
Verbazing en verwarring, angst of zelfs blinde paniek kunnen zich van ons meester maken bij het aanschouwen van hoe het geopolitieke geharrewar dat onze wereldleiders ten toon spreiden. Maar we moeten hen vooral niet groter maken dan ze zijn.
De beelden staan nog steeds rauw op het netvlies: de ongekende confrontatie tussen president Trump en president Zelensky voor het haardvuur in het Oval Office op vrijdag 28 februari. Menigeen was verbouwereerd, zo niet verbijsterd. Michael McFaul, de voormalige Amerikaanse ambassadeur in Rusland vergeleek Trumps beslissing om de Amerikaanse militaire hulp aan Kiev per direct stil te leggen met ‘het wisselen van kant in de Tweede Wereldoorlog, het Duitse weekblad Der Spiegel toonde op de cover een portretfoto van Zelensky met als kop ‘Verraten’.
In allerijl probeerden Europese leiders als de Britse premier Keith Starmer en de Franse president Emmanuel Macron, evenals Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, en NAVO-baas Mark Rutte, te redden wat er te redden viel. Bang om als Europese landen buitenspel te worden gezet, kondigden ze na topberaad in Londen de oprichting aan van een coalition of the willing met als doel het werken aan een Europees vredesvoorstel en het toezien op de naleving van een toekomstig staakt-het-vuren. Volgens Starmer staat het continent op een ‘kruispunt in zijn geschiedenis’ en moet ‘Europa het zware tilwerk doen’ om de oorlog in Oekraïne tot een goed einde te brengen.
Vorige week kwam Ursula von der Leyen met haar plan ‘Herbewapen Europa’. Na decennialang hun eigen krijgsmacht te hebben verwaarloosd, moeten, wat haar betreft, de EU-lidstaten nu maar liefst 800 miljard euro investeren in defensie-uitgaven om voor hun eigen veiligheid niet langer afhankelijk te zijn van de Verenigde Staten. Von der Leyens voorstel sloot naadloos aan bij de woorden van de Poolse premier Donald Tusk: “Luister hoe dit klinkt: 500 miljoen Europeanen vragen 300 miljoen Amerikanen om hen te verdedigen tegen 140 miljoen Russen.”
De Russische agressie richting Oekraïne heeft een zinloze oorlog ingeleid die honderdduizenden de dood heeft ingejaagd. Tegelijkertijd wordt in de westerse media veelal verzwegen dat reeds in 1990 de NAVO toezegde niet uit te breiden naar nieuwe landen in Oost-Europa. Die belofte is met voeten getreden. Tijdens de veiligheidsconferentie in München van 2007 hekelde Poetin ‘de monopolistische dominantie’ van de Verenigde Staten. Velen van ons herinneren zich nog wel de Maidanrevolutie, mede aangemoedigd door krachten uit Amerika en Europa
Een rechtsgeding
Een en ander deed me denken aan Jesaja 41. Niet dat de context van dat hoofdstuk direct aansluit op de gebeurtenissen van de afgelopen weken maar vanwege de krachtige openingszin: “Zwijg voor Mij, kustlanden.”
Het geopolitieke krachtenveld van toen was een heel andere. In 539 v.Chr. slaagde de Perzische koning Cyrus (Kores in de HSV) erin zonder veel verzet het Babylonische rijk te veroveren. (Volgens de Griekse geschiedschrijver Herodotus verlegden de Perzen de loop van de rivier de Eufraat, waardoor ze via de droge rivierbedding makkelijk de stad Babylon konden binnendringen.)
Cyrus voerde een beleid van religieuze tolerantie en gaf de Joodse ballingen toestemming terug te keren naar Jeruzalem en de tempel te herbouwen (Ezra 1:1-4).
Tegen die achtergrond daagt God in Jesaja 41:1-4 de volken met hun goden uit tot een rechtsgeding.
1 Zwijg voor Mij, kustlanden,
laten de volken de kracht vernieuwen.
Laten zij naar voren komen, laten zij dan spreken,
laten wij samen naar voren komen voor het oordeel.
2 Wie heeft vanwaar de zon opkomt de rechtvaardige doen opstaan,
hem geroepen om te gaan?
Wie heeft heidenvolken aan hem overgeleverd
en doet hem koningen vertreden?
Wie heeft hen als stof overgeleverd aan zijn zwaard,
als wegwaaiende stoppels aan zijn boog?
3 Hij achtervolgde hen, trok verder in vrede,
over een pad dat hij met zijn voeten niet eerder betrad.
4 Wie heeft dit bewerkt en gedaan?
Hij Die de generaties riep vanaf het begin!
Ik, de Heere, Die de Eerste ben,
en bij de laatsten ben Ik Dezelfde.
De volken worden allereerst tot zwijgen gemaand. De Heere zal hen bewijs overleggen dat Hij alleen God is. Daarna zullen ze de gelegenheid krijgen tegenbewijs te leveren. Gods bewijs komt in eerste instantie in drie vragen (vers 2):
-Wie heeft Cyrus (‘de rechtvaardige’ uit het Oosten, daar waar de zon opkomt) geroepen om ten strijde te trekken tegen Babylon?
-Wie leverde de Babyloniërs uit aan Cyrus?
-Wie zorgde ervoor dat Cyrus de Babyloniërs zonder noemenswaardige slag of stoot aan zich kon onderwerpen?
