Waar bent u naar op zoek?

Een zwarte bladzij

P.J. Vergunst
Door: P.J. Vergunst
22-06-2023

Hart voor de naaste, dat drijft de Amsterdamse lutherse diaken Bianca Groen-Gallant in haar inzet als voorzitter van de werkgroep Heilzame Verwerking Slavernijverleden. ‘De kerk heeft in het verleden in het tot stand komen en in stand houden van de slavernij een grote rol gespeeld. Ontmenselijking mag vandaag niet meer gebeuren.’

Voor haar appartement in de binnenstad van Dordrecht adem ik de geschiedenis in. In deze straat liepen vier eeuwen terug de afgevaardigden naar de Nationale Synode, een vergadering die ons de Dordtse Leerregels schonk. Met mw. Bianca Groen – sinds november 2021 lid van het moderamen van de synode – spreek ik over een ander stukje (kerk)geschiedenis: de betrokkenheid van de kerken bij slavernij.

Suriname

Voor dienst aan de medemens is Groen in de wieg gelegd, ervaart ze zelf én toont haar cv. ‘Elf jaar ben ik nu diaken in de lutherse kerk in Amsterdam. De aandacht voor gerechtigheid en helpen waar geen helper is, passen bij mij. Dat heb ik van mijn ouders meegekregen. Mijn vader was actief in de lutherse kerk in Paramaribo. Nee, zelf heb ik geen armoede gekend, wel een korte tijd geestelijke armoede als jonge vrouw. Ik haalde toen geen inspiratie uit het christelijk geloof, ervoer leegheid. Nu ben ik vol van het geloof, heb ik een plaats midden in de kerkelijke gemeenschap.

Ik heb in Suriname wel armoede gezien, had een vriendinnetje dat in armoede leefde. Ik zorgde voor haar, nam lekkere dingetjes mee naar school. Vakantie in mijn geboorteland is momenteel beladen vanwege de armoede die er is. Als ik daar rondloop, ben ik geneigd voor iedereen op straat een broodje te kopen.’

Onrecht

‘Naast het bestrijden van armoede houd ik me bewuster bezig met onrecht. Een leidraad voor mij is de tekst uit 1 Petrus 3:14: “Maar als u ook zou moeten lijden vanwege de gerechtigheid, dan bent u zalig. En wees niet bevreesd zoals zij bevreesd zijn, laat u niet in verwarring brengen.” Het is namelijk niet makkelijk om je uit te spreken over onrecht. Zeven jaar geleden is op mijn initiatief in Amsterdam de werkgroep Heilzame Verwerking Slavernijverleden opgericht. Ik houd me bezig met het Nederlandse koloniale slavernijverleden, omdat ik vaker geconfronteerd werd met de doorwerking ervan. De kerk is de plaats waar hier aandacht voor moet zijn, omdat ze er een grote rol in gespeeld heeft.

Onze werkgroep is landelijk. Betrokken mensen uit de evangelisch-lutherse gemeente Amsterdam, de Evangelische Broedergemeenten, de Nederlandse Gereformeerde Kerken, de Protestantse Kerk Amster-dam zijn aangesloten, alsook het ‘Nationaal Instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis’, de landelijk erkende organisatie met betrekking tot dit thema. We hebben bereikt dat het thema op de kaart gezet is.’

Raad van Kerken

In 2013 erkende de Raad van Kerken in Nederland schuld aan de slavernij. De betrokkenheid van kerken bij slavenhandel en slavernij werd verwoord. ‘Slavernij werd door de meeste kerken lange tijd goedgepraat. Er werd systematisch de andere kant op gekeken, omdat er veel geld te verdienen was.’ Het was hetzelfde jaar waarin de Nederlandse regering sprak van ‘diepe spijt en berouw’; pas een halfjaar geleden sprak premier Rutte over excuses, over een ‘misdadig systeem’.

