Waar bent u naar op zoek?

Een roepingenzondag

dr. A.A.A. Prosman
Door: dr. A.A.A. Prosman
30-03-2023

In Trouw van 18 maart deden ds. Gert de Kok en ds. Mark de Jager een oproep om een aparte zondag te wijden aan het dreigende predikantentekort. Ze willen daarom dat eerste pinksterdag een roepingenzondag wordt. De twee predikanten uit de Protestantse Kerk beginnen hun bijdrage als volgt.

Trouw

Dominees zijn mensen met superkrachten. Ze zijn in staat om klaarwakkere mensen binnen een half uur in slaap te laten vallen. Ze zijn in staat om vredige dorpjes tot op het bot te verdelen met een lichte verandering in liturgie. Ze kunnen een baby tot christen verklaren met een paar druppels water en met een stalen gezicht beweren dat brood en wijn in vlees en bloed kunnen veranderen.

Het lot van de superheld is dat hij vaak eenzaam is. Dat hij alleen staat, niet begrepen wordt, en dat zijn krachten in twijfel worden getrokken. En hoeveel werk blijft er over voor een superheld als niemand meer de behoefte heeft om gered te worden?

Het synodebestuur denkt na over de oproep, maar lijkt er niet echt enthousiast over te zijn. Ze heeft meer tijd nodig om met een reactie te komen. Maar de twee briefschrijvers willen niet langer aan het lijntje gehouden worden en schrijven: ‘Ons geduld is op.’ Hun artikel beëindigen ze met de strijdbare woorden ‘Collega’s in den lande, verenigt u.’

Het aantal predikanten in Nederland neemt enorm af. Op sommige plekken in Nederland gaat komende tijd tot de helft van alle predikanten met emeritaat. Met name aan de randen van het land, buiten de Biblebelt en buiten de Randstad stapelen de vacatures zich op. Zo is de verwachting dat volgend jaar de helft van alle PKN-gemeentes in de provincies Groningen en Drenthe op zoek zal zijn naar een predikant of kerkelijk werker.

Dit probleem blijft groeien, omdat het aantal studenten dat de stap maakt predikant te worden nu al op de vingers van een paar handen te tellen is. Het aantal studenten dat een roeping om predikant te worden loslaat en gaandeweg de studie afhaakt, is bovendien schrikbarend hoog. De aandacht hiervoor vanuit kerk en opleiding is gering. Ook de instroom bij opleidingen tot kerkelijk werker is niet veel hoger. Het kan in ieder geval niet het tekort van predikanten opvangen, zoals eerder nog gedacht werd.

Wat maakt dit allemaal uit?, horen wij u denken. De kerk krimpt zelf toch ook?

De realiteit is dat het aantal predikanten veel sneller krimpt dan het aantal kerkgangers. Dat heeft tot gevolg dat jonge predikanten afhaken door te hoge werkdruk of teleurstellingen. Dat kerkenraden met de handen in het haar zitten om preekroosters te vullen. Dat basistaken van de kerk, zoals huwelijksinzegeningen en begrafenissen, door dure zzp’ers worden vervuld. Dat gratis psychische zorg van pastors verdwijnt. Dit probleem is behalve voor de kerk een zorg voor de maatschappij als geheel. Twee eeuwen geleden stelde William Temple al dat de kerk een organisatie is die primair bestaat voor het welzijn van niet-leden. Als er vluchtelingen moeten worden opgevangen, een stille tocht moet worden georganiseerd, als er met boeren over stikstofzorgen moet worden gesproken, of juist een snelweg moet worden geblokkeerd om het klimaat te redden, wordt bij de dominee aangebeld.

Wij denken daarom, in lijn met de uitspraak van Temple, dat een krimpende kerk om méér werkers vraagt. Vrijwilligers en (semi)professionals die bereid zijn de wereld te dienen vanuit de kerk.

Een tekort aan (academisch geschoolde) voorgangers leidt tot een samenleving waarin de wildste bijgeloven en onwetenschappelijke nonsens voet aan de grond krijgen in het publieke debat. Waar mensen vastlopen op de markt van spirituele aanbieders, waar plekken om te biechten verdwijnen en waar een cultuur van gratis professionele begeleiding van de wieg tot het graf vervangen wordt door de markt.

