Sterk en moedig
Beproeving en standvastigheid zijn thema’s die bij het leven van een christen horen, die de gemeente van Christus niet vreemd zijn. Met name de brieven in het Nieuwe Testament leren ons dat. Het belijden aangaande het huwelijk en de gevolgen hiervan voor (seksuele) relaties – daar lijkt het vandaag vooral op aan te komen.
Een jonge predikant, werkzaam op een kwetsbare plek in de kerk in het oosten van het land – we belden met elkaar nadat de classis Delta besloten had het gravamen van dr. M. Klaassen uit Arnemuiden over huwelijk en seksualiteit niet in behandeling te nemen. Dit gesprek maakte duidelijk hoe actueel het thema is dat ds. Klaassen aansneed, hoe dit concreet raakt aan prediking en pastoraat. Voor een goed begrip: eerst de kwestie waarom het gaat. In ordinantie 5.4 (een ordinantie is een regeling over de inrichting van het leven van de gemeente) van de kerkorde is verwoord dat een kerkenraad kan besluiten andere levensverbintenissen dan het huwelijk van man en vrouw als een verbond van liefde en trouw voor Gods aangezicht te zegenen. Met die bepaling leven we sinds de aanvaarding van de kerkorde van de Protestantse Kerk. Van meet af aan heeft deze bepaling in de kring van de Gereformeerde Bond geleid tot ernstig bezwaar, tot protest – los van onze roeping om pastoraal nabij te zijn aan élk gemeentelid, allermeest aan de kwetsbaren. In 2002 sprak de toenmalige voorzitter van de Gereformeerde Bond, ds. G.D. Kamphuis, daarom over ‘het aantasten van de fundamenten van de kerk’.
Zelfverloochening in de liefde
Zo’n stevige formulering kies je niet in elke kwestie, maar was in deze situatie terecht. Immers, als Efeze 5 onderwijs geeft over de verhouding tussen man en vrouw in het huwelijk, grijpt de apostel Paulus terug op de schepping en wordt dit gevuld vanuit de verhouding van Christus tot Zijn gemeente. Overeenkomstig de huwelijksrelatie van man en vrouw is de verhouding van Christus tot Zijn kerk. Het vergelijkingspunt doelt op de zelfverloochening in de liefde waartoe elke man geroepen is, de liefde tot het einde, de trouw, de zorg en bescherming. Toen ds. Kamphuis over fundamenten van de kerk sprak, raakte hij daarom de kern.
Zowel in de samenleving als in de kerk gaan de ontwikkelingen inzake huwelijk en relaties in snel tempo verder. Het beleid van de Protestantse Kerk maakte dat ds. Klaassen in het najaar van 2021 bij de classis Delta een gravamen indiende, een bezwaarschrift tegen (een onderdeel van) het belijden van de kerk. Aanleiding voor hem was behalve de genoemde ordinantie ten tweede de handreiking die de kerk in 2019 (als eerste kerk in de wereld!) beschikbaar stelde om in de eredienst het zegenen van transgenders mogelijk te maken, geschreven zonder dat er in de kerk sprake was van bijbels-pastorale bezinning op een kwetsbaar thema als genderdysforie. Ds. A.J. Mensink schreef toen in ons blad dat als deze bezinning ontbreekt, ‘via de liturgie van de gemeente binnensluipt wat zich inhoudelijk niet verdraagt met het belijden van de kerk’.
Geen waardeoordeel
Het derde punt van ds. Klaassen raakt het feit dat het moderamen van de Protestantse Kerk in 2018 verwoordde dat de kerk ‘geen waardeoordeel uitspreekt over de seksuele geaardheid van haar leden, noch over huwelijk of andere levensverbintenissen’. Als je deze woorden op je laat inwerken, dan raakt dat diep. Uiteraard is dit standpunt in het perspectief van inmiddels tientallen jaren synodaal beleid te zetten. In de zomer van 1987 reeds zei de toenmalige scriba van de hervormde synode, dr. R.J. Mooi, ‘dat de synode niet wil voorschrijven hoe de gemeente de Bijbel moet lezen’. Dan nemen we het uitgangspunt echter wel in pluraal denken in de kerk, aanvaarden we innerlijk dat er tegengestelde visies naast elkaar kunnen bestaan.