‘Na 2013 bleef het relatief stil vanuit de kerken’, zegt Groen. ‘Af en toe werd Keti Koti (de viering van de afschaffing van de slavernij op 1 juli) gevierd, verder niet. Er was verlegenheid om uitvoering te geven aan de woorden uit de verklaring. Onze werkgroep heeft dit opgepakt. Ons doel is dat we erkennen dat er racisme en discriminatie waren én zijn, dat mensen ook nu buitengesloten worden. Als christenen willen we dat niet. Onderzoek naar het verleden is ook belangrijk, want feiten maken iets duidelijk, maar het gaat ons vooral om de doorwerking van het slavernijverleden vandaag en hoe daarbij van betekenis te zijn.

Mensen van mijn en eerdere generaties kennen Keti Koti als een feest. Er was weinig bekend van de precieze achtergrond, ook omdat de geschiedenis lange tijd vanuit koloniaal perspectief werd geschreven. Voor velen werkt de aandacht voor deze geschiedenis als een eyeopener.’

Keti Koti-tafels

‘De kerk was betrokken bij slavernij. Als christenen hadden wij ons nooit mogen laten verleiden tot deze ontmenselijking. Ik zeg ‘wij, ons’, want ik voel me ondanks mijn achtergrond als nazaat van tot slaaf gemaakte mensen onderdeel van deze kerk. Met de Bijbel in de hand zijn mensen onderdrukt. Onderzoek aan de PThU moet aantonen wat precies de rol van de kerk was. We weten inmiddels dat lutherse en hervormde predikanten die naar Suriname gingen, behalve een pastorie ook een aantal tot slaaf gemaakte mensen en soms zelfs een plantage erbij kregen, zodat ze slavenhouder werden. Een predikant die als doel heeft mensen te verheffen, in hun kracht te zetten, in Gods kracht, die was onderdeel van het systeem! Mensen zijn geronseld uit hun eigen context, de zee overgebracht onder onmenselijke omstandigheden. Identiteit, religie, cultuur en familie zijn hun ontnomen. Onze werkgroep erkent evenals de conferentie van de Verenigde Naties tegen racisme dat slavernij een misdaad tegen de menselijkheid is.

Het moet van onderaf komen. Belangrijk zijn bijvoorbeeld de zogenoemde dialoog/Keti Koti-tafels, waarin zwart en wit tegenover elkaar zitten, waarin ze hun verhalen vertellen. Het gaat daarin niet om goed of fout, maar om luisteren, de pijn van de ander voelen, ook de frustratie van witte mensen die iedere keer weer moeten horen dat ze discrimineren. Op die manier vind je elkaar. Die tafels vinden landelijk plaats. De mobiele tentoonstelling ‘Kerk en slavernij’ gaat het land door. Kerken kunnen die vrijwel kosteloos lenen en maken er een randprogramma omheen waarbij het vooral om educatie en dialoog (gesprek) gaat.’

Koffie en kleding

‘En wat als je geen mensen van kleur hebt in je gemeente? Wij drinken toch koffie of thee en vaak ook suiker in de koffie? Er is in het verleden een dure prijs betaald voor deze producten, mensen zijn tot slaaf gemaakt. Vanuit dit feit mogen we ons allemaal verantwoordelijk voelen voor de doorwerking in het hier en nu. Het besef waarom er zwarte mensen in onze steden wonen, dat ze onderdeel zijn van onze maatschappij wordt steeds relevanter.

Uitbuiting herhaalt zich telkens weer, uit hebzucht, door het kwaad dat in mensen zit. Wat gebeurt er met kinderen die bakstenen sjouwen in India, in fabrieken in China en Pakistan, waar kinderen dag in dag uit werken zonder goede arbeidsomstandigheden? We moeten veel meer zorgen voor duurzame circulatie. Ik ga nu zelf naar de kringloopwinkel voor mijn kleding en hoop er zo aan bij te dragen dat de consumptieve kledingindustrie daardoor ook verandert.’

Is uw stichting betrokken bij verzoening?

