Waar bent u naar op zoek?

Het verlangen van de Geest

dr. W. Dekker
Door: dr. W. Dekker
15-06-2023

En de Geest en de bruid zeggen: Kom! Openbaring 22:17

In menige preek wordt het gezegd: de bruid verwacht haar Bruidegom, verlangt naar Zijn komst. Dit verlangen komen we ook tegen in Openbaring 22:17. Het bijzondere van deze tekst is echter dat er niet alleen staat dat de bruid naar de wederkomst verlangt, maar dat dit ook geldt voor de Geest.

Een bekend lied (Weerklank 426) verwoordt het verlangen van de bruid zo:

Levensvorst, U loven de geslachten,

en tot uw verborgen tijd

blijft de bruid uw wederkomst verwachten,

’t einde van haar bange strijd.

Deze regels klinken ons vertrouwd in de oren. Maar waarom zou ook de Geest dit verlangen hebben, zoals in Openbaring 22 staat? Kennen wij de Geest daar goed genoeg voor om dat te kunnen begrijpen?

De schepping

Misschien moeten we dan allereerst teruggaan naar de eerste bladzijde van de Bijbel. Daar staat dat de Geest van God zweefde boven het water (Gen.1:2). Dat betekent dat de Geest van God betrokken is bij wat aanstonds gaat gebeuren: de schepping van hemel en aarde. De Geest is de adem van God, die leven schept, die heel de werkelijkheid bezielt. God blaast Zijn adem, dat is Zijn Geest, in de neusgaten van de mens (Gen.2:7), maar ook de dieren en de planten leven door Zijn Geest, Zijn levensadem. Psalm 104 zegt het zo (van de dieren): ‘Neemt U hun adem weg, zij geven de geest en keren terug tot hun stof. Zend U Uw Geest uit, dan worden zij geschapen en vernieuwt U het gelaat van de aardbodem.’ Dat laatste is wat we elk voorjaar meemaken: jonge dieren worden geboren en na de dorre winter wordt alles groen, het fluitenkruid schiet omhoog en het geheim van de pijlsnelle groei is de adem van God.

Ook de Openbaring aan Johannes tekent verschillende keren de verbondenheid van de Geest met de schepping. Ik denk dan bijvoorbeeld aan het troonvisioen in Openbaring 5. Rondom de troon zijn vier dieren. Zij vertegenwoordigen heel de schepping. Voor deze troon staan de zeven Geesten van God. Zij zijn een omschrijving van de Heilige Geest in al Zijn volheid, in Zijn wereldwijde werkzaamheid, betrokken op heel de aarde. Ze worden ook uitgezonden over heel de aarde. God is nooit zonder zijn schepping en Hij is werkzaam in die schepping door middel van de Geest in al Zijn volheid en veelkleurigheid: de zeven Geesten.

In ademnood

De schepping is adembenemend mooi. Tenminste onder een bepaalde belichting. Wanneer de zeven Geesten echter uitgezonden worden over heel de aarde, komen ze ook heel wat minder mooie dingen tegen. Dat was in de tijd van Johannes al zo. Altijd zijn er stormen en vulkanen geweest, aardplaten die over elkaar schoven en bevingen veroorzaakten. In de visioenen die Johannes ziet wordt het alleen nog maar erger.

In onze tijd spreken we van apocalyptische dreigingen wanneer het gaat over de klimaatcrisis. Hoe moet dit de Geest van God pijn doen. Wanneer Hij de adem van God is in al het geschapene, komt Hij ook letterlijk in ademnood wanneer aarde, zee en lucht vervuilen. Daarom zegt de Geest, roept Hij in ademnood: Kom! De Geest haakt in op wat Jezus Zelf zo-even gezegd heeft: ‘En zie, Ik kom spoedig en Mijn loon is bij Mij om aan ieder te vergelden zoals zijn werk zal zijn’. (vs.12) De Geest haakt hierop in, roept om de komst van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.

God roept tot God

Wanneer we hierover doordenken, lopen we op een bepaald moment vast. De Geest, Die Zelf van God uitgaat, roept om de komst van Jezus, Die ook God is. We staan voor eenzelfde soort raadsel als wanneer we nadenken over de roep van Jezus aan het kruis: ‘Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten? (Mark.15:14) Luther zei al: ‘Hier loopt ons verstand volkomen op stuk. Hoe kan dat: God van God verlaten, wie kan dat vatten? Hoe kan dat: God Die roept om de komst van God?’

Ik denk niet dat de gemeenten aan wie Johannes schrijft zich er het hoofd over gebroken hebben. Ze zullen eerder hun hart eraan opgehaald hebben. Ze staan er niet alleen voor met al hun vragen en moeiten over een wereld die ten dode wankelt, de schepping die lijdt onder de verwoestingen. Voor de troon van God staat Iemand te pleiten voor hen (Rom.8:26). In God Zelf is grote bewogenheid. Zo komt Hij in beweging. Spoedig. Als geen klimaatwetenschapper meer weet hoe het verder moet, komt Hij.

dr. W. Dekker
dr. W. Dekker