En tóch, beschamend (en daarom ook verootmoedigend) voor de kerk is het dat ze niet kan komen tot belijden inzake het huwelijk. Het huwelijk van man en vrouw is immers zo fundamenteel dat Jezus niet op een heuvel in Galilea, in het huis van een melaatse, maar in Kana op een bruiloft Zijn eerste wonder, het beginsel van de tekenen, deed. Belangrijker is Zijn verwijzing (Matt.19:5) naar de eerste hoofdstukken van Genesis: ‘Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten; en zij zullen tot één vlees zijn.’
Uit Zijn onderwijs blijkt dat Hij het huwelijk beschouwde als een heilige band tussen een man en een vrouw, een band die onverbrekelijk is. In de geschiedenis van de kerk is dit de eeuwen door beleden, ondanks dat gebrokenheid de gemeente in geen enkele tijd voorbijgaat. Ds. Klaassen doet niet anders dan verwoorden wat iemand als de invloedrijke Engelse theoloog John Stott (en met hem zoveel anderen) uitsprak: ‘De huwelijksband is meer dan een menselijk contract: het is een goddelijk juk. En de manier waarop God dit juk een echtpaar oplegt, is niet door een soort mystieke gemeenschap te creëren, maar door Zijn bedoeling in Zijn Woord bekend te maken.’ Voor de duidelijkheid: een ‘goddelijk juk’ is altijd een zacht juk (Matt.11:30).
Bescheiden en standvastig
In 1 Petrus 3 vinden we onderwijs ten aanzien van het huwelijk, onderwijs dat toegepast moet worden in een ongelovige context. Als onze samenleving verder seculariseert, zal het belijdend spreken van de kerk over het huwelijk meer en meer getuigenis worden. Niet voor niets gaat het in 1 Petrus 2 om lijden vanwege het goede, gaat het over Christus, Die ons een voorbeeld nagelaten heeft en Wiens voetsporen we navolgen mogen.
Ten aanzien van de positie van de kerk in de samenleving komt het spreken over het huwelijk eropaan. Worden we in onze eeuw juist op dit punt op de proef gesteld inzake de gehoorzaamheid aan God? Ja, dat is duidelijk. Dat vraagt als voorgegeven om een bescheiden houding, omdat de gebrokenheid in de gemeenten ten aanzien van relaties groot is. Het leven naar Gods heilzame inzettingen is niet maakbaar, maar wordt gewerkt door de Geest, Die ons leert wat trouw is en zelfverloochening, offerbereidheid en liefde.
Dat vraagt wat het inhoudelijke betreft vooral om een besliste houding, om standvastigheid, een notie die we in Oude en Nieuwe Testament voortdurend tegenkomen als het om het leven met God gaat. Door de volharding van Christus kan de kerk in Zijn spoor gaan. Als de Heere tot Jozua over ‘heel de wet van Mozes’ spreekt, klinkt de oproep ‘Wees sterk en moedig’, woorden die in vele bijbelboeken als een refrein meegaan.
Morele steun
Voor de volledigheid noemen we ook het vierde punt waartegen het gravamen van ds. Klaassen zich richtte: de aanbevelingen die vorig jaar vanuit de Protestantse Theologische Universiteit gedaan zijn ten aanzien van de ‘lhbti-inclusiviteit van kerken’. Wie in dit kader bijvoorbeeld de doop niet bedient aan kinderen van lhbti-paren, stijgt op de ladder die discriminatie bijhoudt. Het mag duidelijk zijn dat uitingen als deze de roeping van de kerk verduisteren en tegelijk in pastoraal opzicht veel te goedkoop zijn.
