Waar bent u naar op zoek?

Is er reden voor een feest?

dr. A.A.A. Prosman
Door: dr. A.A.A. Prosman
08-06-2023

Nederland raakt op stoom. De vaart zit erin. De secularisatietrein dendert door. Wat iedereen al zag aankomen, wordt nu een serieus punt: de christelijke feestdagen. Ik vraag me af of op den duur ook de christelijke jaartelling en de weekindeling moeten verdwijnen. Want de zondag is toch ook een christelijke feestdag? Waarom die in ere houden en de rest afschaffen? Afschaffen is iets te sterk uitgedrukt, maar er gaat binnenkort wel iets gebeuren. Een artikel in NRC van 26 mei maakt dat duidelijk.

NRC

Kerstdagen, paasdagen, pinksterdagen: ze klinken als vrije dagen, vakantiedagen. Maar ze wortelen in dezelfde traditie waaruit ook Maria-Tenhemelopneming, Allerzielen en de Dankdag voor Gewas en Arbeid zijn voortgekomen. En díé gelden voor vrijwel alle Nederlanders als gewone werkdagen.

Waar staat geschreven dat Tweede Pinksterdag meetelt als een vaste, vrije dag? Nergens anders dan in cao’s, de vrucht van onderhandelingen tussen werkgevers en werknemers. Ze zouden, bij wijze van spreken, morgen afgeschaft kunnen zijn. De afspraken over ‘verplicht vrije dagen’ (zo heetten ze ooit) zijn als een koningshuis in de 21ste eeuw: traditie. Het is zo, omdat het zo is. ‘Er is in de huidige tijd geen enkele rationele rechtvaardiging te bedenken voor een monarchie’, schreef NRC onlangs in het hoofdredactionele commentaar. Hetzelfde geldt voor de verdeling van feestdagen over de 365 dagen van het jaar.

De samenklontering van Kerst en jaarwisseling past op zichzelf nog wel fijn in het jaarritme. Midden in de winternacht, komt allen tezamen, in dulci jubilo – dat soort dingen.

Maar in het voorjaar begint het rommelig te worden. Op een Tweede Paasdag volgt doorgaans algauw Koningsdag. Waarom is die, ook in cao’s, belangrijker gemaakt dan de enige écht nationale feestdag: 5 mei, Bevrijdingsdag? Voor de meeste werknemers geldt die slechts eenmaal in de vijf jaar als een vrije dag. En is Nederland kort daarop alweer toe aan een vrije Hemelvaartsdag én een Tweede Pinksterdag? Waarom? (…)

Al tientallen jaren duiken her en der pleidooien op om te breken met het opgelegd pandoer van collectieve vrije dagen. Vooral het pinksterfeest moet het dan ontgelden. Omdat de diepere betekenis ervan (de ‘uitstorting van de Heilige Geest over de apostelen’) een beetje een vaag verhaal is. Omdat Pinksteren zich niet – zoals Kerst en Pasen – laat opleuken met herkenbare (heidense) symbolen als dennenbomen, kaarsen, donzen kuikentjes en hazen van chocola. Omdat het, na al die vrije dagen, ook wel weer even mooi geweest is. (…) Bovendien, indien collectieve feestdagen moeten bijdragen aan sociale cohesie (naar het woord van Durkheim), dan lukt het allang niet meer om die als politiek besluit af te kondigen. Veel feller roepen ze tweespalt op. Keti Koti of het Suikerfeest als algemene vrije dag? Voordeel: erkenning van duister verleden en culturele diversiteit. Nadeel: koren op de molens van het nationaal-populisme.

Omgekeerd is het zomaar schrappen van collectieve christelijke dagen evenmin een makkelijk begaanbaar pad. Toen de Deense regering onlangs besloot per 2024 zo’n dag (Grote Gebedsdag, de vierde vrijdag na Pasen) te ontheiligen, stuitte dit op fel verzet van kerken en vakbonden. Zo’n vijftigduizend mensen demonstreerden ertegen in de hoofdstad Kopenhagen. De regering houdt voet bij stuk. Die blijft bij het plan hogere defensie-uitgaven te financieren door één extra werkdag in te voeren.

