Zuchten of zingen?
Vreemd eigenlijk dat je onder christenen zo weinig over de uitverkiezing hoort. Alsof je bij het woord ‘uitverkiezing’ bang moet worden. Je kunt het trouwens ook nooit weten, vinden sommigen. Dus zwijgen ze er maar over. Anderen vinden het discriminatie en doen daar liever niet aan mee.
Paulus zingt er juist over in Efeze 1, zie vers 3-6. Dit is een lied om de aangevochten christenen in Efeze te bemoedigen. Geestelijke strijd zal de meesten van ons ook niet vreemd zijn. Daarom heb ik een voorstel: verwonder je elke ochtend samen met Paulus en zeg dan tegen jezelf: ‘Ik ben uitgekiest.’ (zie kader) Dat maakt de hele dag anders.
Schriktekst
Mooi plan natuurlijk, tot je aan een woord van de Heere Jezus denkt: ‘Velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren….’ Dit laatste vers van het bruiloftverhaal uit Mattheüs 22:1-14 zal bij weinig christenen in een lijstje hangen. Het lijkt de samenvatting van een complottheorie. Alsof Jezus zegt: ‘Ik heb hen allemaal geroepen, maar voor de meesten heb Ik heimelijk de deur dichtgehouden.’ Van complot ten hoeven we Hem niet te verdenken. Het blijft natuurlijk wel spannend, zo’n schriktekst aan het eind van dit verhaal. Dat de hele wereldgeschiedenis uitloopt op een ‘bruiloftsfeest’ rondom de Redder, is geweldig. Maar die vreemde conclusie aan het eind van de gelijkenis lijkt al het mooie van Jezus’ uitnodiging door te strepen. Die velen móesten immers wel weigeren. Dat was nu eenmaal hun verborgen bestemming: niet uitverkoren. Die ene zonder bruiloftskleed (vs.11) kon ook niet anders: zo was over hem besloten.
Voor sommige christenen lijkt daar alles mee gezegd. Daarna wachten ze af hoe het voor hen uitvalt. Maar dat kan Jezus niet bedoeld hebben. Heel deze waarschuwingsgelijkenis zou dan overbodig zijn. Ook daar kun je Hem niet van verdenken. Hoe is het dan wel? In deze en twee volgende artikelen probeer ik een weg te zoeken die van de schrik uit vers 14 een onderstreping maakt van Christus’ uitnodiging voor de Grote Bruiloft van het Lam. Beetje stamelen over Gods eeuwige besluiten wordt het.
Maar je kunt beter stamelen dan stil blijven zitten.
Toch geloven
Het is niet moeilijk om andere bijbelgedeelten te vinden waarin Gods eeuwige verkiezing beleden wordt. De zoekfunctie van de HSV maakt het iedereen makkelijk. Hier alleen nog de conclusie van Lukas na de prediking van Paulus in Antiochië:
‘Toen de heidenen dit hoorden, verblijdden zij zich en prezen het Woord van de Heere, en er geloofden er zovelen als er bestemd waren voor het eeuwige leven.’ (Hand.13:48)
Ik begrijp het gevaar van lijdelijk afwachten wanneer je dit soort teksten sterk benadrukt. Dat velen daarom vooral onderstrepen dat je Gods genade ‘gewoon’ moet geloven en aannemen, is misschien een begrijpelijke reactie. Eerlijk gezegd heeft dat mij bij mijn geworstel met deze en dergelijke teksten nooit geholpen. Het voelde alsof tegen een lamme gezegd werd: ‘Je moet beter lopen.’ Wat kun je moedeloos worden als vrienden alleen maar zeggen: ‘Je moet geloven, je moet bidden, danken, blij zijn….’
Verlangend kijk je ten slotte naar Boven: ‘Heere heeft U misschien nog iets anders? Want ik kan niet bidden, geloven en hopen zoals het hoort.’ Hoe bevrijdend als dan klinkt: ‘Ja, Ik heb Mijn Zoon. Hij heeft voor jou gedaan wat jij niet kunt.’ Als de Heere dat zegt, ben je een verlamde die toch loopt en een ongelovige die toch gelooft.
Een gepasseerd station
Het luie-mensengevaar als het gaat over Gods eeuwige verkiezing is er. ‘Onder ons’ is een ander gevaar misschien groter. Wanneer het zingen en (s)preken over Gods verkiezing wegraakt binnen de christelijke gemeente, worden de geestelijke dingen vlak.
