en veelkleurig is geworden. De Franse overheid denkt sterk vanuit het eenheidsprincipe waarin de waarden van de Republiek leidend zijn (vrijheid, gelijkheid en broederschap) en kan moeilijk omgaan met andersdenkenden en groepen die zich hechten aan de eigen identiteit. Men denkt via de aanpassing van de oude wet uit 1905 de huidige problematiek van de radicale islam op te lossen door alle religieuze verenigingen hetzelfde te behandelen.

Dat voelt voor de kerk als onrecht. Er zit ook een hypocriete kant aan. Tijdens de viering van 500 jaar Reformatie in 2017 zei president Macron tegen de vertegenwoordigers van de reformatorische kerken: ‘We hebben u nodig om de wachttoren van de Republiek te blijven, haar voorhoede in de filosofische, morele en politieke strijd van onze tijd.’ Toen de regering na de recente aanslagen hard ingreep en zelfs moskeeën sloot, kreeg men de hele islamitische wereld over zich heen. De prachtige woorden van destijds in het stadhuis van Parijs lijken verge-ten, want Frankrijk wil niet de naam hebben tégen de islam te zijn. Het gaat niet om religie, zei Macron al snel, het gaat om een bepaalde ideologie die we willen bestrijden. De moslimbeweging wordt nu ook onder de wet van 1905 gebracht en via de voorgestelde wijzigingen strenger gecontroleerd. Helaas krijgt de christelijke gemeenschap daar nu ook mee te maken. Je proeft daarover grote bezorgdheid, ook in de gemeenten waarop ik met het werk betrokken ben.

Contract ondertekenen

Waar zouden de kerken dan voor moeten vrezen? Wat zouden ze dan kunnen verwachten als de overheid een meer controlerende functie krijgt? Een paar voorbeelden. De prefect (hoofd van een departement) of de burgemeester moet religieuze verenigingen erkennen, willen ze in aanmerking blijven komen voor belastingvoordelen of subsidies. Kerken moeten een soort contract ondertekenen waarin ze aangeven zich te verbinden aan de waarden van de Republiek. Een nieuwe geloofsgemeenschap kan niet zomaar gevestigd worden zonder toestemming van hogerhand. Het houden van erediensten en andere kerkelijke activiteiten kan zomaar worden ingeperkt. Ook moeten alle inkomsten en uitgaven nauwgezet worden verantwoord (voor kleine gemeenten een extra kostenpost) en mag de overheid ook inzage vragen in gegevens van privépersonen. Gelden van buitenlandse organisaties worden gecontroleerd en zo mogelijk niet toegestaan.

De grote vraag is: gaat het ook allemaal zover komen? Duidelijk is wel dat er in de samenleving een klimaat van achterdocht en verdachtmaking heerst bij alles wat religie heet. Ook is het onderlinge vertrouwen soms ver te zoeken en het gevaar bestaat dat er wel over elkaar maar niet met elkaar wordt gesproken. Het is een positieve ontwikkeling dat vertegenwoordigers van diverse kerken en christelijke groeperingen zich hebben verenigd om met één stem te kunnen spreken naar de overheid. Dat is niet onopgemerkt gebleven en het is voor christenen een zaak van voortdurend gebed dat er naar hen geluisterd zal worden.

Present zijn

Het blijft wel een punt van zorg of kwetsbare en kleine gemeenten de strengere regelgeving gaan overleven. Zou er een tijd komen dat we niet meer in vrijheid kunnen samenkomen? Wat zou het kunnen betekenen voor mijn werk dat door een buitenlandse organisatie als de GZB wordt ondersteund? We weten het allemaal niet. Het wordt wel moeilijker.

Soms zie je op plaatselijk niveau goede contacten tussen de overheid en de kerken. Ik zie daarom ook een opdracht, een roeping. Deze tijd roept ons als christenen op om present te zijn in de samenleving, om blijvend het gesprek aan te gaan, om te laten zien wat de inhoud van het Evangelie is. Het is een woord van vrede en verzoening, heilzaam voor kerk én samenleving. We hebben ook meer dan eens ervaren hoeveel kracht er ligt in het gebed.

Ja, er is veel onzekerheid over de toekomst, maar er leeft hier ook een diep en vast vertrouwen dat God Zijn kerk zal bewaren. Dat heeft de bewogen geschiedenis van de Franse protestanten wel geleerd. Het bewaren én vermeerderen van de kerk ligt gelukkig niet in onze hand en ook niet in handen van een schijnbaar neutrale overheid, maar in de handen van Hem, Wiens Koninkrijk wij verwachten. Misschien wel juist in deze tijd met nog groter verlangen.

Bemoediging

Frankrijk is een prachtig land. Een land waarin God soms ver weg lijkt, maar ineens ook weer dichtbij. Er zijn nog altijd getuigenissen van jongeren en ouderen die door Hem zijn opgezocht, die hun hart aan Christus zijn kwijtgeraakt, geraakt door Zijn liefde en Zijn genade, die worden gedoopt, belijdenis doen, zich met heel hun hart inzetten voor de gemeente. Elke zondag komen we samen, zingen we de lof van God, zijn we in Zijn tegenwoordigheid, luisteren we naar Zijn Woord en bidden we om Zijn nabijheid. De Geest gaat Zijn eigen weg, ongehinderd. We zijn dankbaar dat we hier de kerk mogen dienen en voelen ons bevoorrecht dat we hier zijn en ook zoveel mogen ontvangen.

Het is voor de Franse christenen een geweldige bemoediging te weten dat in Nederland voor hen gebeden wordt. Laten vakantiegangers niet schromen om tijdens de vakantie de Franse kerkdiensten bij te wonen. Soms is er een vertaling van de preek of worden liederen in het Frans en het Nederlands gezongen. Ook als dat er niet is en de bezoeker er misschien niet veel van begrijpt, dan is de aanwezigheid alleen al een grote bemoediging voor de christenen in Frankrijk.

Aan het einde van de dienst zingen we hier elkaar vaak de volgende zegen toe, een gebed voor een onzekere toekomst, die zeker is in Gods hand: Que la grace de Dieu soit sur toi, pour t’aider a mar- cher dans ses voies. Regois tout son pardon et sa béné- diction. Va en paix, dans la joie, dans l’amour. Moge de genade van God op u zijn, om u te helpen wandelen in Zijn wegen. Ontvang a l Zijn vergeving en Zijn zegen. Ga heen in vrede, in vreugde, in liefde.

ds. G. Lustig
ds. G. Lustig