De Babyloniërs hadden geen schijn van kans: stof waren ze, wegwaaiend kaf. En hoewel Cyrus zich op onbekend terrein begaf, ging hij zijn weg in vrede – shalom in oorlogstijd (vers 3). De ademloos luisterende volken krijgen nogmaals een vraag voorgelegd als samenvatting van de voorgaande vragen maar nu directer gesteld: “Wie heeft dit bewerkt en gedaan?” Het antwoord op deze retorische vraag komt van de Heere Zelf, ook in drie delen:
-Ik, Die als Schepper de hele mensheid vanaf het begin tot aanzijn riep, Ik riep Cyrus.
-Ik ben de Eerste en de Laatste, de Heer van de geschiedenis
-‘Ik ben Hij’, – I alone am he in de vertaling van de NLT – ‘de Enige’
Vers 4 laat zich moeilijk in een vloeiende vertaling gieten. Letterlijk staat er: “Ik, de Heere, de eerste, en met de laatsten [ben] Ik Hij.” Als ik een gooi mocht doen, zou ik het vertalen als: “Ik ben het, de Heere, de Eerste en de Laatste, Ik ben Hij.” Hoe dan ook, het hele vers laat zich lezen als een bevestiging dat de Heere de Eeuwige en de Enige is, de Schepper van hemel en aarde, van niets en niemand afhankelijk.
De toespeling op de Godsnaam ‘Ik ben’ is veelzeggend: zoals God Zich met deze Naam bekendmaakte aan Mozes, die het volk uit de Egyptische ballingschap zou leiden, zo roept God Cyrus – als was hij een tweede Mozes – om Israël uit de Babylonische ballingschap te verlossen. In Jesaja 44:28 de Cyrus ‘Mijn Herder’, in 45:1 ‘Mijn gezalfde’. In Jesaja 48:14 staat zelfs: “De Heere heeft Cyrus lief, hij doet Zijn welbehagen.” De heidense vorst wordt hier maar liefst voorgesteld als een tweede David! God gaat Zijn ongekende gang.
De reactie van de volken
Dan zijn nu de volken aan de beurt om hun tegenargumenten in te brengen. Maar daar komt het niet van. Jesaja 41:5-7 neemt een onverwachte wending:
5 De kustlanden zagen het en werden bevreesd,
de einden der aarde beefden;
ze kwamen naderbij en traden toe.
6 De een hielp de ander,
tegen zijn broeder zei hij: Wees sterk!
7 De vakman bemoedigde de edelsmid,
hij die met de hamer gladmaakt, hem die op het aambeeld slaat,
door van het soldeersel te zeggen: Het is goed.
Daarna zette hij het vast met spijkers, zodat het niet zou wankelen.
Eerst gebeurt er niks, behalve dan dat de volken bevreesd zijn en beven bij het horen van Gods requisitoir. Het is even stil. Dan zoeken ze elkaar op (‘kwamen naderbij en traden toe’) om elkaar moed in te praten. ‘Wees sterk!’, roepen ze elkaar toe, ‘het komt allemaal goed.’ De edelsmid krijgt een klopje op de schouder: ‘Mooi beeld!’ Veiligheidshalve zet hij het afgodsbeeld nog even met spijkers vast (v.5-7).
Blijkbaar schudden ze de angst van zich af, spreken zichzelf en anderen moed in, en gaan door met waar ze zich altijd al mee op de been hielden: het vereren van hun afgoden.
Het is alsof je ze in de rechtbank ziet staan: Donald Trump, Emmanuel Macron en Keith Starmer, Ursula von der Leyen en Mark Rutte. Het oordeel wordt over hen uitgesproken vanwege hun zucht naar macht, hun ontelbare leugens, hun narcisme. Ze krijgen te horen dat ze net als Cyrus slechts pionnen zijn op Gods schaakbord en dat ze, zonder het te weten, Zijn plannen uitvoeren, omdat het God is Die van begin tot eind de wereldgeschiedenis ontvouwt. Ze lijken even aangedaan maar vervolgens hervatten ze hun vergadering over ‘Herbewapen Europa’ en vermaken ze zich met F-35’s, Apache-helikopters en ballistische raketten. Dat God Zich bekend had gemaakt als ‘Ik ben Die ik ben’, zijn ze alweer vergeten. Zij bewaken immers de wereldorde.
‘Ik ben’: het zijn woorden die Jezus, met name in het Johannesevangelie met regelmaat in de mond neemt. Niet alleen de zeven bekende ‘Ik-ben uitspraken’ maar ook in Johannes 8:58 waar Hij tegen de Joden zegt: “Vóór Abraham geboren was, ben ik.” Hij is God in eigen Persoon, de Eeuwige, het Lam van God en de Leeuw van Juda tegelijk, Die in Openbaring 5 de boekrol nam uit de rechterhand van Hem Die op de troon zat om het goddelijk script van de geschiedenis ten uitvoer te brengen. Zo bewijst Hij Zich als de Eerste en de Laatste, de Alfa en de Omega, ‘Die ‘t heden kent, de toekomst overziet.’ Het past daarom de wereldleiders een toontje lager te zingen en het past ons wat minder angstig te zijn.
Geïnteresseerd in meer lezenswaardige artikelen? Neem een jaarabonnement (€ 53). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van onze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!