Kortom, er is actie nodig. Zonder nieuwe roepingen zullen jonge dominees verzuipen, zal secularisatie in een nieuwe stroomversnelling raken, en de polarisatie verder toenemen. Dat zijn slechts de grote verhalen, maar vraag je eens af: wie begeleidt straks de dopen, huwelijken en begrafenissen van jouw geliefden? Er is geen cultuur van roepingen, en ook de aandacht voor de maatschappelijke roeping van de kerk als geheel is buiten beeld geraakt.

Meerdere keren hebben wij hierover contact gezocht met onze werkgever, de PKN. We hebben aangeboden zelf zo’n roepingenzondag te organiseren. ‘Er wordt aan gewerkt, er wordt over nagedacht’, werd ons voorgehouden.

Ons geduld is op. Wij roepen de PKN op een roepingenzondag uit te roepen. Niet volgend jaar, maar nu. De datum ligt voor de hand: eerste Pinksterdag: 28 mei 2023. Collega’s in den lande, verenigt u! En ten slotte een vraag aan u, beste lezer: is het niet tijd om superheld te worden?

In deze oproep aan de kerk en in het bijzonder aan de synode proeven we een oprechte zorg voor de kerk. Ik neem aan dat de scribenten weten waarover ze schrijven en dat in veel gemeenten het water aan de lippen staat. Gemeenten raken herderloos en dat is weer een kans voor allerlei zelfbenoemde voorgangers om hun slag te slaan. De beruchte marktwerking begint op allerlei manieren greep te krijgen op de kerk. Terecht dat de twee predikanten de synode oproepen hier niet lijdelijk naar te kijken, maar daadkracht te tonen. Wat ik minder goed begrijp is hoe zij het ambt invullen. De predikant is vooral nodig om op maatschappelijk gebied actief te zijn. Hij moet de wereld dienen. Hij moet onwetenschappelijke nonsens weerspreken. Hij moet niet te belabberd zijn om demonstraties te organiseren, desnoods blokkades, zo lees ik. Zou het kunnen zijn dat juist zo’n invulling van het ambt jongeren afschrikt? Is het niet het paard achter de wagen spannen als je in een hyperactieve wereld hyperactieve dominees wilt hebben? Roepingenzondag is prima, maar dan met iets meer geestelijke inhoud.

Roeping is niet zomaar iets. Zonder roeping van Godswege houd je het niet vol. Wat mij trof is dat de scribenten de PKN hun werkgever noemen. Daar leid ik uit af dat predikanten dus werknemers van de Protestantse Kerk of van het Dienstencentrum zijn. Wat voor ambtsvisie zit hierachter? Dat de kerk zich in een crisis bevindt, is duidelijk maar de problemen zitten dieper dan een tekort aan werknemers.

Reformatorisch Dagblad

Het Reformatorisch Dagblad hield een enquête over de psalmberijming van 1773. De krant van 18 maart opende er zelfs mee op de voorpagina.

Opvallend in het onderzoek onder RD-lezers en reformatorische jongeren is de grote waardering die er is voor het psalmboek. Twee derde van de volwassenen geeft de berijming nota bene een 8 of hoger als ze haar een cijfer moeten geven. Acht op de tien geven dan ook aan gehecht te zijn aan hun psalmboek, omdat ze hun geloofsleven erin vertolkt weten. Bij jongeren ligt dat wel iets anders. Van hen zegt maar een kleine helft van z’n psalmboek te houden en eraan gehecht te zijn. Maar het zijn er ook weer niet zoveel die zeggen níét van hun psalmboek te houden. Een derde houdt zich namelijk op de vlakte.

Ik vermoed dat als dezelfde enquête in een gemiddelde Gereformeerde Bondsgemeente gehouden was, ‘1773’ een andere score had opgeleverd.


Een aantal psalmen en coupletten uit ‘1773’ is bijzonder geliefd. Op de vraag om drie verzen te noemen die mensen het meest aanspreken, is Psalm 25 vers 2 (‘HEER, ai maak mij Uwe wegen’) met ruim 400 keer de vaakst genoemde, gevolgd door Psalm 68 vers 10 (349 keer) en Psalm 42 vers 5 (307 keer). De psalm – geheel of verzen daaruit – die het vaakst voorkomt is Psalm 42 (ruim 800 keer), gevolgd door Psalm 25 (ruim 750) en Psalm 68 (bijna 450).

dr. A.A.A. Prosman
dr. A.A.A. Prosman