Eerder is verwoord dat de Gereformeerde Bond ds. Klaassen morele steun gegeven heeft, nadat hij zijn gravamen formuleerde. Op een goed theologisch niveau en in een waardige toonzetting heeft hij bezwaren tegen de weg van de kerk verwoord. Vanuit het perspectief van het geheel van de kerk is dit een tegenstem, een tegenstem die inhoudelijk kerkelijk gesprek verdient.
De wacht betrekken
Wat staat ons in dit opzicht te doen? Dat is een relevante vraag. Ik noem als eerste: de wacht betrekken bij onze gezinnen. Veel meer dan we beseffen leven jongeren en ouderen in een cultuur waarin het heilige ontheiligd wordt, waarin persoonlijke beleving en ervaring normatief kunnen worden. De roeping hebben we om het eigene en onopgeefbare van het huwelijk in onze gezinnen voor te leven en door te geven. Veiligheid zal immers het meest gevonden moeten worden in die intieme levenskring, veiligheid die bedding is voor gesprek over seksualiteit. Dan raken we de mooie gedachte niet kwijt dat ons gezin ‘een kerkje in de kerk’ is, oefenschool waar Gods geboden verinnerlijkt worden. Laten we dit praktiseren op een wijze waarin we houvast vinden in de beloften van God, zoals in Deuteronomium 31 verwoord: ‘Wees sterk en moedig, wees niet bevreesd en schrik niet voor hen terug, want het is de Heere, uw God, Die met u meegaat.’
Tegelijk betrekken we de wacht bij de gemeenten, op alle plaatsen waar het geheimenis van het Evangelie bewaard wordt. Ik kom nu terug op de jonge predikant uit het begin van deze bijdrage. Reacties op zijn verkondiging maakten dat hij zich geremd wist om in de verkondiging een bijbelse visie op het huwelijk uit te dragen, ook reacties uit andere gemeenten die hem tot nu toe lieten voorgaan. Deze jonge voorgan-ger moest moed verzamelen om tegen de stroom in te belijden, Gods geboden in de gemeente te noemen. Zo’n dienaar van het Woord verdient steun vanuit de leiding van de kerk.
Behalve voor de gezinnen en de gemeenten is dit gravamen, een appèl op de kerk. Ze belijdt dat het Woord van God de enige bron is voor haar spreken en handelen. Om die reden kan de kerk in haar geheel niet anders dan zich grondig rekenschap blijven geven van de zaken die voortdurend door anderen en nu door ds. Klaassen aan de orde gesteld worden. Het beroep op het Woord en de belijdenis van de kerk dient te worden gehoord én vanuit het Woord te worden beantwoord. Voor de Gereformeerde Bond, als beweging binnen de Protestantse Kerk in Nederland, betekent dat een blijvend appèl op onszelf én op het geheel van de kerk om het gezag van het Woord doorslaggevend te laten zijn, ook als dat haaks staat op tal van stemmen in de huidige (kerkelijke) cultuur.
Geestelijke strijd
Standvastigheid is een van de zeven christelijke deugden, die we blijkbaar ín de kerk nodig hebben. Het verdient waardering dat de wijkgemeente Grote Kerk in Gorinchem onlangs dr. M. Visser uit Wezep opnieuw liet voorgaan, terwijl de SP in de gemeenteraad hiertegen ageerde. De reactie van ds. Visser? ‘Ik ben er vast van overtuigd dat de Heere God ons in Zijn Woord leert dat seksuele relaties thuishoren in een levenslang huwelijk tussen een man en een vrouw. Daar heeft de kerk altijd voor gestaan, en daar blijf ik voor staan.’
Tot slot, de Amerikaanse hoogleraar Nieuwe Testament Andreas Köstenberger noemt het opvallend dat in de Efeze-brief de behandeling van het huwelijk gevolgd wordt door het hoofdstuk over de geestelijke strijd. ‘Huwelijk en gezin zijn niet gevrijwaard van het kosmische conflict dat woedt tussen God en zijn engelen aan de ene kant, en satan en zijn demonen aan de andere kant.’ Wie dat onderschrijft, beseft welke grote dingen op het spel staan. En is bereid tot blijvend kerkelijk gesprek.