Met als gevolg dat ook de verwondering over Wie Jezus is en over onze eeuwige redding door Hem wegraakt. Vergeving en verzoening worden vanzelfsprekend. Een gepasseerd station. Nu mag God ervoor zorgen dat je het vooral in dit leven een beetje aangenaam hebt. En wanneer dat tegenvalt, roepen we Hem ter verantwoording. De Heere is dan niet meer Degene Die mij redt uit mijn diepste zondenood, maar een gratis therapeut voor de dagelijkse dingen. Misschien vinden we dat erg zwart-wit.
Dat is het ook. Beschouw het maar als een wake-up call. Het gevaar van ‘God-als-therapeut’ is groter dan je denkt. Voor velen was die keuze het begin van het einde: God loslaten, omdat Hij tegenvalt. Vaak gevolgd door ontkenning van Zijn bestaan.
Misverstanden
De huiver om met Paulus mee te zingen over Gods verkiezing heeft misschien ook te maken met een verdrietig misverstand. Ik bedoel de gedachte dat je Gods plannen wel ongeveer begrijpen kunt. Het gevolg is meestal een model van Gods verkiezing dat meer lijkt op een ‘wet van Meden en Perzen’ dan op wat de Bijbel erover vertelt. Die spreekwoordelijke uitdrukking komt uit het bijbelboek Daniël.
Vijanden van degene naar wie dit boek genoemd is, wensen hem het liefst dood. Ze bedenken een nieuwe wet die elke burger verplicht om dertig dagen lang geen enkel verzoek of gebed te richten tot welke god of mens ook, behalve tot koning Darius. Een beetje naïef en verblind door deze pluimstrijkerij, ondertekent Darius deze wet, waarvan hij weet dat deze niet veranderd of herroepen kan worden. Zo zijn de regels. Bij gevolg moet Daniël de leeuwenkuil in. De koning is een gevangene geworden van zijn eigen besluit. Dat het toch goed afloopt, is een ander verhaal.
Zou dat nu ook zo zijn bij Gods eeuwige verkiezing?
Ik bedoel: dat Hij daardoor een Gevangene ‘geworden’ is van Zijn eigen besluit? Bij sommige modellen die mensen maken van Gods verkiezing, lijkt het daar wel op. Het ‘voordeel’ is dat je het zo (in elk geval een beetje) kan begrijpen. Ook al voelt het waarschijnlijk niet goed. Want het maakt je een marionet aan touwtjes die Boven vastgebonden zijn. En alle lust om erover te zingen is weg.
Elk ‘begrijpelijk’ model van Gods eeuwige verkiezing is een misverstand en een vorm van zelfoverschatting. Met alle negatieve gevolgen vandien. Juist een gezond besef van onze kleinheid en Gods grootheid helpt om met Paulus mee te (gaan) zingen.
‘Ik ben uitgekiest’
‘Ik ben uitgekiest’, zei Janne. In het blad Op weg met de ander las ik een recensie van een boek over haar (Ik ben Janne wel). Janne is de geadopteerde dochter met het syndroom van Down van familie Kwakkel. Als zesjarige kijkt ze een keer in haar babyalbum en ziet dat haar ouders en broers niet op de foto staan. ‘Hoe kan dat nou?’ Moeder Carla legt uit dat ze niet in háár buik gezeten heeft. ‘Wij hebben jou uitgekozen in het ziekenhuis.’ Janne denkt even na en zegt dan stralend: ‘Ik ben uitgekiest.’
Ook als je geen adoptiekind bent, ben je het als volgeling van Jezus toch. Als een van Zijn kinderen aangenomen door je hemelse Vader. ‘Uitgekiest’ voor Zijn liefde en eeuwig Koninkrijk. Dat meisje werd er vrolijk van. Het is in deze tijd natuurlijk niet leuk om lockdown te moeten. Maar juist dat woord ‘down’ doet me aan Janne denken. Zou het bij alles wat ons kan overkomen niet helpen om dat ook te doen? Ik bedoel aan Janne denken en aan Jezus en dan telkens tegen alle zorgen in zeggen: ‘Ik ben uitgekiest en aangenomen in Gods grote gezin.’