De redenering van de auteur (Gijsbert van Es) is vanuit seculier gezichtspunt voor een deel te begrijpen. Maar laat hij dan ook consequent seculier zijn en niet de ene religieuze vrije dag vervangen door een andere; bijvoorbeeld een vrije dag voor het Suikerfeest. Het klinkt ook niet erg geloofwaardig om te spreken over een opeenhoping van vrije dagen na Pasen. Het zijn er drie: tweede Paasdag, Hemelvaart en tweede Pinksterdag. Ik heb nog nooit gehoord dat de mensen vinden dat ze te veel vrije dagen hebben. Liever meer dan minder vrije dagen. En waarom noemt Van Es carnaval niet? Dat is van oorsprong ook een christelijk feest. Zou je ook kunnen afschaffen… In de hele discussie spelen economische belangen een rol, zoals in Denemarken, waar de regering een gebedsdag afschaft om zo het defensiebudget te kunnen verhogen. Dat is pas echt seculier denken: christelijke feest- of gedenkdagen afschaffen om meer wapens te kunnen kopen.

Trouw

Dit jaar bestaat de staat Israël precies 75 jaar. Op 14 mei 1948 las David Ben-Goerion de onafhankelijkheidsverklaring voor. Voor historicus Coen Verbraak ‘een monumentale’ aanleiding om een zesdelige documentaireserie te maken (inmiddels uitgezonden) over de recente geschiedenis van Israël. Trouw (14 april) had een gesprek met hem.

Voor de documentaire sprak Verbraak alleen met Joodse mensen, maar hij denkt niet dat dit een eenzijdig beeld geeft van de situatie in Israël. ‘Ik wilde dit verhaal vertellen vanuit deze groep mensen. Misschien heb ik niet gesproken met Palestijnen, maar ze zitten wel degelijk in de film, alleen via anderen.’

De aanhoudende politieke spanningen, de bommen die nog bijna dagelijks heen en weer vliegen, de rellen, opstanden en demonstraties; het maakt Israël tot een beladen onderwerp. Iedere journalist die er ooit mee te maken had weet dat je het eigenlijk nooit goed kunt doen. ‘Dat heb ik geprobeerd los te laten’, zegt Verbraak. ‘We hebben ons best gedaan er een oprechte documentaire van te maken, zonder vooroordelen of standpunten. En als je je laat leiden door de angst voor kritiek, ben je een hele slechte journalist.’

Juist bij zo’n onderwerp is het wel zaak om de juiste vragen te stellen, en de vragen die het eerst bij je opkomen worden dan ook direct in het begin van de documentaire geadresseerd. Zo antwoordt Abel Bolink in de documentaire op de vraag of 75 jaar Israël wel reden is voor een feest vol overtuiging: ‘Absoluut! Elk jaar is het een supergroot feest dat Israël bestaat. Elk jaar is het weer een wonder dat Israël bestaat.’ De jonge soldaat woonde tot voor kort nog bij zijn ouders in Amsterdam-Zuid en is uit solidariteit bij het Israëlische leger gegaan.

Rivka Hellendall is kritischer: ‘Ja, dat is reden voor een feest, maar het is tegelijkertijd ook een kans om te kijken naar wat er beter moet en wat er nog mogelijk is.’ Ook de inmiddels overleden Harry de Winter heeft zijn bedenkingen: ‘Dat er een plek is waar Joden naartoe kunnen als het erop aan komt, is reden voor een feest. De manier waarop ze het huis hebben ingericht en de versieringen hebben aangebracht zeker niet.’ Om de geschiedenis van Israël te kunnen begrijpen, moet je begrijpen wat er is gebeurd tijdens de Tweede Wereldoorlog. (…) Zo was de 106-jarige Mirjam Bolle secretaresse bij het comité voor Joodse vluchtelingen, dat later opging in de Joodse Raad. Ze zag al in 1938 wat er in Duitsland gebeurde. ‘Ik was bang: ik was er niet van overtuigd dat het in Nederland niet ook zou gebeuren.’ Later maakte Bolle mee hoe de Joodse Raad medeplichtig werd gemaakt aan de ondergang van de Joden in Nederland. Alles werd besloten door de Duitsers en het maakte niet uit wat de Raad ervan vond, die moest het gewoon uitvoeren. ‘Cohen (voorzitter van de Joodse Raad, red.) zei: laten we het nou maar doen, om erger te vermijden. En dat was in het begin ook wel zo.’ De interviews worden afgewisseld met originele beelden uit die tijd. Nazi’s scanderen: ‘Führer, bescherm ons tegen de Joden’ en: ‘Koop niet bij Joden’. Vanaf 1941 werden ook in Nederland anti-Joodse maatregelen ingevoerd. Er zijn beelden van Jodenwijken, afgezet met prikkeldraad. Het is vooral de onverschilligheid van de Nederlanders die Abel Cahen is bijgebleven. ‘Alle mensen zaten in het park waar een bordje hing: ‘Voor Joden verboden’. Het leven ging gewoon door, nobody gave a damn.’

dr. A.A.A. Prosman
dr. A.A.A. Prosman