‘Dat vind ik een lastige. Met wie/waarmee moet er verzoend worden? Ten eerste met onze Schepper, Die ons allen als beelddragers van Hem heeft gemaakt. In de Galatenbrief, die ons oproept tot gelijkwaardigheid, staat: “Er is geen Jood of Griek, geen slaaf of vrij, geen man en vrouw, want jullie zijn één in Jezus.” Moet in deze tijd wit zich met zwart verzoenen? Mijn man is wit, ik ben zwart, wij hoeven ons niet te verzoenen. Moeten we ons met de geschiedenis verzoenen? Dan moeten we die kennen en de pijn ervan erkennen. Dat is voor mij de verzoening waar we actief aan kunnen werken.’

Daadkracht

‘Ik vind het belangrijk dat je in de kerkdienst voor God je fouten belijdt. De kerk doet dat elke zondag, in wat we fout deden, om weer verder te kunnen, ook al is het in algemene zin. Nu vraagt de zwarte gemeenschap om excuses, om verder te kunnen. Als één lid lijdt, lijden we allen. Je moet daarom meer doen dan schuld aan God belijden. Het is aan God én naaste. Excuses aanbieden is wel een komma, want daarna ga je daadkracht tonen. Daarom is de schuldbelijdenis van Rutte goed, maar er is geen vervolg aan gegeven. Het belang zit in het innerlijke, mentale en emotionele en niet in het financiële. Mensen willen van de witte Nederlanders merken dat ze een moraal hebben, een beschaafd volk zijn. We moeten daar als christenen toch toe in staat zijn, niet bang zijn voor financiële consequenties? Dán kan er heling plaatsvinden.’

Slavenbijbel

‘Slaven worden in Oude en Nieuwe Testament veel genoemd, maar het was een andere vorm van slavernij, niet dat dat het minder erg maakt. Als slaaf vereffende je in die tijd een schuld. Na hun vrijlating kregen ze een toelage (zie p.11).

Ga eens tweeduizend jaar terug in Paulus’ Grieks-Romeinse wereld. Grieken en de Romeinen waren ervan overtuigd dat sommige mensen geschapen waren om vrij te zijn, anderen om tot slaaf gemaakt te worden. Vrouwen waren van nature de mindere van mannen in het algemeen. Zelfs de Joden waren het met deze ongelijkwaardigheid eens en geloofden dat deze door God gewild was. Zij voegden nog hun eigen ongelijkwaardigheid toe: het onderscheid tussen de uitverkoren kinderen van Abraham en de heidenen. Deze eeuwenoude vooroordelen, die hun wortels diep in de sociale structuren en de heersende cultuur hadden, konden niet onmiddellijk worden uitgeroeid. Maar Paulus zag duidelijk dat Christus een geheel nieuwe werkelijkheid had gevestigd waarin een dergelijk onderscheid niet langer gold. In Christus zijn de mensen herschapen.

Ondanks dit besef hebben christenen de Bijbel op een verkeerde wijze ingezet om mensen te onderdrukken. Er is ooit zelfs een slavenbijbel geweest, waarin alle teksten verwijderd waren die over vrijheid van mensen en gelijkwaardigheid gingen. Zo ver zijn christenen gegaan! De gedachte dat het zwarte volk vervloekt is, komt voort uit het verhaal van Cham.’

Wat hoopt u voor deze zomer?

‘Ik hoop dat we na de zomer allen het besef hebben hoe urgent dit thema blijft, ook als je in een witte gemeente zit. Er is alledaags racisme, zwarte kinderen worden in schoolkeuze te laag geadviseerd, zwarte mensen staan bij sollicitaties op achterstand. Wij christenen hebben taal, symbolieken en rituelen die de harde taal die polarisatie veroorzaakt, kan vervangen. Laten we die gebruiken om bij te dragen aan harmonie, vrede en liefde in onze samenleving.’

P.J. Vergunst
P.J. Vergunst